Onderzoeksinstrumenten omschrijven in je scriptie

De scriptiespecialisten van Studiemeesters leggen uit wat onderzoeksinstrumenten zijn, op welke plaats in je scriptie deze worden besproken en wat je erover moet vertellen.

Wat zijn onderzoeksinstrumenten?

In kwantitatief onderzoek bestaan de onderzoeksinstrumenten -of meetinstrumenten- uit de vragenlijsten of observatieschema’s waarmee je de afhankelijke variabelen meet. Als je in psychologisch onderzoek verschillende vragenlijsten gebruikt om verschillende constructen te meten, dan is elke vragenlijst een meetinstrument.

Plaats van de onderzoeksinstrumenten in de scriptie

Een scriptie is een verslag van een onderzoek. Bij verslaglegging van wetenschappelijk onderzoek wordt een bepaald stramien verwacht, een bepaalde indeling in hoofdstukken. Een hoofdstuk dat niet mag ontbreken, is het methodenhoofdstuk (ook wel methodologie genoemd), waarin gedetailleerd wordt verteld over de onderzoeksopzet. Er wordt in ieder geval verteld over deelnemers, materialen en procedure. De onderzoeks- of meetinstrumenten horen bij de beschrijving van de materialen. Een goede uitleg van de verslaglegging van kwantitatief wetenschappelijk onderzoek vind je in hoofdstuk 6 van het boek ‘Verslaglegging van psychologisch onderzoek’ van Peter Starreveld.

Wat schrijf je over de onderzoeksinstrumenten?

Je geeft een gedetailleerde omschrijving van alle onderzoeksinstrumenten. Geef aan welke vragenlijsten zijn gebruikt om de afhankelijke variabelen van je onderzoek te meten. Je zet uiteen hoe deze vragenlijsten geconstrueerd zijn, hoeveel items (vragen) de vragenlijst bevat, en hoe deze tot stand zijn gekomen. Ook vertel je duidelijk welke antwoordmogelijkheden of schalen de vragenlijsten bevatten. Je omschrijft ook de wijze waarop antwoorden gescoord worden. Wat was het scorebereik, oftewel: wat was de minimale en wat de maximale score? Wat was de betekenis van die scores? Maakte je bijvoorbeeld gebruik van 5- of van 7-punts Likertschalen? Het is gebruikelijk om een voorbeeld te geven van een item (oftewel een vraag) en de bijbehorende antwoordschaal. Vermeld ook de Cronbachs alfa, een maat voor de betrouwbaarheid van psychometrische tests en vragenlijsten. Als je bestaande vragenlijsten gebruikt, verwijs dan naar de gepubliceerde informatie over het meetinstrument.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Literatuur zoeken: wanneer is het genoeg?

Je bent al tijden bezig met literatuuronderzoek, maar je blijft twijfelen of je wel genoeg modellen hebt. Of je zoekt maar door, terwijl je ergens wel weet dat dit niet is wat je moet doen. Het kost je veel tijd en levert vooral meer en meer verwarring op. Wanneer is het eigenlijk genoeg en moet je stoppen? Deze vraag komt typisch voor bij een literatuurstudie omdat de mogelijkheden daar zo oneindig zijn. Als je in je theoretisch kader een onderwerp hebt als ‘gedragsverandering’, ben je waarschijnlijk jarenlang bezig om alles over dat onderwerp te lezen. In dit blog enkele tips om jezelf te beteugelen.

Tip 1: Werk doelgericht

Als je eenmaal je onderzoeksvragen hebt opgesteld, en je hebt al een beetje rondgelezen, dan kun je een (voorlopige) argumentatie gaan opstellen: een redenering die logisch uitmondt in jouw onderzoeksvraag en hypothese(n), of een logische opbouw van theorieën en modellen, bijvoorbeeld van breed naar specifiek. Schrijf dan alle denkstappen in jouw argumentatie in korte, heldere zinnen op. Probeer de draad van dit verhaal in eerste instantie zo strak mogelijk te houden – uitweiden (en aanpassen) kan altijd nog. Ter inspiratie kun je eens kijken naar de opbouw van de inleidingen van artikelen die door anderen zijn geschreven. Meerdere wegen leiden naar Rome, dus probeer verschillende vormen uit, en kies dan de vorm die jou het meest logisch lijkt.

Deze opbouw is het uitgangspunt dat richting geeft aan jouw verdere zoektocht: je gaat al je denkstappen onderbouwen. Met een helder doel voor ogen kun je gemakkelijker diagonaal lezen en scannen: je weet immers waar je naar op zoek bent. Beantwoord aan de hand van deze opbouw steeds de belangrijkste vraag: hoe is dit artikel relevant voor mijn verhaal?

Tip 2: Werk georganiseerd

Vaak ontaardt een literatuurzoektocht in een grote bende aan losse bestanden, tabbladen in je browser, samenvattingen, referenties enzovoorts. Vervolgens zie je door de bomen het bos niet meer. Werk daarom georganiseerd: beschrijf voor elk artikel, indien mogelijk in één zin, hoe je het zou kunnen gebruiken; welk argument het bevat. Plaats het dan bij de betreffende denkstap in jouw schema. Noteer van het artikel in elk geval de auteur(s) en het jaartal, zodat je het gemakkelijk terug kunt vinden. Voeg eventueel ook de samenvatting, relevante stukken tekst of bruikbare modellen uit het artikel toe. Om alle gegevens helder in beeld te brengen zou je een tabel kunnen maken, met kopjes als: denkstap – argument – auteur – jaartal – samenvatting. Je kunt alles nu in één oogopslag zien: welke denkstappen heb ik nu goed onderbouwd, en welke denkstap is nog leeg?
Zet artikelen die wel interessant zijn, maar nu niet direct essentieel lijken, niet in dit schema, maar bewaar ze in een schaduwbestand. Je bent de informatie dan niet kwijt, maar het zit jou ook niet de hele tijd af te leiden en in de war te brengen. Schrijf ook hier weer per artikel op hoe je het zou kunnen gebruiken. Je kunt in een latere fase nog gemakkelijk bekijken of je nog iets uit dit bestand kunt gebruiken. Verder laat je de informatie in dit bestand even rusten, hoe leuk het misschien ook moge zijn om het allemaal te lezen!

Tip 3: Gebruik de juiste zoektermen

Vaak blijft de angst bestaan dat je een belangrijk artikel over het hoofd hebt gezien. Dit kun je voorkomen door de juiste zoektermen te gebruiken. Elk artikel bevat zoektermen waarmee het in de zoekmachines gevonden kan worden. Doorgaans heb je wel een eerste artikel als uitgangspunt; bekijk daarvan dus eerst de zoektermen. Verder zitten er in dat artikel vast ook verwijzingen naar andere artikelen die wellicht weer net iets andere zoektermen gebruiken, die jij ook weer kunt uitproberen.
Werk ook hierin georganiseerd: houd jouw zoekgeschiedenis bij (de zoektermen, hun combinaties en eventuele afbakeningen, zoals de periode) om te kunnen zien waarop je al wel en nog niet gezocht hebt, zodat je niets vergeet of juist niets dubbel zit te doen.

Tip 4: Selecteer, en hanteer je eigen structuur

Je hoeft niet de structuur van een gevonden artikel aan te houden. Je mag best een selectie van informatie uit het artikel gebruiken, of verschillende stukken informatie uit het artikel verspreiden over meerdere denkstappen in jouw schema, zolang je de feiten maar niet verandert. Jij hebt wellicht een heel ander verhaal te vertellen, en het gaat erom dat jij de relevante feiten weergeeft op een logische plaats in jouw argumentatie.

Tip 5: Vermijd vermijding

Blijf je bewust van de vraag waarom je nog verder aan het zoeken of lezen bent. Het kan goed zijn dat je met het lezen iets anders moeilijks of spannends aan het vermijden bent, zoals het maken van een lastige keuze, het opstarten van een nieuw hoofdstuk of het begrijpen van een ingewikkeld artikel. Het lijkt dan nuttig om nog wat nieuws te lezen, maar dat is het eigenlijk niet. Wees dapper en ga datgene doen wat je wilde vermijden. Hak die knoop door, begin met schrijven, lees het moeilijke artikel nog eens of overleg met anderen: zet je energie in op de juiste plek!

Tip 6: Stop

Als je alle denkstappen in jouw argumentatie onderbouwd hebt, en je hebt een aardig beeld geschetst in het verhaal, stop dan met zoeken. Je weet in principe genoeg. Leg eventueel ook jouw raamwerk voor aan een docent om te laten controleren of je uitvoerig genoeg bent. Literatuur toevoegen kan altijd nog! Besef bovendien: je kunt niet alles lezen. ‘Gewoon goed’ is goed genoeg!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Vlot en doelgericht schrijven

Je wikt en weegt bij elke zin tot deze perfect is, verliest jezelf in details en ziet door de bomen het bos niet meer. Met een beetje pech kom je er in een later stadium ook nog achter dat de zojuist zorgvuldig geschreven alinea toch niet goed past, maar je vindt het moeilijk om dat mooie stukje tekst nu weg te gooien… Frustrerend! Om je energie te behouden en efficiënt te schrijven kun je beter in verschillende fasen werken, in plaats van alles in één keer te schrijven. Houdt de volgende volgorde aan:

Fase 1: Structuur

Bedenk eerst in grove lijnen welk verhaal je wilt vertellen en welke denkstappen er nodig zijn om de lezer te overtuigen van jouw punt. Schrijf elke denkstap in één simpele zin (in jip-en-janneketaal) op een post-it. Nu begint het puzzelen: je gaat schuiven met deze denkstappen tot ze in een logische volgorde staan. Vul bij het schuiven waar nodig het verhaal aan met bruggetjes tussen de denkstappen. Doe dit op losse post-its. Kies hierbij meteen voor een duidelijk verbindingswoord (zoals bovendien, daarentegen en want), waarmee je aangeeft hoe de volgende stap verband houdt met de vorige. Wordt het zo een logisch en lekker lopend verhaal?
Schroom niet om verschillende opties uit te proberen, maar hak op een gegeven moment wel de knoop door. Onthoud: meerdere wegen leiden naar Rome, en ‘gewoon goed’ is goed genoeg.

Wees in eerste instantie beknopt: beperk je tot de denkstappen die essentieel zijn om je punt te maken, en leg de rest apart. Uitweiden kan later altijd nog en als de basisstructuur helder is, is het overige straks ook gemakkelijker te plaatsen. Het allerbelangrijkste is dit: werk in deze fase nog niet aan de formulering; het mag allemaal nog jip-en janneketaal zijn, als het inhoudelijk maar juist en helder is.

Fase 2: Onderbouw je denkstappen

Je zult sommige denkstappen moeten onderbouwen met argumenten, zoals demografische gegevens of resultaten uit jouw of andermans onderzoek. Plaats deze argumenten onder de juiste denkstap. Je ziet nu welke denkstappen voldoende onderbouwd zijn, en welke informatie nog ontbreekt. Zo kun je eventueel gericht verder gaan zoeken.

Als dit raamwerk compleet is, leg het dan eventueel voor aan je begeleider (of iemand anders) voor feedback. Het is nog niet mooi uitgewerkt, maar het gaat om de inhoud. Jouw begeleider kan op deze manier heel gemakkelijk beoordelen of je op de goede weg bent. Dit kan je straks een hoop herschrijfwerk schelen.

Fase 3: Formulering

Pas als je volledig achter je verhaal staat, ga je werken aan de formulering. De wetenschappelijke schrijfstijl is informatief, expliciet, beknopt en zakelijk (Starreveld, 2012); houd het dus vooral simpel en duidelijk. Gebruik zoveel mogelijk je eigen woorden en beperk het aantal quotes.

Het kan moeilijk zijn om een (ogenschijnlijk) perfect geformuleerde tekst van een andere onderzoeker in eigen woorden te herschrijven. Probeer dan het volgende: lees de oorspronkelijke alinea door en leg hem aan de kant. Vertel het verhaal daarna aan iemand anders (bijvoorbeeld een medestudent). Schrijf dit verhaal op en ga het verder verfijnen. Kijk pas daarna weer terug naar de oorspronkelijke tekst en haal daar eventueel nog wat waardevolle termen uit op.

Fase 4: Taal en opmaak

Nu pas komen de spreekwoordelijke puntjes op de i: het controleren op taalfouten, het correct refereren aan de bronnen, en de opmaak.

Tot slot

Je mag in het schrijfproces best perfectionistisch zijn en gedetailleerd werken, maar wacht hiermee tot het laatste moment. Door eerst de structuur te maken schrijf je namelijk heel doelgericht en dat bespaart je veel tijd en verwarring!


Vlot en doelgericht schrijven kun je leren. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Abstract schrijven voor een scriptie of een wetenschappelijk artikel

Bij een goed wetenschappelijk artikel of een universitaire scriptie mag een abstract niet ontbreken. De scriptiespecialisten van Studiemeesters vertellen je alles wat je moet weten om een goed abstract te kunnen schrijven.

Wat is een abstract?

Een abstract is een samenvatting van een wetenschappelijk artikel of van een academische scriptie waarin de essentie van het onderzoek wordt omschreven. Het abstract heeft een duidelijke functie. De lezer die op basis van de titel vermoedt dat het artikel relevant voor hem is, moet na het lezen van het abstract kunnen beoordelen of dit inderdaad het geval is. De lezer besluit dus op basis van het abstract of hij het artikel wil lezen.

Wat staat er in een abstract?

Elk onderdeel van het wetenschappelijk artikel, of elk hoofdstuk van de scriptie, komt terug in het abstract. Het is de kunst om het kort te houden: aan elk onderdeel of elk hoofdstuk wijd je slechts één of twee zinnen. Je gebruikt een hele korte, bondige schrijfstijl voor het abstract. Ingewikkelde zinsconstructies worden vermeden. Je noemt meteen het onderwerp en vertelt weinig over theorie. Je vermeldt de vraagstelling, omschrijft de onderzoeksmethode (deelnemers, instrumenten en procedure) en deelt de resultaten en de conclusies mee.

Hoe lang is het abstract?

Verschillende bronnen zijn erg duidelijk over de lengte: een abstract heeft een maximale lengte van 120 woorden. Studenten die een scriptie schrijven in de vorm van een (lang) wetenschappelijk artikel, masterstudenten Psychologie bijvoorbeeld, dienen zich hier strikt aan te houden.

Tips voor het schrijven

De specialisten van Studiemeesters raden scriptiestudenten altijd aan een paar abstracts van andere artikelen te bekijken voor ze gaan schrijven en zichzelf daarbij de volgende vragen te stellen:

  • Zie je overeenkomsten tussen de abstracts?
  • Herken je op een gegeven moment de vaste opbouw van het abstract?
  • Zijn er bepaalde zinsconstructies die telkens terugkomen?

Als je vanuit dit oogpunt een aantal abstracts hebt bekeken, schud je er waarschijnlijk met gemak eentje uit je mouw voor je eigen onderzoek. Als je het lastig vindt om kort en bondig te schrijven, maak dan eerst een te lang abstract en vraag een studiegenoot het in te korten. Een buitenstaander kan vanwege de frisse blik vaak beter onderscheid maken tussen hoofd- en bijzaken en zal je abstract waarschijnlijk goed kunnen inkorten. Maak eventueel gebruik van één of meer van deze ‘useful sentences for academic writing’ als je een abstract in het Engels schrijft.

Checklist

Een abstract bevat:

  • maximaal 120 woorden
  • de vraagstelling
  • de methode (deelnemers, instrumenten, procedure)
  • de resultaten
  • de conclusies
  • geen ingewikkelde zinsconstructies
  • niet te veel theorie

Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Scriptie schrijven met dyslexie: tips & tricks

O jee, je hebt dyslexie en nu komt de scriptie eraan! Een groot stuk tekst om te schrijven, waarvoor je waarschijnlijk veel moet lezen. Misschien moet dit ook nog in het Engels. Dit kan een project zijn waar mensen met (maar ook zonder) dyslexie erg tegen op kunnen zien. Wat kun je doen om dit proces aan te pakken en te zorgen dat het scriptieproces nog leuk wordt ook?

Tips voor het lezen van literatuur voor je scriptie

Je moet vaak veel literatuur lezen voordat je met je scriptie begint. Dyslectische mensen vinden dit soms lastig omdat lezen vaak niet hun hobby is. Dyslectici leren het beste via betekenis; deze link ligt immers vaak wel al in de hersenen en biedt een kader om dingen te onthouden. Simpelweg uit je hoofd leren werkt niet voor mensen met dyslexie; hier komt het automatiseringsprobleem naar voren! Maar wat werkt dan wel als je je lappen tekst eigen moet maken?

