Je hebt ervoor gekozen om kwalitatief onderzoek te doen en gebruikt (onder andere) interviews als meetinstrument om de hoofd- en deelvragen van je onderzoek te beantwoorden. Het is de bedoeling om in een korte tijd de juiste informatie naar boven te krijgen en het opstellen van goede interviewvragen is essentieel hierbij. Hieronder staat beschreven hoe je te werk gaat bij de voorbereiding van de interviews. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van een aantal voorbeelden van foute en goede interviewvragen.
1. Bedenk wat je wilt weten
Je gaat uit van je hoofd- en deelvragen, maar kunt deze in de meeste gevallen natuurlijk niet onveranderd voorleggen aan de geïnterviewde(n). Vooraf zul jij deze vragen moeten omwerken tot concrete interviewvragen. Is je deelvraag bijvoorbeeld iets in de trant van: “Wat zijn de beweegredenen voor de klant om product X te kopen?”, dan is het belangrijk om alvast na te denken over de aspecten waarover je wilt dat de geïnterviewde zijn/haar mening geeft. Dit zijn bijvoorbeeld de prijs, de kwaliteit, de identiteit en het uiterlijk van een bepaald product.
Enkel een (door je begeleider goedgekeurde) topiclijst is daarom niet voldoende om een interview mee in te gaan; je zult heel gericht interviewvragen moeten formuleren die daadwerkelijk meten wat je per topic naar boven wilt krijgen. Het kan helpen om te brainstormen en veel potentiële vragen onder elkaar te zetten, waarbij je nagaat of de mogelijke antwoorden erop je inderdaad de informatie verschaffen waar je naar op zoek bent.
2. Stel open vragen
De vragen die je stelt, moeten niet alleen inhoudelijk in orde zijn; het is ook heel belangrijk om ze goed te formuleren. Mensen die worden geïnterviewd, willen graag praten en hun kennis en/of mening laten weten. Je wilt graag – zonder hen te sturen – hun spontane reacties meten. Stel dus open vragen!
In bovenstaand voorbeeld wil je dat de geïnterviewde – een potentiële klant – zijn/haar mening geeft over de eventuele aankoop van product X. Je kunt beter niks zelf invullen voor de geïnterviewde, dus vermijd ja/nee-vragen (in elk geval aan het begin van elk topic). Wanneer je alleen maar heel gericht de verschillende aspecten afwerkt, kom je namelijk meestal minder te weten over de echte mening van de klant, en wat er als eerste bij hem/haar opkomt.
Hieronder zie je een foute en een goede startvraag, behorende bij het voorbeeld van product X:
• Fout: “Vindt u product X een goed product?” (Dit is een ja/nee-vraag, die altijd minder informatie oplevert dan een open vraag.)
• Goed: “Bent u bekend met product X? … Wat vindt u van dit product?” (Laat de klant zelf eerst maar komen met zijn/haar mening; wie weet komt er dan al van alles naar boven over de verschillende aspecten, en anders kun je daar altijd nog op doorvragen.)
In een ander voorbeeld wil men te weten komen hoe een werkgever over zijn werknemers denkt. Hierbij is het zaak om voorzichtig te werk te gaan bij het stellen van de vragen, zodat je achteraf zeker weet dat je geen woorden in iemands mond hebt gelegd.
• Fout: “Wat doen uw werknemers volgens u verkeerd in het proces?” (Is suggestief.)
• Goed: “Wat is volgens u de reden dat het proces niet naar behoren verloopt?” (Eerst zien waar de geïnterviewde zelf mee komt, daarna pas inzoomen op het onderwerp.)
3. Vraag gericht door met een afvinkbare vragenlijst
Vaak is het essentieel om na de openingsvraag van een topic door te vragen naar de concrete, onderliggende aspecten. Dit mogen, in het geval van het verifiëren van bepaalde zaken, ook ja/nee-vragen zijn.
Vertelt de klant bijvoorbeeld naar aanleiding van bovenstaande openingsvraag enkel iets over het uiterlijk van het product, dan zorg je dat je vervolgvragen stelt over de functionaliteit, de kwaliteit, de prijs en eventuele suggesties van de kant van de geïnterviewde. Soms wil je concreet horen welke aspecten de geïnterviewde het belangrijkst vindt of welke eigenschappen als beste en slechtste naar voren komen. Daar kun je dan binnen het behandelen van dit topic een vaste doorvraag voor invoegen.
Vermijd ‘vage’ of te theoretische vragen die tot gevolg kunnen hebben dat de geïnterviewde niet meer weet wat je bedoelt en zelf iets invult om maar iets geantwoord te hebben.
• Foute doorvraag: “Op welk punt in de customer journey haakt u af?” (Te theoretisch.)
• Goede doorvraag: “Wat is voor u doorslaggevend geweest om het product wel/niet te kopen?” (Maak het concreet met het oog op antwoorden die bijdragen aan je onderzoek.)• Foute doorvraag: “Welke werelden roept het product bij u op?” (Te vaag.)
• Goede doorvraag: “Noem de eerste vier associaties die u krijgt wanneer u kijkt naar dit product.” (Zo krijg je concrete associaties waarmee je de identiteit van het product kunt achterhalen zonder dat je een lang of gekunsteld verhaal krijgt.)
Soms geeft de geïnterviewde na de openingsvraag al zoveel informatie dat een hoop doorvragen overbodig blijken. Het is dan zaak om op je vragenblaadje af te kunnen kruisen welke essentiële aspecten/vragen besproken zijn. Maak zodoende een duidelijk document voor jezelf, waarop per topic de startvraag staat met daaronder afvinkbare punten van aspecten die aan bod moeten komen en eventueel een aantal vaste doorvragen.
Tot slot
Wanneer je alle topics en bijbehorende interviewvragen op een logische volgorde hebt gezet en je weet met welke vraag je begint, dan ben je goed voorbereid op het interview. Lees ook hoe je interviews het beste kunt afnemen.
Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!