  • Maak een mind-map. Hierdoor wordt de tekst die je bijvoorbeeld voor het theoretisch kader hebt gelezen en voor je literatuur moet gebruiken, omgezet in visuele informatie. Lees hier hoe je een mindmap maakt.
  • Lees je literatuur als voorbereiding en is de tekst je te lang? Probeer dan andere vormen om de tekst te ontleden, zoals lijstjes, tabellen of schema’s.
  • Bekijk eventuele tabellen, plaatjes, grafieken en schema’s in je literatuur goed. Ook hierdoor visualiseer je de tekst.

Tips voor het schrijven van tekst voor je scriptie

Na het lezen moet de literatuur verwerkt worden in je scriptie, vaak voor het theoretisch kader. Je zult veel moeten schrijven. Maar hoe krijg je nu zo’n lap tekst op papier?

  • Schrijf bijvoorbeeld de opzet eerst in telegramstijl, zodat je niet gelijk perfecte zinnen en woorden hoeft te vormen. Dit zou je kunnen doen in PowerPoint, zodat je per onderwerp/onderdeel een kader kunt maken.
  • Heb je het verhaal wel in je hoofd, maar krijg je het niet op papier, dan kun je het inspreken op een voice recorder. Spreek de steekwoorden in die je wilt behandelen en spreek daarna per steekwoord in wat je erover wilt zeggen. Luister het bandje af en ga na of het een logisch verhaal is.
  • Bespreek, voordat je de tekst opschrijft, met iemand anders wat je wilt vertellen in je stuk. Hierdoor krijg je vaak ook zelf een veel helderder idee van wat je precies wilt opschrijven.

Algemene tips voor het scriptieproces

Tot slot nog wat algemene tips voor het schrijven van je scriptie.

  • Begin op tijd! Als je dyslexie hebt, zal een scriptie je waarschijnlijk meer tijd gaan kosten, hoe vervelend dat misschien ook is. Maak hiertoe een goede en realistische planning. Lees hier hoe je een goede planning maakt.
  • Laat zowel tijdens het proces als aan het einde ervan iemand anders je scriptie nakijken en laat diegene dan vooral letten op zinsopbouw en spelling.
  • Zet bij het schrijven de spellingcontrole aan.

Studiemeesters helpt studenten zoals jij vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Interviews afnemen? Gebruik de LSD-techniek

Je weet al wat je te weten wilt komen en welke vragen je wilt stellen (zo niet, lees deze blogpost over het opstellen van interviewvragen), maar nu komt het spannendste gedeelte: het afnemen van het interview. Succesvol een interview afnemen is al minder ingewikkeld als je onderstaande stappen volgt en je je aan de Luisteren-Samenvatten-Doorvragen-techniek houdt.

De start

Als het goed is heb je op voorhand reeds afspraken gemaakt over het maken van geluidsopnamen, het eventuele anonimiseren van de interviews en de eventuele wens van de geïnterviewde om zelf nog inzage te hebben in de uitwerking van het interview. Ben je dat onverhoopt vergeten, stem dat dan nu af en noteer dit voor jezelf.

Begin positief: heet de geïnterviewde van harte welkom, bedank hem/haar voor het feit dat hij/zij tijd vrij heeft willen maken en laat jezelf enthousiast uit over jouw onderzoek en dit specifieke interview. Vertel kort wat de context van je onderzoek is en hoe dit interview bijdraagt aan de beoogde kennis. Dit kun je voorbereiden totdat je het uit je hoofd kent, maar breng het spontaan. Ga eventueel in op het verloop van het interview, indien nodig, bijvoorbeeld als er een opdracht/experiment bij komt kijken.

Je houding

Je houding in het gesprek is neutraal, oordeelvrij, open en geïnteresseerd. Er mag best een grapje worden gemaakt, maar houd het serieus. Bedenk goed: er mogen stiltes vallen. Vaak, als je even stil blijft nadat de geïnterviewde geantwoord heeft, volgt er nog een belangrijke toevoeging. Laat hem/haar dus altijd uitpraten. Oefen, als dat nodig is, een aantal keer met het laten vallen van stiltes in een normaal gesprek en kijk of je dit jezelf een beetje eigen kunt maken.

Mocht de geïnterviewde veel praten en afwijken van het beoogde topic, dan kun je dit corrigeren door bij te sturen middels gerichte vragen. Je kunt bijvoorbeeld tussendoor een concrete ja/nee-vraag poneren alvorens je doorgaat op het hoofdonderwerp. Wees niet bang om te onderbreken als iemand ratelt over heel iets anders dan jouw topic; je zult niet de eerste zijn die dat doet en zo bewaak je jouw tijd én die van de geïnterviewde. Blijf wel te allen tijde vriendelijk en geduldig.

Het is niet erg als iemand je niet meteen begrijpt. Je mag best even zoeken naar een andere formulering of een volgende vraag. Ook is het prima om even de tijd te nemen om te controleren of je alle punten bent nagegaan op je afvinklijst. Als jij het antwoord van de geïnterviewde niet begrijpt, geef dat dan ook vriendelijk aan. Wees vooral nieuwsgierig.

Luisteren – samenvatten – doorvragen

1. Luisteren
Idealiter neem je het gesprek op (indien men toestemming geeft). Dit is handig na afloop van het interview, maar stelt jou tevens in staat om tijdens het interview met je volle aandacht te luisteren naar wat de persoon vertelt, omdat je niet mee hoeft te schrijven. Ben jij juist iemand die aandachtiger luistert wanneer je aantekeningen maakt, doe dit dan evengoed (bijvoorbeeld op je vragenlijst). Je kunt dit een paar keer oefenen met een medestudent en nagaan wat het beste voor jou werkt. Goed luisteren is erg belangrijk!

Check steeds tussen twee vragen door welke aspecten van je vragenlijst beantwoord zijn en kruis die af wanneer je zeker bent dat dit onderwerp voldoende besproken is. In dat geval hoef je daar dus geen vraag meer over te stellen en op deze manier voorkom je herhaling en tijdverspilling.

2. Samenvatten
Als de geïnterviewde over een (deel van een) topic is uitgepraat en je hebt een aantal aspecten op je afvinklijst behandeld, is het tijd voor een interventiemoment: het samenvatten. Je vat de globale mening over het topic(deel) samen in je eigen woorden, waarbij je jouw interpretatie geeft van wat de geïnterviewde zojuist gezegd heeft. In je achterhoofd houd je daarbij de te beantwoorden deelvraag. Zodoende kun je nagaan of je het antwoord goed begrepen hebt en of jouw (bij je onderzoek passende) bewoordingen ook aansluiten bij wat de geïnterviewde over het topic wilde zeggen.

Een voorbeeld: “Als ik u goed begrijp, vindt u het product handig en een echte verrijking van uw keukengerei, ziet het er mooi uit, maar vindt u de prijs te hoog en zou u het om die reden niet kopen. Klopt dat?” De geïnterviewde krijgt dan nog de kans om hier correcties of aanvullingen op te geven. Ook voelt hij/zij zich gehoord doordat hij/zij merkt dat je aandachtig hebt geluisterd en zijn/haar mening belangrijk vindt.
Als een bepaald antwoord in de formulering van de geïnterviewde erg lang of ingewikkeld was, kun je ook direct daarna parafraseren wat diegene zojuist zei, ter verificatie.

3. Doorvragen
Wanneer je door de samenvatting binnen dit topic tot de kern bent gekomen, kun je voor het antwoord specifieke verdiepende ‘doorvragen’ stellen, zoals “Welke prijs zou u er wél voor betalen?
Ook kun je een mooie brug slaan naar een volgend topic, bijvoorbeeld het uiterlijk of de identiteit van het product. “U vindt het product er dus mooi uitzien. Zou u specifieker kunnen beschrijven wat u van het uiterlijk van het product vindt?” Zorg dat je iemands antwoord als een filmbeeld voor je kunt zien: dan pas is het helder genoeg.

De afronding

Wanneer je alle topics bent langsgegaan, loop je de vragenlijst nog eens goed door om te zien of er niet nog ergens een concreet antwoord op een bepaald gebied ontbreekt. Je hebt nu nog de kans om essentiële informatie voor het beantwoorden van je deelvragen te verkrijgen.
Als je alle informatie hebt, dan kun je dat prima aangeven bij de geïnterviewde. Vraag of hij/zij nog iets toe te voegen heeft aan wat jullie allemaal besproken hebben.

Tot slot

Vraag tot slot of hij/zij het interview als prettig en nuttig heeft ervaren. Eventuele suggesties kun je meenemen bij de volgende interviews. Bedank de geïnterviewde voor zijn/haar tijd en moeite.

Heel veel succes!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Interviewvragen opstellen voor kwalitatief (scriptie-)onderzoek

Je hebt ervoor gekozen om kwalitatief onderzoek te doen en gebruikt (onder andere) interviews als meetinstrument om de hoofd- en deelvragen van je onderzoek te beantwoorden. Het is de bedoeling om in een korte tijd de juiste informatie naar boven te krijgen en het opstellen van goede interviewvragen is essentieel hierbij. Hieronder staat beschreven hoe je te werk gaat bij de voorbereiding van de interviews. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van een aantal voorbeelden van foute en goede interviewvragen.

1. Bedenk wat je wilt weten

Je gaat uit van je hoofd- en deelvragen, maar kunt deze in de meeste gevallen natuurlijk niet onveranderd voorleggen aan de geïnterviewde(n). Vooraf zul jij deze vragen moeten omwerken tot concrete interviewvragen. Is je deelvraag bijvoorbeeld iets in de trant van: “Wat zijn de beweegredenen voor de klant om product X te kopen?”, dan is het belangrijk om alvast na te denken over de aspecten waarover je wilt dat de geïnterviewde zijn/haar mening geeft. Dit zijn bijvoorbeeld de prijs, de kwaliteit, de identiteit en het uiterlijk van een bepaald product.
Enkel een (door je begeleider goedgekeurde) topiclijst is daarom niet voldoende om een interview mee in te gaan; je zult heel gericht interviewvragen moeten formuleren die daadwerkelijk meten wat je per topic naar boven wilt krijgen. Het kan helpen om te brainstormen en veel potentiële vragen onder elkaar te zetten, waarbij je nagaat of de mogelijke antwoorden erop je inderdaad de informatie verschaffen waar je naar op zoek bent.

2. Stel open vragen

De vragen die je stelt, moeten niet alleen inhoudelijk in orde zijn; het is ook heel belangrijk om ze goed te formuleren. Mensen die worden geïnterviewd, willen graag praten en hun kennis en/of mening laten weten. Je wilt graag – zonder hen te sturen – hun spontane reacties meten. Stel dus open vragen!
In bovenstaand voorbeeld wil je dat de geïnterviewde – een potentiële klant – zijn/haar mening geeft over de eventuele aankoop van product X. Je kunt beter niks zelf invullen voor de geïnterviewde, dus vermijd ja/nee-vragen (in elk geval aan het begin van elk topic). Wanneer je alleen maar heel gericht de verschillende aspecten afwerkt, kom je namelijk meestal minder te weten over de echte mening van de klant, en wat er als eerste bij hem/haar opkomt.

Hieronder zie je een foute en een goede startvraag, behorende bij het voorbeeld van product X:

• Fout: “Vindt u product X een goed product?” (Dit is een ja/nee-vraag, die altijd minder informatie oplevert dan een open vraag.)
• Goed: “Bent u bekend met product X? … Wat vindt u van dit product?” (Laat de klant zelf eerst maar komen met zijn/haar mening; wie weet komt er dan al van alles naar boven over de verschillende aspecten, en anders kun je daar altijd nog op doorvragen.)

In een ander voorbeeld wil men te weten komen hoe een werkgever over zijn werknemers denkt. Hierbij is het zaak om voorzichtig te werk te gaan bij het stellen van de vragen, zodat je achteraf zeker weet dat je geen woorden in iemands mond hebt gelegd.

• Fout: “Wat doen uw werknemers volgens u verkeerd in het proces?” (Is suggestief.)
• Goed: “Wat is volgens u de reden dat het proces niet naar behoren verloopt?” (Eerst zien waar de geïnterviewde zelf mee komt, daarna pas inzoomen op het onderwerp.)

3. Vraag gericht door met een afvinkbare vragenlijst

Vaak is het essentieel om na de openingsvraag van een topic door te vragen naar de concrete, onderliggende aspecten. Dit mogen, in het geval van het verifiëren van bepaalde zaken, ook ja/nee-vragen zijn.
Vertelt de klant bijvoorbeeld naar aanleiding van bovenstaande openingsvraag enkel iets over het uiterlijk van het product, dan zorg je dat je vervolgvragen stelt over de functionaliteit, de kwaliteit, de prijs en eventuele suggesties van de kant van de geïnterviewde. Soms wil je concreet horen welke aspecten de geïnterviewde het belangrijkst vindt of welke eigenschappen als beste en slechtste naar voren komen. Daar kun je dan binnen het behandelen van dit topic een vaste doorvraag voor invoegen.

Vermijd ‘vage’ of te theoretische vragen die tot gevolg kunnen hebben dat de geïnterviewde niet meer weet wat je bedoelt en zelf iets invult om maar iets geantwoord te hebben.

• Foute doorvraag: “Op welk punt in de customer journey haakt u af?” (Te theoretisch.)
• Goede doorvraag: “Wat is voor u doorslaggevend geweest om het product wel/niet te kopen?” (Maak het concreet met het oog op antwoorden die bijdragen aan je onderzoek.)

• Foute doorvraag: “Welke werelden roept het product bij u op?” (Te vaag.)
• Goede doorvraag: “Noem de eerste vier associaties die u krijgt wanneer u kijkt naar dit product.” (Zo krijg je concrete associaties waarmee je de identiteit van het product kunt achterhalen zonder dat je een lang of gekunsteld verhaal krijgt.)

Soms geeft de geïnterviewde na de openingsvraag al zoveel informatie dat een hoop doorvragen overbodig blijken. Het is dan zaak om op je vragenblaadje af te kunnen kruisen welke essentiële aspecten/vragen besproken zijn. Maak zodoende een duidelijk document voor jezelf, waarop per topic de startvraag staat met daaronder afvinkbare punten van aspecten die aan bod moeten komen en eventueel een aantal vaste doorvragen.

Tot slot

Wanneer je alle topics en bijbehorende interviewvragen op een logische volgorde hebt gezet en je weet met welke vraag je begint, dan ben je goed voorbereid op het interview. Lees ook hoe je interviews het beste kunt afnemen.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Wat is ‘voorwoord’ in het Engels? Hoe schrijf je een Engels voorwoord?

Wat is voorwoord in het Engels?

In het Engels zijn er twee verschillende woorden voor ‘voorwoord’. Deze twee woorden verschillen enigszins van betekenis. Het eerste Engelse woord voor ‘voorwoord’ is preface. Het is een woord vooraf, geschreven door de auteur van bijvoorbeeld een verslag, rapport of scriptie. Het tweede Engelse woord voor ‘voorwoord’ is foreword. Foreword betekent net iets anders dan preface. Met foreword wordt bedoeld: een woord vooraf dat geschreven is door iemand anders dan de auteur.

Wat moet er in een Engels voorwoord staan?

In een Engels voorwoord staat hetzelfde als in een Nederlands voorwoord. Verwar het voorwoord niet met de inleiding. De inleiding is vaak het eerste hoofdstuk van een scriptie, terwijl het voorwoord wordt gebruikt om een persoonlijk woord vooraf te schrijven. ‘Persoonlijk’ houdt in dat je kunt vertellen over jouw ervaring met je afstudeerproces. Ook bedank je de mensen die je geholpen hebben tijdens je afstuderen, onder wie je docenten. Bedank ze voor hun begeleiding en hun feedback in dit leerproces. Sluit af met je voor- en achternaam en vermeld de plaatsnaam en de datum van schrijven.


Bijna klaar met je scriptie? Lees ook deze blogpost om te checken of je scriptiedocument compleet is.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Voorwoord schrijven voor een scriptie? Bekijk deze voorbeeldopzet

Ben je toe aan het schrijven van je voorwoord? Dan feliciteren we je eerst even met het feit dat je je scriptie (bijna) af hebt en dat je op het punt staat hem in te leveren. Goed gedaan! In deze blogpost vertellen we je alles wat je moet weten om een voorwoord te schrijven, zodat je je scriptie mooi kunt afronden. Succes met de laatste loodjes!

Wat is een voorwoord?

Het voorwoord is de eerste tekst van een rapport, verslag of scriptie. Het is een stukje tekst dat voorafgaat aan je scriptie. Het is dus letterlijk een woord vooraf. Met andere woorden, voordat je scriptie begint mag je even wat vertellen in een persoonlijke stijl. Let op: maak het niet té persoonlijk, houd het wel professioneel.

Wat staat er in een voorwoord?

Je voorwoord is een persoonlijk woord vooraf. ‘Persoonlijk’ houdt in dat je kunt vertellen over jouw ervaring met je scriptie. Je kunt bijvoorbeeld vertellen over het doel waarmee je ging studeren, over het plezier waarmee je aan je scriptie hebt gewerkt of wat je hebt geleerd van je scriptie. Meestal bestaat het voorwoord uit tenminste drie alinea’s.

Voorbeeld voorwoord

Bouw je voorwoord bijvoorbeeld door drie tot vier alinea’s te schrijven. In de eerste alinea omschrijf je het onderwerp van je scriptie en de opleiding waarvoor je deze scriptie schrijft. In de tweede alinea vertel je iets over je achtergrond (vooropleidingen, stages etc.) en hoe je tot dit onderwerp bent gekomen of waarom je dit onderwerp hebt gekozen. In de derde alinea vertel je iets over het verloop van jouw afstudeerproces. Wat vond jij leuk, bijzonder, interessant of leerzaam? Ten slotte bedank je in de vierde alinea mensen die je geholpen hebben.

Wie bedank je?

Bedank de mensen die je gesteund of geïnspireerd hebben. Je bedankt over het algemeen alleen mensen die echt geholpen hebben. Vergeet vooral je docenten niet: Bedank ze voor hun begeleiding en hun feedback in dit leerproces. Doe dit altijd – ook als je het niet altijd even gezellig vond!

Hoe sluit je af?

Wens de lezer veel leesplezier toe. Sluit af met je voor- en achternaam. Vermeld ook de plaatsnaam en de datum van schrijven.

Tip: wees positief

Als je minder enthousiast bent over het verloop van je scriptieproces, dan kun je hier best wat over zeggen, maar wees niet te negatief. Je voorwoord is immers het eerste wat de lezer leest, en je wilt niet per ongeluk je hele scriptie in een negatief daglicht zetten. Als je toch wat ‘uitdagingen’ wilt vermelden, probeer je dan genuanceerd, diplomatiek en een beetje positief uit te drukken. Wil je laten weten dat het voor jou niet altijd makkelijk was? Zeg er dan ook bij dat je er veel van geleerd hebt. Woorden die je liever vermijdt, zijn ‘helaas’, ‘mislukt’, ‘ik wilde eigenlijk’.


Ben je je scriptiedocument compleet aan het maken? Lees ook deze blogpost over alle onderdelen van een volledig scriptiedocument.


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Scriptie schrijven in 2 weken? In 7 stappen je deadline halen

Hoe schrijf je een scriptie? Kan ik een scriptie schrijven in twee weken, een maand of een dag? Wat als ik de deadline van mijn scriptie niet haal? Maak een planning en sprint in acht stappen naar de deadline met deze tips van onze specialisten.

Kun je een scriptie schrijven in twee weken?

Een scriptie schrijven in twee weken is een ambitieus plan. Bij Studiemeesters zien we weleens dat een student twee weken voor een deadline binnenkomt en dan de indruk heeft dat hij nog niets gedaan heeft, maar er vervolgens met scriptiebegeleiding wel in slaagt zijn deadline te halen.
Maar als je kijkt naar de uitspraak “Ik schreef mijn scriptie in twee weken”, dan is de vraag wat iemand precies verstaat onder ‘schrijven’. Is iemand van tevoren maandenlang bezig geweest met een probleemanalyse, het bedenken van een onderzoeksopzet en het verzamelen van informatie? Heeft iemand nog een paar weken de tijd genomen om te zitten denken (of piekeren)? En dáárna alles in twee weken bij Studiemeesters uitgeschreven? Dan heeft iemand inderdaad in twee weken zijn scriptie geschreven, maar vergeet hij voor het gemak dat er maanden denk- en leeswerk aan vooraf zijn gegaan. Ga er bij het plannen van je scriptie dus niet van uit dat je aan twee weken genoeg zult hebben.

Ik heb nog twee weken – heeft het nog wel zin?

Wat moet ik doen als ik nog maar twee weken heb? Goed. Dat kan gebeuren. Je had het druk, of je hebt te veel YouTube gekeken, en opeens heb je nog maar twee weken voor de deadline. Er staat misschien nog niets op papier wat op een scriptie lijkt. Wat moet je doen? Zoals we al zeiden is het schrijven van een scriptie in twee weken een ambitieus plan. We zien weleens studenten die het halen, maar we zien ook studenten die het niet halen. De omstandigheden moeten meezitten: één griepje en je ligt eruit. Maar je maakt een kans, en als je het niet probeert, heb je het hoe dan ook niet gehaald. Studiemeesters adviseert daarom: Ga ervoor!

Bereid je voor

Stap 1. Maak je hoofd en je omgeving leeg. Alle communicatiemiddelen zet je uit. Stel een autorespond in voor je e-mail en verander je WhatsApp-status in ‘ben er even niet’. Laat iedereen weten dat je de komende twee weken niet beschikbaar bent.
Stap 2. Begin met het opstellen van Plan B: Wat ga je doen als je het niet haalt? Zoek het uit, schrijf het op, laat het even op je inwerken. Plan B is je vangnet en zal ervoor zorgen dat je stress niet te hoog oploopt op momenten dat Plan A even heel pittig is.
Stap 3. Dan stel je Plan A op. Plan A gaat ervan uit dat je het gaat halen! Normaal gesproken is een scriptie een marathon, maar jij gaat een sprint trekken. Houd er rekening mee dat je twee weken kunt sprinten, maar dat je daarna stuk bent. De derde week heb je dus vrij – je kunt dan niet bijvoorbeeld nog een tentamen maken.

Werk Plan A uit

Stap 4. Zoek uit wat de opleiding precies van je verwacht. Wat zegt je opleiding over afstudeereisen, de indeling van je scriptie, de opbouw van je scriptie, de hoofdstukindelingen? Verzamel alle informatie die je opleiding over de scriptie aanbiedt en neem deze door tot het glashelder is wat er van je wordt verwacht.
Stap 5. Neem drie vellen paper en schrijf er A, B, en C op. Op vel A schrijf je alles wat je móét, dus alles wat je nodig hebt om je scriptie af te maken. Denk bijvoorbeeld aan een methodenhoofdstuk, want zonder dat hoofdstuk kun je niet afstuderen. Op vel B schrijf je alles wat andere zwakke punten kan compenseren. Denk bijvoorbeeld aan een extra goede methode. Op vel C schrijf je alles wat je zou wíllen doen, zoals een mooie afbeelding op de voorpagina toevoegen, of een leuk voorwoord schrijven. Zo creëer je drie verschillende to-do-lijsten.
Stap 6 is het maken van een planning. Veertien dagen achtereen zul je sprinten. Elke dag heb je zo’n negen uur waarin je kunt werken aan je scriptie. Heel veel meer kunnen mensen niet doen. Die negen uur verdeel je in blokjes van twintig minuten. Tussendoor plan je pauzes in waar je je ook aan houdt. Maak op deze manier een overzicht van blokjes in een agenda of een Word- of Excelbestand. De eerste anderhalve week plan je gedetailleerd in. In deze periode werk je aan het uitvoeren van to-do-lijst A. Verdeel de taken in kleine stapjes en verdeel deze over de blokjes. Alle extra dingen of ideeën die in je opkomen tijdens het uitvoeren van to-do-lijst A, noteer je meteen op lijst B of C. De tijd die je nog overhoudt, kun je besteden aan to-do-lijst B en vervolgens aan C.

Ga sprinten

Stap 7. Voer de planning voor de eerste anderhalve week uit. Na anderhalve week moet je to-do-lijst A af zijn. Je hebt nog een halve week over. Maak weer een planning op basis van de beschikbare negen uur per dag, verdeeld in blokjes van twintig minuten. Plan eerst to-do-lijst B in en daarna -als er nog tijd over is- to-do-lijst C. Als je wilt, mag je nu wat langere dagen gaan maken en eventueel wat minder slapen.

Tips voor de eerste anderhalve week

Houd jezelf scherp met de volgende tips voor de uitvoering van Plan A:

  • Alle extra dingen of ideeën die in je opkomen tijdens het uitvoeren van to-do-lijst A, noteer je meteen op lijst B of C.
  • Als je een onderdeel van je planning niet afkrijgt, laat je dat deel liggen en ga je door naar de volgende taak die op je planning staat. Waarom? Omdat je wel iets kunt inleveren als je alle afzonderlijke delen voor 80% af hebt, maar niets kunt inleveren als je enkel het geheel voor 80% af hebt, maar bijvoorbeeld het laatste hoofdstuk van je scriptie volledig ontbreekt.
  • Eet gezond en slaap voldoende. Waarom? Omdat je zonder goede nachtrust niet kunt presteren. Doe twee uur voordat je naar bed gaat, niets meer aan je scriptie, anders slaap je slecht. Meer dan negen uur per dag aan je scriptie werken en minder dan acht uur slapen doe je in deze anderhalve week nog niet, anders houd je het sprinten niet twee weken vol.

Bonustip: Neem scriptiebegeleiding

Moet je snel klaar zijn? Met de scriptiebegeleiding van Studiemeesters kom je vooruit! Iedere student van elke opleiding kan zich inschrijven voor extra scriptiebegeleiding. Het maakt niet uit hoe ver je bent of hoeveel tijd je nog hebt. Met de juiste uitleg en een flinke stok achter de deur boek je in korte tijd grote vooruitgang.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Scriptie afronden – tips van een ervaren scriptiebegeleider

Scriptiebegeleider Ivar spreekt veel studenten die hun scriptie aan het afronden zijn. Hij heeft altijd goede raad voor studenten die vlak voor hun scriptiedeadline zitten.

Ivar, wat is jouw tip voor het afronden van een scriptie?

Een tip die ik vroeger als student kreeg van mijn begeleider is me altijd bijgebleven. Nu ik zelf scriptiestudenten begeleid komt deze tip weer goed van pas. Mijn motto is: ‘The first virtue of a thesis is that it is done!’

ivars-motto-tegen-perfectionisme

Voor welke studenten is dit een goede tip?

Dit is een mooi motto voor perfectionistische studenten die vaak het gevoel hebben dat het nog niet goed genoeg is. Deze studenten besteden te veel tijd aan het herschrijven en teruglezen van tekst. Door de focus op details worden de hoofdzaken (zoals de naderende deadline) niet meer onderscheiden van de bijzaken.

Wat betekent het precies?

Als de deadline van een paper, essay of scriptie dichterbij komt, kun je op een gegeven moment stellen dat de kwaliteit van het geleverde werk ondergeschikt raakt aan het afkrijgen van de opdracht. Als je de opdracht niet af krijgt, kan er immers niets beoordeeld worden en heb je het hoe dan ook niet gehaald.

Wat moet iemand doen om het af te ronden?

Ik zeg altijd: Het feit dat je zoveel met details bezig bent geeft aan dat je goed weet waar je mee bezig bent en goed in de stof zit. Vlak voor de deadline moet je die kennis inzetten om de opdracht af te ronden. Je mag erop vertrouwen dat je voldoende kennis hebt om dat te doen!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Scriptiebegeleider Marianne vertelt

Zelfstandig ondernemer Marianne heeft veel ervaring, zowel in de praktijk als binnen het onderwijs. Zo was ze werkzaam als communicatieadviseur, hbo-docent en studiecoördinator. Bij Studiemeesters Eindhoven is Marianne studiedagbegeleider en scriptiebegeleider.

Hoe ben je scriptiebegeleider geworden?

Per toeval werd ik scriptiebegeleider. Het begon toen ik als studieloopbaancoach zo’n 17 studenten begeleidde. In die tijd kreeg de hogeschool waar ik werkte problemen en werden de normen telkens verhoogd. De groep studenten die ik als SLB-er begeleidde liep daar tijdens het scriptieproces tegenaan. Ze waren gewend om op pragmatische wijze een tekst te schrijven. Nu moest er opeens op academische wijze onderzoek worden gedaan. Studenten kwamen naar me toe omdat ze de feedback en de uitleg van de scriptiedocenten niet begrepen. Dat begon met één, twee studenten tot ik op een gegeven moment bijna de hele klas begeleidde. Enkele studenten dreigden uit te vallen en hadden structureel extra scriptiehulp nodig. De opleiding benaderde mij daarvoor. Zo ben ik van lieverlee scriptiebegeleider geworden. Toen ik later mijn eigen onderneming in personal branding begon, waren er nog steeds studenten die me benaderden voor scriptiehulp. Zo ben ik scriptiebegeleider gebleven.

Wat vind je leuk aan het werk?

De diversiteit maakt het werk uitdagend. Je ziet als scriptiebegeleider veel verschillende studenten. Ze hebben allemaal hun eigen verhaal. Je moet telkens opnieuw nagaan wat iemand nodig heeft. Daar pas je je begeleiding op aan en daardoor is elk begeleidingstraject weer anders. Ik vind het ook bijzonder om te ervaren dat je hecht samenwerkt. In een relatief korte periode bouw je een intensieve samenwerkingsrelatie op waarmee je een student echt vooruit helpt. Maar de leukste momenten in mijn werk zijn toch de momenten waarop studenten slagen. Je ontmoet studenten in een bepaalde levensfase. Ze staan op het punt om van jongvolwassenen naar volwassen te gaan, maar kunnen die stap nog niet zetten, omdat ze de scriptie niet af krijgen. Als ze slagen, valt een last van hun schouders. Je hoort ze bijna denken: “Ik kan het wel. Zie je nou wel. Ik had alleen even een andere insteek nodig.” Prachtig.

Wat typeert jou als scriptiebegeleider?

Je zou me kunnen omschrijven als een strikte begeleider met een warm hart. Strikt wil zeggen dat ik duidelijk en direct ben. Het is voor mijn studenten helder waar we het in begeleiding over gaan hebben en wat we gaan doen. Er wordt stapsgewijs gewerkt, want ik besteed veel aandacht aan structuur. Het is belangrijk dat er structuur in het verhaal van de student komt. Daarnaast ben ik een begeleider met een warm hart, want ik bied altijd een luisterend oor. Ik heb veel sympathie voor de student. Ze voelen dat ik aan hun kant sta. Ik heb begrip voor de situatie en dat geeft veel ruimte. Ik help een student zich weer veilig voelen, zodat hij weer in staat is om het op te pakken.

Waarvoor kunnen studenten bij jou terecht?

Ik geef studiedagen en scriptiebegeleiding in Eindhoven. Op studiedagen werken studenten onder begeleiding met een planning in een rustige zaal. Dat voorkomt studieontwijkend gedrag en het versterkt de motivatie en concentratie. Studenten kunnen ook bij mij terecht voor scriptiebegeleiding. Aanleiding voor scriptiebegeleiding kan bijvoorbeeld zijn dat je vastzit en weer vooruit wilt, dat je behoefte hebt aan verduidelijking van feedback en opmerkingen van de opleiding of dat je wilt sparren over business-gerelateerde scriptie-onderwerpen. Wat de aanleiding ook is, ik zorg ervoor dat studenten van stilstand weer in de eerste versnelling komen en dat ze goed begrijpen wat hun opleiding van ze verwacht.

Waar maak jij je hard voor?

Ik zou me hard willen maken voor meer ruimte. Onderwijsinstellingen mogen wat mij betreft meer ruimte aan studenten geven om extra begeleiding in te zetten. Het zou zinvol zijn om daar een beter gesprek over te hebben met elkaar en daarbij de vraag te stellen, “Wat verwachten we nu eigenlijk van een hbo-student? Wat is realistisch?“ Daarnaast zou ik graag zien dat er weer meer ruimte komt voor de ontwikkeling van studenten. Als er tijdens de studieloopbaan meer ruimte is om adem te halen, dan zal dat ten goede komen aan de persoonlijke ontwikkeling.

Wat is de beste raad die je aan studenten kunt geven?

De beste raad die ik heb is, “Vraag op tijd om hulp.” Aan de ene kant ‘moet je het zelf kunnen,’ maar aan de andere kant sluit dat niet uit dat het voor iedereen zinvol is om te sparren met anderen. Ik zie vaak dat studenten aarzelen om dat te doen. Ze zijn bang om vragen te stellen of vinden het oncomfortabel om zichzelf als onwetend op te stellen. Maar hoe meer je in gesprek gaat met anderen, hoe meer je je eigen kennis kan ontwikkelen en kunt koppelen aan de kennis van iemand anders. Spar daarom met zoveel mogelijk mensen; van je ouders en je vrienden tot aan je buurman. Durf daarbij een beetje kwetsbaar te zijn en begin er meteen mee. Als je vanaf het begin van je scriptietraject vragen stelt, dan weten mensen waar je mee bezig bent en krijg je allerlei input. Dat werkt veel beter dan wanneer je in je eentje probeert uit te vogelen wat je gaat onderzoeken. Daarom is mijn goede raad: stel vanaf het eerste moment zoveel mogelijk vragen aan zoveel mogelijk verschillende mensen. En als er niemand in de buurt is om vragen aan te stellen, dan kom je naar Studiemeesters.


Nieuwsgierig naar Studiemeesters? Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Floor goes scriptiebootcamp!

“Bootcamp is geen straf, hoor.” Floor ziet de humor ervan in: “Je hebt wat gezelligheid van mede-scriptieslachtoffers die er op dezelfde manier in staan als jij. Daardoor is het minder vervelend om aan je scriptie te werken.” Wanneer is het leuk? Als je vooruitgang boekt. En dat lukt wel met bootcamp.

De scriptie moet snel af

Floor, die Hotel Business Administration studeert aan Hotelschool The Hague, is één van de eerste deelnemers aan het scriptiebootcamp. Ze onderzoekt de service productivity van Burger King in Oslo, in Calais en op Schiphol. Over een maand begint ze aan de master Marketing van Nyenrode, dus de scriptie móét deze zomer af. Omdat haar stage erop zit, heeft ze eindelijk tijd om volop te bootcampen.

Discipline en focus

“Hele dagen aan je scriptie werken is wezenlijk anders dan na afloop van een stagedag nog zoveel mogelijk proberen te doen”, zegt ze. “En een gestructureerde studieomgeving maakt ook een wereld van verschil. Je wordt bij Studiemeesters niet telkens gevraagd voor een sigaretje of een koffiepauze, want je werkt met een vast schema en alle studenten willen hard werken. De discipline van zo’n dag is enorm aantrekkelijk. De focus die je dan krijgt is niet te vergelijken met je concentratielevel thuis of in de bibliotheek.”

Floor goes scriptiebootcamp
Floor is hard op weg naar de finish!

Scriptiebootcamp ’the extended version’

Floor is zo enthousiast dat ze haar bootcamp uitbreidt met een extra studiedag. “Gedurende de dag komt de studiedagbegeleider steeds even checken of je vooruitgang boekt. Als blijkt dat je vastzit of op een zijspoor bent beland, zet hij je meteen weer op het rechte spoor. Daardoor heb ik vandaag vreselijk veel kunnen doen.”


Nieuwsgierig naar Studiemeesters? Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Interview met officemedewerker Hilde

Als je Studiemeesters belt, dan is de kans groot dat je Hilde aan de lijn krijgt. Als officemedewerker staat zij klaar voor alle studenten van alle vestigingen van Studiemeesters.

Waarvoor mogen studenten je bellen?
Studenten mogen mij altijd bellen, voor bijna alles! De meeste vragen van studenten gaan over het maken of verplaatsen van afspraken. Zulke eenvoudige vragen mogen ze trouwens ook mailen, want per mail krijgen ze net zo snel antwoord. Maar als je iets grotere vragen hebt, meer informatie wilt of wat advies nodig hebt, dan bellen we even.

Wat vind je daarbij belangrijk?
We kunnen samen bedenken wat voor jou het beste werkt. Daarbij doe ik ook suggesties: Wil je je afspraak van morgenavond afzeggen? Kunnen we dan misschien alternatieven bedenken? Je wilt tenslotte wel een stok achter de deur. Ik wil er altijd voor zorgen dat studenten de begeleiding krijgen die ze nodig hebben om hun deadline te halen.

Waarvoor kunnen ze je nog meer bellen?
Studenten bellen me ook als er iets onverwachts is gebeurd. Heb je bijvoorbeeld feedback gekregen en is die rauw op je dak gevallen? Bel maar even. Of je nou veel of weinig feedback krijgt, op het moment dat je het voor het eerst onder ogen krijgt en nog niet weet wat het betekent, dan lijkt het verschrikkelijk veel. Als je bij Studiemeesters je feedback interpreteert en bespreekt hoe je het kunt verwerken, dan valt het vaak mee. Een extra afspraak met je scriptiebegeleider kan daarom de moeite waard zijn. Daarnaast kan ik je meteen wat tips en trucs meegeven voor het gesprek met je docent.

Hoe zou je jouw functie als officemedewerker in drie zinnen omschrijven?
Ik ben een vraagbaak, voor studenten en voor begeleiders. Mijn doel is de juiste combinatie van student en begeleider bij elkaar krijgen op de juiste tijd en de juiste plek. Als dat is gelukt, ben ik tevreden.

Wat is er zo leuk aan deze functie?
Ik spreek elke dag studenten die bezig zijn met de afronding van een belangrijke fase. Het is ontzettend gaaf om hun successen van dichtbij mee te maken. Ik sta er om bekend dat ik opspring van mijn bureaustoel als een student belt om te vertellen dat hij net is afgestudeerd. Dat geeft zoveel voldoening. Daar doen we het allemaal voor. Ik sta nog net niet op de tafel te dansen.

Heb je nog een goede tip voor studenten?
Bijna iedereen komt in zijn opleiding een minder leuke periode tegen, als gevolg van een moeilijk vak of een scriptie waar je als een berg tegen op kijkt. Zo’n minder leuke periode is best zwaar. Als je er middenin zit, dan kun je dat nauwelijks nuanceren: Je kunt je soms niet voorstellen dat je het ooit zult halen. Maar ik spreek veel studenten die net goed nieuws hebben gehad. Ook die studenten dachten vier weken geleden nog dat ze er nóóit zouden komen. Neem daarom van mij aan dat jij er ook wel komt. Accepteer daarom dat het vervelend voelt en zet door. Als het achter de rug is, dan ben je verbazingwekkend snel vergeten dat je je ooit zo rot voelde. Tot dat moment is mijn advies: Er zijn mensen die je kunnen helpen, in je eigen omgeving, bij ons of allebei. Maak daar gebruik van!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Aan de slag! Een manier om te ‘kickstarten’

Je wilt werken aan een opdracht of leren voor een tentamen, maar je raakt afgeleid. Hoe slaag je erin om te beginnen? Hieronder leggen we in vier stappen de kickstart-methode uit. Gebruik deze methode als je begint aan een opdracht of als je tijdens het studeren je focus verliest.

Stap 1: Ga ‘Cold Turkey’

Afleiding kun je blokkeren, letterlijk. Er zijn meerdere softwareprogramma’s die je kunnen beschermen tegen externe afleiding op je laptop en je mobiel. Een goed programma is Cold Turkey. Deze app kun je hier hier gratis downloaden. Installeer Cold Turkey op je telefoon en je laptop en blokkeer vervolgens de websites en apps die jou het meest afleiden. Denk daarbij aan:

• Facebook
• Netflix
• YouTube
• 9GAG
• WhatsApp (ook blokkeren op je laptop!)
• Nu.nl
• e-mail
Je e-mail blokkeren is optioneel. Je hoeft die niet op de lijst te zetten als je écht denkt dat je hem nodig gaat hebben tijdens het studeren.

Stap 2: Sluit alle vensters

Om een kickstart effectief te laten werken is het essentieel dat je alles wat er op je laptop gebeurt afsluit. Sluit Word-bestanden, muziek en alle internetvensters. Probeer een helemaal ‘schone’ laptop te krijgen. Om het gevoel van een frisse start te krijgen is het een aanrader om je desktop ook op te ruimen. Onderschat het effect hiervan niet. Op deze manier krijg je het overzicht weer terug.

Stap 3: Wat ga je doen?

Werk niet aan meerdere opdrachten tegelijkertijd. Het werken aan meerdere opdrachten tegelijk is een recept om snel afgeleid te worden. Als je meerdere opdrachten moet doen, maak dan een lijst en orden deze. De belangrijkste opdracht zet je bovenaan en vanaf daar werk je naar beneden. Als je een langetermijnplanning hebt, dan kun je deze raadplegen.
Als je uit ervaring weet dat jij niet té lang aan één opdracht kunt werken, dan reserveer je verschillende tijdsblokken voor verschillende opdrachten. Werk met maximaal vier blokken op één dag. Op deze manier werk je wel aan meerdere opdrachten, maar ligt de focus tijdens een blok op slechts één opdracht. Je aandacht blijft daardoor gericht.

Stap 4: Schrijf een halve pagina

Alle externe prikkels die je kunnen afleiden van je laptop of telefoon zijn nu weg. Nu kun je aan het werk! Of je nou een opdracht moet schrijven of samenvattingen voor een tentamen moet maken: probeer de eerste zinnen op papier te zetten. Als je denkt dat het je niet lukt om een halve pagina te schrijven, probeer dan ten minste enkele zinnen op te schrijven.

Belangrijk bij deze stap is dat je niet te kritisch bent op wat je schrijft. De eerste zinnen zijn nooit helemaal goed, maar dat geeft niet. Het zijn niet voor niets je eerste zinnen! Je kunt ze altijd later nog verbeteren, maar zorg dat je in elk geval je tekst op de rails krijgt. Vaak merk je pas tijdens het schrijven welke richting je op wilt gaan. En als je dat eenmaal weet, wordt het schrijven zelf ook makkelijker.

Tot slot

Als je eenmaal de eerste zinnen op papier hebt en je merkt dat je lekker aan het schrijven bent, vergeet dan niet regelmatig een pauze te nemen (om de anderhalf tot twee uur). Dat kan bijvoorbeeld met behulp van Cold Turkey, dat je de mogelijkheid biedt een tijd in te stellen. Schrijf niet te lang achtereen, want dan loop je het risico dat je (te) veel energie verbruikt en uiteindelijk je focus verliest.

Heel veel succes!


Vlot en doelgericht schrijven kun je leren. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Structuur aanbrengen in je scriptie

Tijdens het schrijven verlies je gemakkelijk het overzicht. In deze blog wordt uitgelegd hoe je een duidelijke structuur in je scriptie aanbrengt. We bespreken de structuur van groot naar klein, van het gebruik van een hoofdstuk naar een enkele zin.

Hoofdstukken

Aanwijzingen over de indeling van je hoofdstukken vind je vaak terug in je scriptiehandleiding. Tip: print de scriptiehandleiding uit, lees hem goed door en stop hem in je tas. Hier kun je altijd op terugvallen als je geen goed overzicht meer hebt. Aanvullende informatie over mogelijke hoofdstukindelingen vind je in scripties van studiegenoten, via scriptiebanken, en in onze blogpost over de structuur van de hbo-scriptie.

Op basis van deze informatie bedenk je welke hoofdstukken jij nodig hebt en maak je een inhoudsopgave (table of contents). Ook al weet je niet precies hoe je elk hoofdstuk gaat noemen of wat de precieze inhoud wordt, een duidelijke inhoudsopgave helpt het overzicht te houden. Op YouTube staan verschillende filmpjes die in een paar minuten laten zien hoe je in Word een goede inhoudsopgave maakt.

Paragrafen

Een hoofdstuk bestaat doorgaans uit meerdere paragrafen. Het methodologie-hoofdstuk bestaat bijvoorbeeld meestal uit een paragraaf over de verschillende onderzoeksmethoden en een paragraaf over betrouwbaarheid en validiteit. Neem ook deze paragrafen op in je inhoudsopgave, want dan kun je met een klik op de (muis)knop van hier naar de juiste paragraaf springen.

Essentieel bij het goed gebruiken van paragrafen is de volgorde. Probeer na te denken over de vraag waarom bepaalde paragrafen eerst komen en andere later. Voornamelijk bij het theoretisch kader en de besprekingen van je onderzoeksresultaten is de volgorde van de paragrafen erg belangrijk. Waarom komt het ene theoretische concept voor het andere? Zouden ze ook omgedraaid kunnen worden?

Alinea’s

Een paragraaf bestaat uit meerdere alinea’s. De inleiding, bijvoorbeeld, beslaat doorgaans vier tot zes alinea’s. Het aantal zinnen per alinea verschilt vaak per auteur, maar een waslijst aan ‘eenzinsalinea’s’ is niet mooi. Daarentegen is een hele pagina zonder onderbreking ook niet erg fraai. Over het algemeen bevat een alinea tussen de vier en acht zinnen. Probeer je in één alinea te beperken tot één onderwerp. Als je er twee behandelt, probeer dan ook beide onderwerpen in één duidelijke eerste zin te noemen. Lukt dat niet, dan kun je erover denken om toch maar twee afzonderlijke alinea’s te gebruiken.

Zinnen

De eerste zin van een alinea wordt ook wel een key sentence genoemd. In deze zin (de belangrijkste van een alinea) beschrijf je de kerngedachte van de alinea. Neem bijvoorbeeld de volgende key sentence: ‘Morgen wordt een mooie dag.’ Hoe deze dag er precies uit gaat zien wordt in de alinea verder uitgewerkt: daarin wordt verteld over de geringe hoeveelheid wind en wolken en de uitbundige zonneschijn die voor morgen verwacht wordt.

De overige zinnen van de alinea dienen dus ter verduidelijking van de eerste zin. De middelste zinnen kunnen het punt aansterken, verduidelijken, uitleggen, illustreren, etc. De laatste, afsluitende zin kan zowel een slot zijn van deze alinea als een bruggetje naar de volgende. Net als bij de volgorde van de paragrafen in je hoofdstuk probeer je ook na te denken over de volgorde van de zinnen in je alinea. Ga na welke zinnen ter verduidelijking dienen en welke ter afronding.

Van zinnen terug naar hoofdstukken

Dankzij het gebruik van de key sentence wordt duidelijk wat je wilt bespreken in een alinea. De key sentences van meerdere alinea’s tonen de structuur van een paragraaf. In het geval van deze blog zou je het volgende overzicht krijgen:

  1. Aanwijzingen over de indeling van je hoofdstukken vind je vaak terug in je scriptiehandleiding.
  2. Op basis van deze informatie bedenk je welke hoofdstukken jij nodig hebt en maak je een inhoudsopgave.
  3. Een hoofdstuk bestaat doorgaans uit meerdere paragrafen.
  4. Essentieel bij het goed gebruiken van paragrafen is de volgorde.
  5. Een paragraaf bestaat uit meerdere alinea’s.
  6. De eerste zin van een alinea wordt ook wel een key sentence genoemd.
  7. De overige zinnen van de alinea dienen ter verduidelijking van de eerste zin.
  8. Dankzij het gebruik van de key sentence wordt duidelijk wat je wilt bespreken in een alinea.

Door het uitschrijven van de key sentences is er nu een duidelijk overzicht (en samenvatting) van de hele blog ontstaan. Als je tijdens het schrijven van je scriptie door de bomen het bos niet meer ziet, open dan een nieuw document en kopieer daar alle key sentences van de paragraaf in. Zo schrijf je van zin, naar alinea, naar paragraaf en uiteindelijk weer terug naar je hoofdstuk.

Succes met het schrijven!


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Malou gaat naar Studiemeesters

Malou studeert Commerciële Economie voor Toekomstige Ondernemers aan de HvA. Ze meldde zich aan voor scriptiebegeleiding om de vaart erin te krijgen. Een week voor haar deadline vertelt ze ons over haar ervaring met de studiebegeleiding van Studiemeesters.

Waarom meldde jij je aan?
‘Speeltuin Amsterdam is veel te leuk. Als ik geen studiedagen volg, dan doe ik helemaal niets’, lacht Malou. ‘Daarom neem ik studiebegeleiding.’

Waarom werken studiedagen voor jou?
‘Je hoeft je bij Studiemeesters niet beter voor te doen dan je bent, want als je vastloopt weten ze wat je nodig hebt. Ze merken bijvoorbeeld dat je telkens gaar bent in de middag. Dan geven ze je oplossingen, zodat je het voortaan volhoudt tot vijf uur. Bij mij werkt een extra pauze met een wandeling om drie uur heel goed.’


Neem je begeleiding in Amsterdam of bij een andere vestiging?

‘Tot nu toe nam ik telkens begeleiding in Amsterdam, maar morgen maak ik een uitstapje naar een andere vestiging. Daar is Sander studiedagbegeleider. Vorige week nam ik bij hem een bijles in het schrijven van adviesrapporten. Daarom wil ik mijn adviesrapport op één van zijn studiedagen uitwerken.’

Heb je er zin in?
‘Ik ben benieuwd naar de sfeer van de andere vestiging. Die is vast net zo positief als in Amsterdam. Ook hoop ik dat er goede koffie in de buurt is, want daar kan ik niet zonder. Wist je dat ik vorig jaar een koffiebar in Amsterdam Oost opzette? Dat vond ik een stuk leuker dan een scriptie schrijven. Al merk ik nu dat ik echt veel voor elkaar krijg in één maand. Als het goed gaat, is zelfs het schrijven van een scriptie best leuk.’

Malou

Malou


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Betrouwbaarheid en validiteit: het verschil

Betrouwbaarheid en validiteit zijn lastige, maar belangrijke onderzoeksbegrippen, ook bij scripties. Neem even de tijd om je in deze begrippen te verdiepen, zodat je ze begrijpt.

Betrouwbaarheid

In de context van een onderzoek heeft het begrip betrouwbaarheid (Engels: reliability) betrekking op de manier van meten. Een betrouwbare meetmethode leidt tot accurate uitkomsten en kenmerkt zich vaak ook door een redelijke verdeling van de meetresultaten.

Om de betrouwbaarheid van je onderzoek te bepalen beantwoord je de vraag: “Als ik hetzelfde nog een keer zo zou onderzoeken en de omstandigheden zijn niet veranderd, krijg ik dan dezelfde uitslag?” Een betrouwbaar onderzoek is dus reproduceerbaar.

Validiteit

Validiteit (validity) betekent dat je daadwerkelijk het verschijnsel meet dat je beoogt te meten. Wanneer je bijvoorbeeld een fenomeen als ‘vertrouwen’ wilt meten, zul je moeten nagaan of het instrument dat je daarvoor wilt gebruiken, ook echt geschikt is voor dat doel.

Om de validiteit van je onderzoek vast te stellen geef je antwoord op de vraag: “Is de manier waarop ik mijn onderzoek in de praktijk heb uitgevoerd, ook werkelijk de beste manier om mijn hoofd- en deelvragen te beantwoorden?”

Hoe moet ik me het verschil voorstellen?

Visueel kun je je het verschil voorstellen als een schietschijf waarop je het midden probeert te raken (zie afbeelding). Een betrouwbaar, maar niet valide onderzoek heeft consistente uitslagen, maar geeft geen precies beeld van het verschijnsel dat je hoopte te meten.

schietschijf

Bron afbeelding: www.columbia.edu

Een voorbeeld

Stel: Een onderzoekster wil weten hoe vaak mensen rommel op straat gooien en benadert daartoe op een drukke zaterdagmiddag in een winkelcentrum rechtstreeks een aantal respondenten met de vraag of zij zich hieraan weleens schuldig maken. De vraag leidt telkens tot hetzelfde antwoord: de overgrote meerderheid van de respondenten zegt dit niet te doen. Toch blijkt aan het einde van de middag de straat vol te liggen met kauwgomresten, papiertjes, stokjes, blikjes en plastic bekers. De respondenten hebben slechts sociaal wenselijke antwoorden gegeven toen hun op de man af werd gevraagd of zij weleens rommel op straat gooiden. De kans is groot dat de enquête, wanneer ze werd herhaald, opnieuw tot dezelfde resultaten zou leiden; in die zin is het een betrouwbaar instrument. Maar het onderzoek is niet valide, omdat het geen antwoord geeft op de gestelde onderzoeksvraag.

Een ander voorbeeld

Stel: Op de afdeling Neonatologie van een ziekenhuis meet men de lichaamstemperatuur van pasgeboren baby’s. Daarbij wordt gebruikgemaakt van vijf oude thermometers, die een afwijking hebben tot twee graden Celsius gemiddeld. In dat geval is het meetinstrument niet betrouwbaar en kan het ziekenhuis beter andere thermometers kopen. De uitslagen zullen bij herhaling wel telkens rond een verwachte waarde bewegen (van twee graden onder de werkelijke temperatuur tot twee graden erboven), maar de uitslagen zijn niet betrouwbaar genoeg om er uitspraken op te baseren.

Waarom is het belangrijk voor je onderzoeksverslag of scriptie?

De kern is: Als je iets meet, moet je nadenken over zowel de betrouwbaarheid als de validiteit van je meetinstrument. Meestal kun je dingen niet rechtstreeks meten, omdat je te maken hebt met abstracte concepten (zoals “vertrouwen”, “welzijn”, “aankoopbereidheid”, “discriminatie”, “bedrijfsperformance”). Denk van tevoren goed na over hoe je die concepten gaat meten, want er zijn vaak meer manieren mogelijk die alle hun betrouwbaarheids- en validiteitsproblemen hebben.

Ga ik zakken op betrouwbaarheid en validiteit?

Problemen met betrouwbaarheid en validiteit zijn nooit helemaal te voorkomen. Onderzoek is nooit 100% betrouwbaar of valide. Onvolledige betrouwbaarheid en validiteit is dus geen reden om je onderzoek in de prullenmand te gooien. Wat je wel moet doen, is het volgende: Wees eerlijk over de betrouwbaarheid en de validiteit van je onderzoek en rapporteer dit (vooraf) in je methodesectie en (achteraf) in je discussie.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Niet geschikt voor je studie? Drie tegenargumenten

Heb jij soms het gevoel dat je niet echt thuishoort op je studie? De specialisten van Studiemeesters leggen met drie goede tegenargumenten uit waarom dit gevoel onjuist is.

Tijdens studiebegeleiding horen onze specialisten studenten regelmatig hardop twijfelen. “Ik denk dat ik niet thuishoor op de universiteit”, zeggen ze dan. Meestal worstelen deze studenten met hun scriptie of met een moeilijk tentamen. Daarbij zien ze studiegenoten gemakkelijk en snel afstuderen, ogenschijnlijk zonder moeite. Dat steekt en het geeft het gevoel dat er met jou iets mis is. “Ik ben bang dat ik op een dag door de mand val, dat mijn begeleider zegt: jij bent te dom voor een studie.” Maar onze specialisten kennen de studenten goed en weten dat dit gevoel meestal onjuist is. Ze geven studenten drie goede tegenargumenten:

1. Je weet niet hoe anderen hebben geworsteld

Vergelijk nooit je eigen binnenkant met iemand anders’ buitenkant. Je vrienden zetten hun afstudeerfoto’s of hun enorm hoge cijfers op Facebook en Instagram, maar zelden delen ze hun paniek over de scriptie. Je ziet dus alleen de positieve hoogtepunten! Misschien zaten zij net zo hard te worstelen als jij, maar dat hebben ze je niet verteld.

Tip: Vraag eens aan anderen wat zij moeilijk vinden.

2. Slimme mensen hebben vaak het gevoel dat ze het eigenlijk niet kunnen

Slimme mensen denken vaak dat ze niet thuishoren waar ze zitten: het impostor syndrome heet dat, het idee dat je niet goed genoeg bent voor je studie of je scriptie en het een kwestie van tijd is voordat anderen er ook achter komen.

Tip: Bedenk je, zelfs grote kunstenaars en wetenschappers hebben last van het impostor syndrome!

3. Je bent al zo ver gekomen!

Je bent al zo ver, je hebt je eindexamen gehaald, of je hebt je eerste jaar gehaald, of je hebt de meeste vakken al afgerond – als je tot hier kon komen, kun je ook verder. Zorg er alleen voor dat je de juiste steun krijgt van je begeleider, je omgeving, of van ons.

Tip: Zet eens op een rij wat je de afgelopen jaren allemaal hebt gepresteerd.


Studiebegeleiding op maat past altijd. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

De balans, kernbegrip in bijles boekhouden en accounting

De balans vormt de basis van ons boekhoudkundig systeem. Maar wat is een balans nu eigenlijk? Als je net begint met boekhouden, kan het lastig zijn om je een voorstelling te maken bij dit abstracte concept. Een uitleg ‘in gewone woorden’ komt dan goed van pas. Specialist Sander van Luit geeft ons zo’n uitleg, zoals hij dat in zijn bijles boekhouden en accounting voor Studiemeesters regelmatig doet. Wil jij ook goed begrijpen wat een balans precies is? Lees dan verder.

Waarom moet je de balans goed kennen?

‘Je moet de balans goed kennen omdat het de basis vormt van elke boekhouding’, benadrukt Sander tijdens zijn bijlessen. ‘Boekhouden houdt feitelijk in dat je de balans continu aan het updaten bent. Er wordt bijgehouden hoeveel je hebt aan bezittingen en hoeveel je hebt aan schulden, zodat je weet wat je nog krijgt van klanten en wat je nog moet betalen aan leveranciers. Uit de balans volgt een resultatenrekening waarmee je de omzet, kosten en winst kunt berekenen.’

Wat is er moeilijk aan de balans?

‘De balans is best een abstract begrip. In principe is het gewoon een lijstje met posten met bedragen erachter, maar zonder bijles is het moeilijk om je voor te stellen wat het nu eigenlijk betekent. Daardoor kun je de theorie lastig onthouden en kun je haar niet goed toepassen in oefenopgaven. Feitelijk zit er een heel boekhoudsysteem achter de balans. Als je er al lang mee werkt, is dat systeem heel logisch, maar als beginner zul je moeite moeten doen om het onder de knie te krijgen. Gelukkig loont het de moeite, want als je het begrijpt, wordt het een logisch systeem’, aldus Sander.

Wat is de balans nu eigenlijk?

‘In een bedrijf moet elke uitgegeven euro verantwoord worden. Daarvoor wordt de balans gebruikt. Een balans heeft twee kanten, net zoals een medaille twee kanten heeft. Een balans bestaat uit twee kolommen die naast elkaar staan. Elke euro die in het bedrijf zit, staat twee keer op de balans: eenmaal wordt vermeld waar de euro aan besteed is, en eenmaal wordt vermeld waar de euro vandaan is gekomen. Waar de euro aan besteed is, staat in de linkerkolom, want daarin staan alle bezittingen.’ Voorbeelden van bezittingen die Van Luit tijdens zijn bijlessen noemt, zijn auto’s, machines, gebouwen en geld. ‘De herkomst van de euro kun je vinden in de rechterkolom van de balans, die aangeeft waar het geld voor de bezittingen vandaan is gekomen. Denk bijvoorbeeld aan geld dat de eigenaar in het bedrijf heeft gestoken, geld van de bank of geld van een andere partij.’

Hoe omschrijf je dit in boekhoudkundige termen?

‘De linkerkolom is de debetkant. De bezittingen die hierin staan, worden de activa van een bedrijf genoemd. De activa zijn dus bezittingen zoals bankrekeningen, voorraden, nog te ontvangen geld van klanten, machines, gebouwen en auto’s.
De rechterkolom is de creditkant. Hierin staan de passiva. Deze laten zien wie degenen zijn die het geld voor de activa binnen hebben gebracht. Dit kunnen de eigenaren zijn (dan is er sprake van eigen vermogen) en personen en organisaties die geen eigenaar zijn (vreemd vermogen).’

Hoe krijg ik de balans onder de knie?

‘In het begin ken je het volledige systeem nog niet en zul je gewoon moeten aannemen dat het systeem op deze wijze wordt gebruikt. Bepaalde posten horen nu eenmaal links op de balans te staan en andere posten rechts. Leer het uit je hoofd, want je zult het niet vanzelf onthouden. Beginnen met boekhouden is dus een kwestie van heel veel uit je hoofd leren. Daarna is het zaak om veel te oefenen met de dingen die je uit je hoofd hebt geleerd. Door de theorie veelvuldig te oefenen ga je het systeem begrijpen. Maak dus zoveel mogelijk oefenopgaven en voorbeeldtentamens. De logica volgt dan vanzelf, maar in het begin moet je door de zure appel heen bijten en moet je aannemen, stampen en oefenen.’

Wat moet je meteen uit je hoofd leren voor een tentamen boekhouden?

‘Leer uit je hoofd op welke plek in de balans bepaalde posten horen te staan. Zorg ervoor dat je de categorieën aan beide kanten van de balans kent en weet wat eronder valt. Je moet van elke post begrijpen wat hij betekent. Concrete zaken als een auto of machine kun je je gemakkelijk voorstellen, maar er zitten ook heel abstracte begrippen tussen waar je je niet direct een voorstelling bij kunt maken. Denk bijvoorbeeld aan een post vooruitbetaalde kosten. Dat betekent dat je hebt betaald voor iets wat je later gebruikt. Neem bij het leren de tijd om je voor te stellen wat zo’n post in de praktijk inhoudt.
Het is trouwens ook belangrijk om te weten hoe de boekhouding gedurende een heel jaar wordt bijgehouden. Probeer een beeld te krijgen van wat accountants nu eigenlijk doen en zorg ervoor dat je de regels kent die daaraan verbonden zijn.’

Wat is het nut van bijles boekhouden en accounting?

‘Wil je goed worden in boekhouden en accountancy? Neem dan bijles, want de studiebegeleiders van Studiemeesters zorgen ervoor dat de theorie tot leven komt. Het is soms moeilijk om grip te krijgen op de concepten die bij het boekhouden worden gebruikt. Je vraagt je dan af: “Wat zijn nu vooruitbetaalde kosten, wat zijn debiteuren, wat zijn crediteuren?” Maar tijdens een bijles ben je in gesprek over deze begrippen en daardoor komt de stof tot leven.’ Het helpt om je voor te stellen dat de balans betrekking heeft op je eigen –fictieve- onderneming. ‘Stel je voor dat jij een bedrijf hebt opgericht. Je hebt een klant die je product heeft ontvangen, maar pas over een aantal maanden zal betalen. Deze klant is dan een debiteur. Door je op deze wijze een voorstelling te maken van een begrip ga je de stof beter begrijpen en onthoud je het ook beter.’

Bijlessen in boekhouden en accounting kunnen gegeven worden op basisniveau, maar ook op masterniveau. Ook kun je – bijvoorbeeld wanneer je merkt dat je thuis te weinig oefent- naar Studiemeesters gaan voor studiedagen. De meeste studenten krijgen in één dag bij Studiemeesters meer gedaan dan in een week thuis.


Over Studiemeesters

Bij Studiemeesters krijg je privéles van experts met ervaring in zowel het onderwijs als de beroepspraktijk. In een vrijblijvend en kosteloos eerste gesprek maak je kennis met ons. Samen gaan we na op welke vlakken voor jou de meeste vooruitgang valt te boeken. Afhankelijk van wat precies hetgeen is waar je extra training voor wilt, maak je met je begeleider een plan dat precies past bij wat jij wilt bereiken.
Lees hier reviews van studenten over Studiemeesters.

Bijles bij Studiemeesters

Onze begeleiders letten erop dat studenten de stof goed begrijpen. Studenten krijgen de gelegenheid om zo veel vragen te stellen als ze willen. We kiezen het tempo en de manier van uitleggen die bij jou passen, net zo lang tot je de stof onder de knie hebt.

Studiemeesters besteedt (indien nodig) ook aandacht aan studievaardigheden. De belangrijkste studievaardigheden waar studenten bij Studiemeesters aan werken, zijn:
• discipline;
• het maken van een goede planning;
• het onderscheiden van hoofd- en bijzaken;
• tentamenvaardigheden.

Opleidingen en vakken

Bij de specialisten van Studiemeesters kun je onder andere terecht voor:

  • Bijles Bedrijfseconomie
  • Bijles Commerciële economie
  • Bijles Bedrijfskunde / Business Administration
  • Bijles Economie / Bijles Economics
  • Bijles Boekhouden
  • Bijles Externe verslaggeving
  • Bijles Bedrijfsadministratie
  • Bijles Management Accounting
  • Bijles Financial Accounting
  • Bijles Financial Management
  • Bijles Business planning
  • Bijles Finance
  • Bijles Investments

Staat jouw vak er niet bij? Neem dan contact op, want bij Studiemeesters kun je terecht voor bijles in bijna alle vakken die er zijn. Vele studenten komen naar Studiemeesters voor bijles en studiebegeleiding in een breed scala aan opleidingen en vakken.

Kom langs voor een gratis kennismaking!

Effectief studeren voor tentamens

Aan de twee beste technieken om tentamens goed voor te bereiden denken we veel te weinig.

Zo bereid je een tentamen NIET goed voor

Hoe studeer je het meest effectief voor tentamens? De meeste studenten beginnen drie weken van tevoren (of twee weken, of -nou ja, vooruit- één week) met het stampen van de leerstof. Voor veel studenten zal het een herkenbaar beeld zijn: tot laat in de avond vóór het tentamen ben je samenvattingen aan het lezen, en zelfs op de ochtend van het tentamen probeer je nog fanatiek formules, zinnen en rijtjes in je hoofd te proppen.

De meeste studenten weten niet dat deze technieken helaas helemaal niet werken. Sterker nog, ze werken averechts. Dat is de conclusie van een groep wetenschappers die onderzoek heeft gedaan naar de vraag hoe studenten hun stof het beste onthouden, en ook naar wat juist niet werkt (Dunlosky et al., 2013).

Welke methoden werken dus níét volgens de onderzoekers? Het markeren van stukken tekst in je boek blijkt helemaal niet effectief te zijn. Samenvattingen maken van je leerstof evenmin. En ook lezen en herlezen werkt slecht. De kans is groot dat jij één of meer van deze ineffectieve methoden gebruikt.

Zo bereid je een tentamen WEL goed voor

Slechts twee manieren van studeren zijn wél effectief: zelf je kennis testen en je tentamenstof uitspreiden.


Zelf je kennis testen
is verreweg de snelste manier om tentamenstof te memoriseren. Een toets voor jezelf maken is heel gemakkelijk:

  1. Bekijk oefententamens van het tentamen dat je moet maken.
  2. Schrijf op welke vorm die tentamens hebben. (Multiple choice? Open vragen? Cases?)
  3. Open je boek en begin met lezen.
  4. Probeer je in te leven in de vragen die de docent uit je boek zou halen om jou te toetsen, inclusief alle instinkers en foute antwoorden die je erbij kunt zetten.
  5. Maak de vragen een paar keer, en wissel je vragen uit met vrienden
  6. Succes met je tentamens!

Het maken van een planning vergt een beetje discipline, omdat je direct vanaf het begin van het blok of het semester al aan de slag moet. Want hoe eerder je begint, hoe gemakkelijker je de stof onthoudt. Met je zelfgemaakte toetsen kun je dan voor jezelf de stof met regelmatige tussenpozen, bijvoorbeeld één keer per week, herhalen. Door te werken met een planning, zorg je dat je de geleerde stof ook op de langere termijn vasthoudt. Ook deze methode bleek volgens de onderzoekers het meest bij te dragen aan het succesvol afronden van je tentamens.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan


Literatuur

Dunlosky, J., Rawson, K.A., Marsh, E.J., Nathan, M.J., & Willingham, D.T. (2013). Improving students’ learning with effective learning techniques: Promising directions from cognitive and educational psychology. Psychological Science in the Public Interest, 14(1), 4-58. Geraadpleegd op http://psi.sagepub.com/content/14/1/4.full?ijkey=Z10jaVH/60XQM&keytype=ref&siteid=sppsi

Hoe motiveer ik mijn studerende zoon of dochter?

Haalt uw zoon telkens zijn tentamens niet, hoe hard hij ook studeert? Of blijft uw dochter de scriptie maar uitstellen? Bent u bang dat uw kind de negatieve gevolgen moet dragen van het zakken voor tentamens en het langer studeren, zoals een negatief bindend studieadvies, een hoge studieschuld of een slechtere kans op de arbeidsmarkt? U bent niet de enige: veel ouders maken zich zorgen over de studieprestaties van hun kind. Daarom volgt hieronder, op verzoek, een uitleg over de redenen waarom studenten uitstellen, waarom uw kind u misschien niet vertelt dat het niet goed gaat, en wat u als ouder kunt doen om uw studerende zoon of dochter te motiveren.

Studieontwijkend gedrag

Het uitstellen van studeren of van het schrijven aan de scriptie wordt studieontwijkend gedrag, ofwel soggen, genoemd. Uitstelgedrag onder studenten is een veelvoorkomend probleem: in enquêtes zegt 85% van de studenten er last van te hebben in zo’n mate dat hun voortgang en studieprestaties eronder lijden. Dat het veel voorkomt wil natuurlijk niet zeggen dat het acceptabel is: een groot deel van de studenten die vol enthousiasme beginnen aan de studie raakt de motivatie gaandeweg kwijt en studeert niet af.

Daarbij is het nog van belang om te weten dat er verschillende typen uitstellers zijn. Vaak proberen ouders kun kinderen te motiveren op een manier die niet bij ze past. Dat leidt tot ruzie, toename van het ontwijkgedrag en verstoring van de communicatie tussen ouder en kind. “Mijn zoon loog over zijn resultaten en moest met de billen bloot toen het al bijna te laat was: hij had nog een maand om drie papers af te maken en een tentamen voor te bereiden”, vertelde een radeloze vader die zijn zoon onlangs aanmeldde bij Studiemeesters. Dit horen onze studiebegeleiders heel vaak: studenten liegen een tijdlang tegen hun ouders over hun studievoortgang en durven daarna niet meer om hulp te vragen. Dit is niet alleen funest voor de studievoortgang, maar ook voor de relaties binnen de familie.

Hoe motiveer ik mijn dochter of zoon?

Als eerste en belangrijkste: wanneer u het idee heeft dat zijn of haar studieontwijkend gedrag conflict oplevert in uw familie, gaat het niet goed. Ook een student wil zich geborgen voelen bij zijn of haar ouders. Een ruzieachtige sfeer levert stress op, terwijl de slechte studieresultaten ook al tot spanning leidden. Deze dubbele stress is funest voor de studievoortgang en voor de gezondheid. Bij een dergelijke sfeer raden wij per definitie aan om professionele hulp in te schakelen, bijvoorbeeld in de vorm van een studentenpsycholoog of een organisatie als Studiemeesters.

Is uw kind onzeker? Is er sprake van faalangst, stress of blokkades? Dan is het van belang het kind aan te moedigen en altijd begrijpend en geduldig te blijven. Beloningen in het vooruitzicht stellen werkt averechts: een onzekere student wil graag slagen en is juist al intrinsiek gemotiveerd. Blijf liever zeggen dat u in uw kind gelooft en blijf hem of haar wijzen op alle successen die hij of zij wél heeft behaald, zonder de situatie te relativeren. Bij Studiemeesters hebben we specialisten op het gebied van faalangst, perfectionisme en studieontwijkend gedrag die in combinatie met inhoudelijke steun al veel studenten van hun studie-angst hebben afgeholpen.

Is uw kind gemakzuchtig? Dan werkt belonen heel goed. Die beloning zou iets niet-essentieels kunnen zijn. Bijvoorbeeld: bij elke studiepunt die uw dochter haalt, krijgt ze een beetje extra vakantiebudget. Of: staat uw zoon gemiddeld een acht of hoger, dan krijgt hij rijlessen. Zorg er wel voor dat zowel de prestatie als de beloning concreet en meetbaar is. Vermijd straffen; psychologen hebben op basis van experimenten vastgesteld dat straffen veel minder goed werkt dan belonen.
Ten slotte biedt Studiemeesters studiedagen aan, waarbij studenten worden gemotiveerd en er goed op hun planning wordt gelet.

Vraag op tijd hulp

Vergeet niet: uw studententijd was radicaal anders dan die van uw zoon of dochter heden ten dage is. U mocht lang studeren; uw kind mag dat niet. Uw groepen waren veel kleiner. Er waren nog geen smartphones, geen Facebook, geen blogs en geen internetfora. Uw vakken vervielen niet, en uw begeleiders kregen geen quotum aan uren om te besteden aan studentencontact. Daarnaast is de tolerantie voor uitloop veel kleiner geworden. Daarnaast bent u uw kind niet: u werd wellicht op een compleet andere manier gemotiveerd dan hij of zij.
Bij twijfel kunt u altijd een kostenloze kennismaking aanvragen voor uw zoon of dochter. Vaak blijkt dat Studiemeesters een hoop spanning in uw familie weg kan nemen en uw kind met gerichte, professionele hulp wél op het goede spoor krijgt.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Scriptie mee? Slecht idee

Het lijkt zo logisch: op vakantie heb je alle tijd van de wereld om je scriptie nog even af te maken. Je hele scriptie staat toch op je laptop, en die neem je mee. Elke dag even twee uurtjes schrijven en je krijgt je scriptie deze vakantie wel af! Toch is het een slecht idee, waarschuwt Kinge Siljee van Studiemeesters. “Je betaalt een hoge prijs voor het meenemen van die scriptie!”

Laat je scriptie thuis

Ingrid had zich haar scriptieperiode anders voorgesteld. Ze was van plan in juni klaar te zijn met haar Bachelor of Arts, zodat ze lekker met haar vrienden op vakantie kon. “Dat liep anders: een flinke griep, problemen met dataverzameling en mijn studieontwijkend gedrag, zorgden ervoor dat ik enorm uitliep en in juni nog niet halverwege was. De paniek sloeg toe en ik meldde me bij Studiemeesters.”
Ingrid stelde voor dat ze tijdens haar maandje weg elke dag even aan haar scriptie zou zitten. Tot haar verbazing raadde Studiemeesters dat af.

Kinge: “Je vakantie is om uit te rusten. Die energie heb je nodig om er daarna weer tegenaan te gaan. Bij studenten die hun studie meenemen op vakantie zien we vaak twee mogelijke uitkomsten: óf ze komen niet voldoende uitgerust terug, óf ze hebben niks gedaan en voelen zich schuldig waardoor ze ook niet goed zijn uitgerust.” Je scriptie meenemen op vakantie is dus een slecht idee.

Wat werkte dan wel?

Ingrid vertelt: “In juli was ik lekker op vakantie, en voelde ik me niet schuldig dat ik niks deed, want van Studiemeesters mocht ik even helemaal niks doen. In augustus heb ik flink aan mijn scriptie gewerkt, door op studiedagen met andere studenten aan de scriptie te zitten en veel perenijsjes te eten. Daardoor heb ik heel ontspannen deze zomer mijn scriptie afgemaakt en was ik niet moe toen ik aan mijn master begon.”

Kortom: vakantie is vakantie, geniet ervan!

Meld je aan voor een gratis kennismaking

Juridische bronnen en literatuur | 6 duidelijke tips van juridisch specialisten

Bronnen zoeken is geen kunst! Onze juridisch specialisten vertellen hoe het moet.

Bronnen zoeken is geen kunst, maar een vaardigheid. Vaardigheden kun je leren. De uitleg van onze juridisch specialisten is helder. Op zes belangrijke vragen van rechtenstudenten geven zij hele duidelijke antwoorden.

1. Hoe baken ik mijn onderwerp af?

Gebruik publicaties in juridische tijdschriften om je onderwerp af te bakenen. De tijdschriftpublicaties verwijzen naar artikelen, jurisprudentie en parlementaire stukken. Deze verwijzingen kun jij op jouw beurt gebruiken. Kijken in andermans bronnenlijst heet ‘de sneeuwbalmethode’. Gebruik twee of drie tijdschriftartikelen als leidraad voor jouw stuk. Hierop baseer jij je ‘algemene leerstukken,’ dat zijn stukken in je scriptie waarin je een wet uitlegt met voorbeelden of een casus.

2. Naar welke bron moet ik verwijzen?

Verwijs naar primaire bronnen in plaats van secundaire bronnen. Oftewel, verwijs naar de oorspronkelijke bron. Ook al heb je de wet in een boek gelezen, je haalt de oorspronkelijke bron aan. Bijvoorbeeld: Als in een boek naar een Kamerstuk wordt verwezen, dan verwijs jij in je scriptie of essay naar het Kamerstuk. Tip: Kopieer geen voorbeelden, maar bedenk zelf een voorbeeld of een casus om een wet uit te leggen.

3. Hoe verwijs ik naar bronnen?

Neem de meest recente versie van Leidraad goed door en pas het tot op de komma nauwkeurig toe. Pak tijdens het schrijven steeds weer de Leidraad erbij. Je vindt de Leidraad hier. Tip: Plaats ook informatie in voetnoten. Met name informatie die wel relevant is, maar niet belangrijk genoeg voor in je hoofdstuk. Definities bijvoorbeeld. Enthousiast gebruik van noten voor dit soort dingen maakt een professionele indruk.

4. Hoeveel bronnen moet ik gebruiken?

Er is geen vast aantal. Het verschilt per onderwerp. Over jouw onderwerp “mag je gewoon niks missen.” Zorg dat de relevante bronnen en de meest recente arresten terugkomen in je scriptie of paper. Trek genoeg tijd uit om bronnen te zoeken. Je bent pas klaar als je zeker weet dat je alles hebt gevonden wat er is en dat alles wat je niet hebt gevonden dus niet bestaat. Trek er minstens een hele dag voor uit, want goed zoeken kost tijd. Op een advocatenkantoor ben je daar je eerste jaren ook urenlang mee bezig. Gebruik zoveel mogelijk verschillende zoektermen tot je echt helemaal niets meer vindt. Tip: Gebruik bij het zoeken dubbele aanhalingstekens en andere speciale tekens.

5. Waar moet ik bronnen zoeken?

Je hebt verschillende bronnen nodig: van wetgeving, Kamerstukken en verdragen, tot juridische boeken, tijdschriften en artikelen. Je vindt ze op verschillende plekken. Hier vind je een goede lijst met plekken om bronnen te zoeken. Ook wordt uitleg gegeven over hoe je de zoekmachines en catalogi moet gebruiken. Tip: Vergeet de rechtsoverwegingen van de Hoge Raad in arresten niet. Parafraseer ze, of neem ze over als de exacte verwoording van belang is.

6. Wat is recente literatuur?

Rechten is een dynamisch vakgebied. Door wetswijzigingen en jurisprudentie veroudert literatuur snel. Je moet daarom zeker weten dat je de meest recente literatuur hebt gevonden. Zoek ook naar wetswijzigingen die aanhangig zijn en uitspraken die binnenkort verwacht worden. Ga na of er sprake is van overgangsrecht. Of een bron voldoende recent is wordt bepaald door de actualiteit van je onderwerp. Vaak wordt een grens van vijf jaar gehanteerd, maar ook dertig jaar oude boeken kunnen nog van belang zijn voor een bepaald onderwerp. Zeker als ze bijvoorbeeld door een autoriteit op een bepaald gebied zijn geschreven. Maar als het om een zeer actueel onderwerp gaat, dan kunnen twee jaar oude bronnen al achterhaald zijn. Kortom: wat recent is, hangt af van je onderwerp en moet je dus zelf beoordelen.


Op efficiënte wijze beter studieresultaat behalen? Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Prioriteiten stellen voor betere studieresultaten

Als je overweldigd raakt doordat je nog zoveel moet doen, dan helpt het om op een rij te zetten wat er moet gebeuren. Het helpt om even afstand te nemen en te bekijken of je de juiste dingen aan het doen bent. Zoek eens uit welke taken voorrang moeten krijgen. Om in te schatten hoe dringend en belangrijk een activiteit écht is, gebruik je de prioriteitenmatrix.

pdf-icon Lege prioriteitenmatrix

pdf-icon Prioriteitenmatrix met uitleg

Hoe gebruik je de prioriteitenmatrix?

De prioriteitenmatrix deelt taken in op urgentie en belangrijkheid. Taken zijn wel/niet urgent en wel/niet belangrijk. Iedere taak valt in één van de vier vakken. Door de dingen die je moet doen in de matrix te zetten, maak je inzichtelijk welke je het beste het eerst kunt aanpakken. Dit doe je in drie stappen:

1. Maak een lijst

Maak eerst een lijst van alle dingen die je in een week moet doen. Dit zijn dus niet alleen studiezaken, maar alle activiteiten waar je tijd aan besteedt! Vervolgens kun je deze allemaal in de matrix plaatsen.

2. Vul de taken in in de matrix

Als je twijfelt of een taak urgent of belangrijk is, kun je daarachter komen door de volgende vragen te stellen:

  • Moet ik dit nu doen? (geeft aan hoe urgent de taak is)
  • Moet ik dit nu doen? (geeft aan of de taak voor jou urgent is of voor iemand anders)
  • Moet ik dit nu doen? (geeft aan of deze taak op dit moment belangrijk is om je doel te bereiken)

3. Stel prioriteiten en pas je planning aan

Aan de hand van de uitleg hieronder kun je bepalen welke taken voorrang moeten krijgen en welke misschien beter kunnen wachten.

  • Belangrijk en urgent: kritieke activiteiten

Kritieke activiteiten zijn dingen die je niet hebt zien aankomen, of die je te lang hebt uitgesteld. Zorg ervoor dat je niet-urgente dingen niet uitstelt, dan kunnen ze ook niet urgent worden!

Bijvoorbeeld:

Morgen een deadline en nog veel te doen, brand in je huis, trein vertraagd, iemand in het ziekenhuis.

Wat doe je ermee?

Hoogste prioriteit, meteen doen. Daarna jezelf afvragen of je dit had kunnen zien aankomen en bedenken hoe je dit voortaan kunt meenemen in je planning.

  • Belangrijk en niet urgent: belangrijke doelen

Belangrijke doelen zijn dingen die belangrijk zijn, maar die best nog even kunnen wachten. Als je geen planning hebt, blijven dit soort dingen vaak door je hoofd spoken, terwijl je met iets anders bezig bent.

Bijvoorbeeld:

Je andere vakken, de rest van je scriptie, leren voor een tentamen, dingen die je thuis of op het werk nog moet doen.

Wat doe je ermee?

Opschrijven en er tijd voor inplannen, niet te ver vooruitschuiven. Voorkom dat deze zaken urgent worden!

  • Onbelangrijk en urgent: onderbrekingen

Onderbrekingen zijn dingen die datgene waar je mee bezig bent, onderbreken, zodat je er direct iets mee moet doen. Deze dingen draaien vaak om prioriteiten van anderen, waarbij je die van jezelf uit het oog dreigt te verliezen: voor hen is dit urgent, maar is het dat voor jou ook?

Bijvoorbeeld:

Telefoontjes, mailtjes, onverwacht bezoek, last-minute-invallen bij je bijbaan, collega’s die je storen.

Wat doe je ermee?

Telefoon uitzetten als je bezig bent. Als dat niet kan, taken delegeren of in je pauze doen. Reserveer hier eventueel een blokje voor als het je echt afleidt.

  • Onbelangrijk en niet urgent: afleiding

Onder afleiding verstaan we de typische sog-taken. De dingen die je (als het goed is) ook niet zou doen als je aan het werk zou zijn. Leuk voor als je niks anders hoeft te doen.

Bijvoorbeeld:

De hele tijd je telefoon/mail checken, doelloos internetten, het huis stofzuigen, afwassen, andere sog-activiteiten.

Wat doe je ermee?

Geen prioriteit, bewaar voor een rustig moment. Als je snel afgeleid raakt terwijl je aan het studeren bent: zet ColdTurkey of SelfControl aan, zet je telefoon in de vliegtuigstand en werk volgens de pomodoro-methode.

Tot slot

Als je regelmatig met de prioriteitenmatrix werkt, voorkom je dat je altijd bezig bent met kritieke dingen en daardoor niet vaak genoeg toekomt aan belangrijke doelen (zoals het leren voor een tentamen). Als je een belangrijk doel lang genoeg uitstelt, wordt dat vanzelf kritiek. Door prioriteiten te stellen kom je op tijd toe aan je belangrijke doelen. Zo kun je weer met een frisse blik en een duidelijk doel voor ogen aan de slag!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Ontspannen tijdens het studeren

Veel studenten hebben overvolle agenda’s: naast studeren hebben ze nog een hoop sociale verplichtingen en vaak ook een bijbaan. Hierdoor hebben ze het gevoel dat ze tijd tekort komen, met de nodige stress als gevolg. Ze hebben daarom de neiging geen rust te nemen als ze eindelijk met hun studie bezig zijn. Stress verergert als je vermoeid bent, waardoor je in een nare vicieuze cirkel belandt: meer stress, minder uitgerust, minder concentratie, minder efficiënt werken, minder gedaan krijgen, meer stress, en ga zo maar door. Het is dus belangrijk om regelmatig even te ontspannen!

Plan pauzes in
Als je geneigd bent om maar door te blijven werken, kan een programma op je computer je helpen herinneren om regelmatig een korte pauze te nemen.

Doe even niets
Een paar minuten echt ontspannen kan al een hoop verschil maken. Je hoeft echt niet uitgebreid te gaan mediteren of yoga te doen om wat ontspanning tijdens je dag te vinden. Studenten geven vaak aan dat ze soms “even niks” doen, maar dan nog steeds heel veel aan het nadenken zijn. Dan heb je geen rust, want ook nadenken kan druk zijn! Wanneer heb je voor het laatst een paar minuten niets gedaan, zonder dat je in gedachten verzeild raakte?

Beheers je gedachten
Natuurlijk kun je al die gedachten niet zomaar uitzetten. Het is als een irritante radiozender die altijd aan staat. Gedachten zullen nooit weggaan, maar jij hebt wel in de hand hoe je ermee omgaat!

Let op je ademhaling
Een manier om ermee om te gaan is een paar minuten op je ademhaling letten. Kun je je adem voelen als je in- en uitademt? Door op je ademhaling te letten geef je jezelf een break van je eigen drukke gedachten. Dat lukt nooit perfect, want je raakt regelmatig weer in gedachten verzeild. Dit is niet erg, het hoort erbij. Merk het op en ga terug naar je ademhaling. Al raak je duizend keer afgeleid, iedere keer als je teruggaat naar je ademhaling geef je jezelf een beetje rust. Oordeel niet over de vraag of het “goed” of “slecht” gaat; het gaat erom dat je het doet. Het enige wat je hoeft te doen is letten op je adem, en terugkomen als je afdwaalt.

Als de studiestress je naar de keel grijpt, kan letten op je ademhaling heel erg helpen. De rust die je pakt tijdens het ademhalen zorgt ervoor dat je ook tijdens het studeren rustiger bent. Misschien wen je aan het idee dat je de gedachten die in je opkomen ook zou kunnen negeren. Door ze te herkennen als “stoorzender”, in plaats van feiten, zul je merken dat je ze misschien iets minder serieus kunt gaan nemen. Hierdoor hebben ze minder grip op je, waardoor je je minder laat meeslepen. Als je dit regelmatig doet, zul je zien dat ontspannen ook steeds makkelijker gaat.

Oefen
Vind je het lastig om zelf op je adem te blijven letten? Dan kun je het ook proberen met een app als Insight Timer. Daar zitten allerlei korte en langere geleide ontspanningsoefeningen in. Zoek bijvoorbeeld op “adem”, dan vind je allerlei geleide oefeningen die je begeleiden bij het op je adem letten.

Neem even afstand
Hoe langer je het druk hebt met je studie, hoe lastiger het is om te relativeren. De prestatiedruk kan dan overweldigend zijn. Pixel Thought is een leuke tool die je helpt om even afstand te nemen. Daarna kun je verfrist weer verder met je taak.

Creëer een goede omgeving om in te studeren
Misschien maakt een andere fijne werkplek al dat je meer ontspannen studeert. Zorg voor een eigen plekje om te studeren – het liefst een plek zonder afleiding. Zorg dat je een echte bureaustoel en een goed bureau hebt en creëer een fijne sfeer om in te studeren. Luister je graag muziek tijdens het studeren? Probeer dan eens deze playlist met klassieke muziek voor studenten.


Met de juiste aanpak verspil je minder tijd en energie. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Automatisch pauze nemen

Workrave (Windows) en Time Out (iOS) zijn gratis programma’s die je helpen om pauzes in te lassen. Met pauzes studeer je productiever en prettiger. Bovendien voorkom je dat je last krijgt van hoofdpijn of van je schouders.

Voor wie en waarom

Het is gezond om pauzes te houden: je rust even uit, zodat je daarna sneller en scherper verder studeert. Veel studenten studeren aan één stuk door. Ze stoppen pas als ze te moe zijn om verder te gaan, als ze iets niet begrijpen of als ze afgeleid zijn (SOG). Met pauzes voorkom je dat je te moe wordt, dat je de moed verliest als je iets niet direct begrijpt of dat je concentratie snel opraakt.

Studenten houden geen pauze omdat ze niet weten dat pauzes gezond zijn, omdat ze het vergeten of omdat ze geen tijd voor pauze hebben. Komt dat laatste je bekend voor? Pas dan op! Studenten die altijd hard studeren zonder pauzes, lopen het risico oververmoeid te raken. Oververmoeide studenten worden langzamer, waardoor ze nóg meer tijd nodig hebben om hun studietaken af te krijgen. Daardoor raken ze nog vermoeider en worden ze nog langzamer. Deze vicieuze cirkel doorbreek je door meer pauze en meer rust te nemen. Gebruik WorkRave of Time Out om je aan de pauzes te herinneren. Je zult meer gedaan krijgen en je voelt je een stuk prettiger.

Hoe werkt het

WorkRave en Time Out zijn gratis. Download de software vanaf de website van WorkRave (Windows) of Time Out (iOS).

Maak voor je begint te studeren een dagplanning. Zo weet je beter waar je moet beginnen. Bij voorkeur houd je het volgende tijdschema aan:

  • 9.00-11.00
  • 11.15-13.00
  • 14.00-15.30
  • 15.45-17.00

Dit is het optimale studiedagrooster voor de meeste studenten. Pauzes overslaan of langere dagen maken heeft op lange termijn negatieve (schadelijke!) effecten. Met een ‘normale’ werkdag ben je productiever en blijf je gezond en vrolijk.

Maak het jezelf gemakkelijk

  • Zorg dat je uitgerust/uitgeslapen aan je dag begint.
  • Plan voldoende vrije tijd in in je week.
  • Drink niet te veel koffie (koffie is GEEN goede oplossing voor vermoeidheid).
  • Eet wat tijdens elke pauze; je hebt energie nodig om na te denken!

Wil je meer weten?
Wij helpen je graag. Kom je een keer langs?

Meld je aan voor een gratis kennismaking


Met de juiste aanpak verspil je minder tijd en energie. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Tips tegen tentamenstress

Bij Studiemeesters leren studenten hoe ze zich goed kunnen voorbereiden op een (moeilijk) tentamen. De tentamentips van onze studie-experts helpen je bij het tegengaan van tentamenstress. De ideale tentamenvoorbereiding bestaat uit een combinatie van op tijd beginnen, regelmatig studeren en voldoende rust.

1 tot 2 maanden voor je tentamen

Zo’n twee maanden (maar zeker ruim een maand) voor je tentamen begin je met het maken van een overzicht van alles wat je moet doen voor het tentamen. Door op tijd te beginnen en een goede planning te maken, weet je zeker dat je voldoende tijd hebt om alle stof rustig door te werken en regelmatig te herhalen. Probeer vanaf dit moment zoveel mogelijk rond dezelfde tijd op te staan en naar bed te gaan; dit zorgt ervoor dat je je overdag goed kunt concentreren. Wen jezelf aan om niet ’s avonds laat te studeren!

Een week voor je tentamen

Als het goed is, heb je een week voor je tentamen alle stof doorgenomen en herhaald. Je gaat nu aan de slag met oefententamens! Als je tijdens het maken van de oefenopgaven merkt dat je een onderwerp lastig vindt, dan herhaal je de stof van dit onderwerp nog eens. Reserveer telkens een halve dag voor oefententamens en de andere helft voor het herhalen van je stof.

Een dag voor je tentamen

Je hebt de afgelopen weken hard gewerkt. Alle stof die je moet kennen voor het tentamen, zit (als het goed is) al in je hoofd. Misschien twijfel je hieraan, maar vertrouw erop dat jij je best hebt gedaan en dat je hebt gedaan wat je kon doen.

De avond voor je tentamen

Stop op tijd met studeren en eet een gezonde avondmaaltijd. Weersta de verleiding om na het eten weer te gaan studeren. Hier krijg je alleen maar stress van, waardoor je waarschijnlijk niet goed in slaap kunt komen. Het is erg belangrijk om nu even rust te nemen, zodat je morgen fit bent voor je tentamen! Heb je zoveel last van tentamenstress dat je moeilijk in slaap kunt vallen, lees dan deze tips.

De ochtend voor je tentamen

Sta op een normale tijd op. Het heeft vaak weinig zin om extra vroeg op te staan om nog dingen te stampen. Als je het nu nog niet kent, dan leveren die paar uur extra over het algemeen weinig op. Het zorgt er wel voor dat je moe wordt en gestrest raakt. Daar heb je niets aan! Het enige wat je deze ochtend hoeft te doen, is de tijd nemen voor een goed ontbijt en op tijd naar je tentamenlocatie gaan.

Een uur voor je tentamen

Ben je erg gespannen? Let dan extra op je ademhaling. Adem je goed naar je buik toe? Leg desnoods je hand op je buik om je ademhaling te voelen. Heb je last van vervelende gedachten? Bedenk dan van tevoren iets positiefs waar je in plaats daarvan aan kunt denken, zodat je je minder gespannen voelt. Laat je niet gek maken door medestudenten die voor de tentamenzaal nog hun stof staan te herhalen. Jij bent goed voorbereid, dus je gaat het gewoon halen!


Met de juiste aanpak presteer je veel beter op tentamens. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Een beter ritme – Op tijd slapen!

Waarom zou je iedere avond vroeg naar bed gaan als er nog zoveel andere dingen te doen zijn? Met de opkomst van smartphones en tablets is het steeds gebruikelijker geworden om constant online te zijn. Maar wist je dat dit je slaap niet ten goede komt? Op tijd slapen kun je bereiken door op tijd je schermen uit te zetten én op tijd te stoppen met het geven van nieuwe input aan je hoofd. Pas dan kan het zich ontspannen, en pas daarna ga je naar bed!

Door iedere avond een vast “slaapritueel” aan te houden, geef je je hoofd een signaal dat het bedtijd is. Hoe ziet jouw slaaproutine eruit? Als het goed is bevat deze in ieder geval de volgende elementen:

  • Je gaat ongeveer op hetzelfde tijdstip naar bed.
  • Je zorgt dat je ten minste een uur voordat je moet slapen, niet meer achter een scherm zit.
  • Je gaat niet aan de telefoon of achter de computer zitten als je niet kunt slapen. Door het blauwe licht blijf je juist wakker! Nog beter: zorg dat in je slaapkamer geen telefoon, computer of tablet aanwezig is.

Naast het ontbreken van een vast slaapritueel kunnen er ook andere oorzaken zijn waarom je niet op tijd gaat slapen:

Niet naar bed willen

Als je het erg druk hebt, lijkt het of slapen zonde van je tijd is. Óf je hebt nog heel veel te doen, óf je vindt dat je nu ook wel even wat vrije tijd verdiend hebt. Soms zit je nog tot ’s avonds laat aan je studiewerk omdat je jezelf hebt wijsgemaakt dat het echt niet anders kan.

Realiseer je dat die gedachte irrationeel is en besef hoe belangrijk slaap is: hoe minder je slaapt, hoe drukker je hoofd wordt en hoe vermoeider je raakt, met als gevolg dat je jezelf steeds meer van dat soort dingen gaat wijsmaken. Vaak is dit een teken dat je te veel op je bordje hebt en te weinig tijd voor jezelf hebt. Op korte termijn is het misschien fijn om later naar bed gaan omdat je dan nog tijd hebt om iets te doen, maar op lange termijn gaat dit van kwaad tot erger en zullen je studieresultaten hier juist meer onder gaan lijden. Je zult merken dat het steeds moeilijker wordt om er ’s ochtends weer fris uit te komen en dat je ritme steeds verder gaat verschuiven.

Deze vicieuze cirkel zul je moeten doorbreken. Probeer uit te zoeken of je op een ander moment tijd voor jezelf kunt maken, of meer tijd voor je studie kunt maken. Waar komt het idee vandaan dat je niet genoeg tijd hebt? Is dat wel echt zo? Hoe kun je dat oplossen?

Vergeten op tijd naar bed te gaan

Wanneer je ’s avonds nog tot laat achter je computer of telefoon zit, krijgt je hoofd niet het signaal dat het tijd is om te gaan slapen. Het blauwe licht van het scherm verhindert dat je lichaam melatonine aanmaakt. Hierdoor merk je minder snel dat je moe bent. Daarbij is internet eindeloos en is er altijd wel iets te doen. Hierdoor “vergeet” je misschien naar bed te gaan.

Dit kun je op twee manieren oplossen. Allereerst kun je ervoor zorgen dat je minder blauw licht opvangt als je achter je computer of telefoon zit. Dit kun je doen door een programma (F.lux) of app (Twilight) te installeren, waardoor je computer of smartphone geen blauw licht meer afgeeft. Hierdoor zul je minder lang wakker blijven.

Vergeet je te gaan slapen omdat je te druk bezig bent met andere dingen op je computer? Dwing dan jezelf om op tijd de computer uit te zetten door een shutdown scheduler te installeren.

Slecht in slaap kunnen vallen

Veel studenten hebben moeite om ’s avonds in slaap te vallen. Zeker als je last van stress hebt, kan je hoofd nog lang doordraaien terwijl je eigenlijk al lang zou moeten slapen. Probeer dan eens een aantal van deze tips:

  • Leg een notitieblok naast je bed, zodat je alle belangrijke dingen die nog in je hoofd zitten, ergens kunt opschrijven. Realiseer je dat die dingen ook wel tot morgen kunnen wachten.
  • Doe ontspanningsoefeningen en let op je ademhaling (of volg een mindfulness-cursus als je veel last hebt van je drukke hoofd). Als je je hoofd tot rust wilt brengen, kun je via de app Insight Timer gratis een aantal geleide meditaties of bodyscans doen, maar er zijn ook apps die je specifiek kunnen helpen met in slaap vallen (bijvoorbeeld “Deep Sleep with Andrew Johnson”).
  • Lees een boek, of luister naar een audioboek. Zo word je afgeleid van je eigen gedachten.
  • Ga niet op je telefoon zitten rommelen. Door het licht van het scherm blijf je juist wakker!
  • Als je ligt af te tellen omdat je nu “nog maar” zoveel uur kunt slapen, realiseer je dan dat het niet het einde van de wereld is als je een nacht wat korter slaapt. En ook als je niet slaapt, rust je wel uit als je op bed ligt.

Als je echt niet kunt slapen, ga er dan even uit en ga iets anders doen (maar niet achter je computer of telefoon!). En ook al heb je de avond ervoor niet goed kunnen slapen, probeer dan toch te zorgen dat je op dezelfde tijd opstaat. Als je regelmatig vroeg opstaat, word je vanzelf eerder moe!


Met de juiste aanpak verspil je minder tijd en energie. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Het belang van ritme bij je studie

Het komt je misschien bekend voor: je had je voorgenomen vandaag écht te gaan studeren, maar voor je het wist was het ineens middag en was je halve dag al om. Hoe kan dat toch?

De kans is groot dat je niet genoeg ritme in je leven hebt, waardoor het een stuk lastiger is om aan de slag te gaan wanneer je aan de slag moet. Je hebt een interne biologische klok, die erg veel baat heeft bij regelmaat. Een vast ritme zorgt ervoor dat je makkelijker in actie komt als je dat van plan was. Als je gewend bent om alle dagen om acht uur op te staan, zul je minder geneigd zijn te blijven snoozen wanneer je je voorgenomen hebt ’s ochtends aan je studie te gaan werken.

Een verstoord ritme: van kwaad tot erger

Sommige mensen hebben moeite met naar bed gaan, anderen juist met opstaan. Deze problemen gaan natuurlijk hand in hand: als je te laat naar bed gaat, kun je moeilijker opstaan, en als je moeilijk kunt opstaan, ga je misschien ook later slapen om wat van je “verslapen” dag in te halen. Zo gaat je ritme steeds verder verschuiven, tot het punt waarop je ziek wordt of een dag moet “bijslapen”. Doordat je geen constant ritme hebt, zul je sneller slaap missen. Mensen die minder slapen, zijn overdag minder productief en minder geconcentreerd.

Er zijn verschillende dingen die je ritme in de war kunnen gooien: een nachtelijk bijbaantje, uitgaan, stress et cetera. Natuurlijk hoort af en toe uitgaan ook bij het studentenleven, maar probeer na een late avond wel weer je ritme op te pakken. Slaap maximaal één keer goed uit en sta de dag erna weer op je normale tijd op.

Het belang van licht voor een goed ritme

Je biologische klok is erg gevoelig voor licht. Zorg dus dat je minstens een uur voor je naar bed gaat niet meer achter een scherm (blauw licht!) zit, maar iets anders ontspannends doet. Zorg er ’s ochtends juist voor dat je op een vaste tijd opstaat en dan licht pakt. Dat kun je doen door buiten een eindje te gaan lopen, maar als je daar niet echt wakker van wordt, kun je ook een daglichtlamp proberen. Dit is een heel felle lamp, waarmee je je biologische klok “reset”. Je zult na een paar weken merken dat het opstaan steeds makkelijker gaat. Als je probeert je ritme te verschuiven, zorg dan in ieder geval dat je altijd op dezelfde tijd opstaat. Dan kom je vanzelf op een punt waarop je ’s avonds eerder in slaap valt.

Je hebt er het meeste aan om iedere dag ongeveer op dezelfde tijd op te staan en naar bed te gaan. Ondanks dat veel mensen dit weten, blijft een goed ritme vaak lastig vol te houden. Daarom hebben we wat richtlijnen geschreven om je te helpen je ritme te verbeteren.

Hoe is jouw ritme eraan toe?

Houd voor jezelf eens twee weken lang bij wanneer je opstond en wanneer je ging slapen. Is dit iedere dag ongeveer rond dezelfde tijd? Waarom wel of waarom niet? Kun je iets doen om dit regelmatiger te maken? Wat doe je in het laatste uur voordat je gaat slapen? En het eerste uur nadat je wekker gegaan is? Heb jij juist moeite met opstaan of gaan slapen? Bekijk de tips op de betreffende pagina’s!


Met de juiste aanpak verspil je minder tijd en energie. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Een beter ritme – Op tijd opstaan!

Zeker als het bijna tentamentijd is, neem je jezelf weer voor om nu écht eens op tijd op te staan, zodat je de hele dag kan knallen. Blijf je, ondanks dit goede voornemen, toch regelmatig “snoozen”? Moeilijk je bed uit komen kan verschillende oorzaken hebben. In het algemeen is een verstoord ritme de boosdoener, maar soms zijn er ook concretere oorzaken aan te wijzen. In dit blog worden vier belangrijke oorzaken besproken en wordt voor elk daarvan een mogelijke remedie gegeven.

1. Niet goed weten wat er die dag gedaan moet worden

Als je niet goed weet wat je (eerst) moet doen of hoe je dat gaat aanpakken, kun je je alleen hierdoor al enorm moe voelen. Praat hierover als dit het geval blijkt te zijn. Maak een lijst, stel prioriteiten, bekijk wat er NU gedaan moet worden en zorg dat alle andere dingen ergens anders geparkeerd worden. Die kun je voor een later moment inplannen. Leer erop vertrouwen dat de rest ook gedaan gaat worden, maar dat het niet allemaal tegelijk kan. Je zou er ook een gewoonte van kunnen maken om de dag ervoor alvast een plan voor de dag erop te maken. Als je eenmaal weet hoe je een planning maakt, zul je zien dat je je hier bij een regelmatig ritme beter aan kunt houden!

2. Geen goede reden om je bed uit te komen

Heb je besloten iedere dag op tijd op te gaan staan, maar onbreekt het je aan motivatie om je bed uit te komen? Bekijk dan of je elke ochtend iets kunt doen waarvoor je wél wilt opstaan, bijvoorbeeld sporten, douchen of lekker ontbijten. Wat doe je als eerste wanneer je je bed uit gaat? Je wekker zou een trigger moeten zijn om iets te gaan doen.

3. Licht tekort of een winterdip

Veel mensen doen dit af met: “Maar dat heeft toch iedereen in de winter..?” Ja, maar de een heeft er meer last van dan de ander. Als je echt moeite hebt om op te staan, en dit is in de winter erger dan in de zomer, dan zou lichttherapie je goed kunnen helpen. Dat is dus niet zo’n “wake-up light” (al zweren sommige mensen daar ook bij), maar een veel fellere lamp. Je kunt zelf een lichttherapielamp aanschaffen, of er een regelen via je huisarts.

Zo’n lamp helpt trouwens niet alleen bij mensen die een winterdip hebben, maar ook bij mensen die moeite hebben om op een vaste tijd op te staan. Door het felle licht ’s ochtends maak je minder slaaphormonen aan, waardoor je je wakkerder voelt. Als je de lamp regelmatig op dezelfde tijd gebruikt, zul je merken dat je makkelijker wakker wordt.

4. Midden in diepe slaap wakker worden

Hierdoor heb je de neiging om te blijven sluimeren, waardoor je er veel te laat uit komt. Hiervoor zijn speciale wekkers verkrijgbaar die je op je smartphone kunt installeren. Probeer eens “Gentle Alarm” (Android) of ZenAwake (iPhone), een wekker die eerst heel zachtjes afgaat, en dan steeds een beetje harder, of een andere wekker die pas afgaat als je beweegt (zoek maar op “sleep cycle alarm clock”). Je kunt ook de wekker in een andere hoek van de kamer leggen, zodat je wel móét opstaan om hem uit te zetten.

Tot slot: Geef niet op!

Sta, ook als je een keer wél hebt uitgeslapen of als je de avond ervoor slecht kon slapen, de volgende ochtend toch weer op dezelfde tijd op en wees daar consequent in. Het aanwennen van een nieuwe gewoonte kost tijd. Probeer het een maand, dan zul je merken dat het steeds makkelijker gaat!

Heb je, behalve met opstaan, ook moeite met op tijd gaan slapen? Lees dan hier verder!


Met de juiste aanpak verspil je minder tijd en energie. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Bijles voor Making Financial Decisions

Als ik Vera bel om te vertellen dat ik benieuwd ben naar haar ervaring met onze bijles in het vak Making Financial Decisions (MFD), krijg ik een enthousiaste student aan de lijn. ‘Bijlessen zijn zo anders dan de colleges. Het vak wordt bij Studiemeesters op een compleet andere manier aangepakt. Bovendien kan Sander erg goed uitleggen. Je merkt dat hij zich goed kan verplaatsen in de positie van de student die nog weinig van Finance weet. Als je het niet snapt, legt hij het gewoon opnieuw uit, op een andere manier, net zo lang tot je het echt begrijpt.’

Voor Vera aan bijles begon, was ze al eens gezakt voor MFD. ‘Finance’ wordt door studenten vaak minder interessant gevonden, terwijl de moeilijkheidsgraad van het vak hoog is. ‘Je gaat meteen de diepte in. Dus toen ik begon aan mijn tweede poging, wist ik dat het niet realistisch was om te denken dat ik alles zelf kon bijspijkeren. Bij MFD is het echt alles of niks. Je moet het meteen vanaf het begin goed aanpakken. Met bijles creëer je de structuur die je zo hard nodig hebt om bij te blijven. Ik nam dus direct bijles, en dat zou ik iedereen die het vak in één keer wil halen, aanraden.’

De studiebegeleiding is Vera goed bevallen. ‘Je wordt bij Studiemeesters van A tot Z begeleid, maar tegelijkertijd ook heel erg vrijgelaten. Er wordt gedaan wat voor jou het beste werkt. Ik vind het bijzonder dat je zulk eerlijk advies krijgt. Ik wilde in eerste instantie ook bijles voor Revenue Management nemen, maar Sander wees me erop dat dit voor mij nu niet haalbaar was en raadde me aan de bijles Revenue Management later te doen.’

Na de bijlessen heeft Vera MFD meteen gehaald. Ze kan niet wachten om aan haar laatste blok te beginnen, zodat ze daarna stage kan gaan lopen. Ik wens haar veel succes met de laatste vakken. Voor we ophangen, drukt ze me nog iets op het hart: ‘Wil je Sander nog eens bedanken?’


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Creëer overzicht met een mindmap

Mindmapping is een techniek waarmee je overzicht over een hoeveelheid informatie creëert. Een mindmap is een tekening die de totale structuur van een onderwerp weergeeft. Zo’n tekening helpt je hoofd- en bijzaken van elkaar te onderscheiden door inzichtelijk te maken hoe verschillende brokken informatie met elkaar samenhangen. Ook blijft de informatie beter hangen, omdat je er een visuele dimensie aan toevoegt. Vooral bij het schrijven van je scriptie kan het handig zijn om een mindmap te maken. Je kunt dat het beste doen op het moment dat je al veel informatie hebt verzameld, maar vóórdat je deze informatie verwerkt tot tekst.

Enneke is fan

‘In mijn eigen woorden tekst schrijven die gebaseerd moet zijn op bronnen vind ik lastig. Om goed te kunnen parafraseren gebruik ik mindmapping’, zegt Enneke, student Communication & Multimedia Design. ‘Ik teken nu een mindmap voor de resultaten van het deskresearch van mijn scriptie. Ik heb mijn bronnen gelezen -niet bepaald mijn favoriete onderdeel – en nu vat ik alle informatie samen in een mindmap. Met deze mindmap bepaal ik wat belangrijk is. Bovendien kan ik het verhaal zo in mijn eigen woorden opschrijven.’

Mindmap 1

Je kunt een mindmap overal voor gebruiken

Ook bij het studeren voor tentamens kun je een mindmap gebruiken als hulpmiddel om de lesstof mee samen te vatten. Mindmaps helpen je de informatie beter te onthouden. Bedenk daarbij wel dat tekenen alleen niet genoeg is: om alles goed te kunnen onthouden moet je herhalen, herhalen en nog eens herhalen. Zelfs bij het voorbereiden van presentaties kan mindmapping van pas komen, omdat het je een goed overzicht geeft van de hoofd- en bijzaken. Enneke, die naar eigen zeggen ‘niet zo van lezen en schrijven houdt’, maakt overal mindmaps voor: ‘Voor mijn minor had ik zelfs een heel mindmap-boek gemaakt. Ik rondde dankzij de mindmaps mijn minor op tijd af met een acht.’

Zo maak je een mindmap

Yvette, scriptiebegeleider bij Studiemeesters, legt vaak aan studenten uit hoe je een mindmap maakt: ‘Begin door de kern van het verhaal in het midden van een vel papier te schrijven. Vervolgens bepaal je wat de hoofdpunten zijn van die kern. Voor elk punt teken je een vertakking. Elke vertakking voorzie je van kleine zijtakjes waarin je het hoofdpunt uitwerkt in subonderdelen. Voeg tekeningen of kleurtjes toe. Maak de tekeningetjes maar zo gek mogelijk, want de visuele informatie zorgt ervoor dat de informatie beter verankerd wordt in je geheugen. Vergeet niet dat de mindmap een werkdocument is; er is dus geen goed of fout. Je kunt een mindmap altijd nog aanpassen.’

Aan de slag!

Een mindmap stelt je in staat alle beschikbare informatie in één oogopslag te overzien, de details van de hoofdlijnen te onderscheiden en de informatie beter te onthouden. Neem dus de volgende keer dat je met veel informatie aan de slag gaat een lekker groot vel papier, haal een setje stiften bij de HEMA en leef je uit met het tekenen van een mindmap. Veel plezier!

mindmap 3

Bron:
Van den Brandhof, J. W. (2007). Gebruik je hersens. Werk slimmer en win tijd. Den Haag: SDU Uitgevers.



Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Hoe vind je een onderwerp voor je scriptie?

Je scriptie: Jij moet er de komende weken, maanden, soms jaren mee aan de slag. Kies dus met beleid! Ga eerst na waar je interesse ligt, zodat je niet eindigt met een onderwerp dat je eigenlijk niet leuk vindt. Check daarna of je onderwerp ook écht geschikt is om een scriptie over te schrijven. Zo voorkom je dat je halverwege je motivatie verliest, of vastloopt omdat blijkt dat je toch geen geschikt onderwerp had gekozen. Lees hieronder hoe je dit aanpakt.

Kies een onderwerp dat bij jou past

Om gemotiveerd aan de slag te kunnen gaan, is het belangrijk een onderwerp te kiezen waarin je ook echt geïnteresseerd bent. Om dat te bepalen kun je een aantal stappen volgen:
1. Wat vond je het leukste vak dat je ooit hebt gevolgd? En was dat vanwege de inhoud of vanwege de docent?
2. Hoe wil je verder na je scriptie? Wil je een master gaan doen op een bepaald vakgebied? Wil je ergens over publiceren? Wil je solliciteren naar een functie? Kies dan een bijpassend onderwerp!
3. Waar ligt je talent? Ben je iemand die goed is met statistiek? Of zijn interviews meer jouw kracht? Ben je goed met primaire bronnen? Of ben je meer van het technisch ontwerp? Breng dat eens in kaart!
4. Ga eens lezen in artikelen wat er allemaal door anderen over je onderwerp is gezegd. Welke invalshoek zou jij kiezen?
5. Heb je een leuke docent of stagebegeleider? Nodig hem of haar dan eens uit voor een gesprek bij een kop koffie om zo inspiratie op te doen. Maar let op: het wordt wel jóúw onderzoek, dus laat het niet kapen door een ander!

Voorwaarden

Verder moet je scriptieonderwerp aan een aantal voorwaarden voldoen:
1. Sluit je onderwerp aan bij je studierichting? (Vaak is er meer mogelijk dan je denkt. Twijfel je? Doe dan navraag bij je opleiding.)
2. Leent het door jou gekozen onderwerp zich voor onderzoek? Bestaan er bronnen en/of methoden die je inzicht kunnen geven in je onderwerp?
3. Is het haalbaar om je onderzoek uit te voeren binnen de tijd die je hebt en met de onderzoeksinstrumenten waarover je kunt beschikken?
4. Doe je een toegepaste studie, zoals een hbo- of technische studie? Bedenk dan dat je scriptie ook een praktisch nut moet hebben!
5. Doe je een wetenschappelijke studie, zoals de meeste universitaire studies? Dan moet je scriptie kennis of inzicht toevoegen aan de “body of knowledge” en moet je dus met iets nieuws komen!


Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Bijles of scriptiehulp van Sander van Luit

Een paar keer per week krijgen we een speciaal verzoek: “Mag ik bijles of scriptiehulp van Sander van Luit?” Specialist Sander van Luit (1985) begeleidt veel studenten bij Studiemeesters. Zo helpt hij studenten van de Hotelschool met economische wiskunde, boekhouden, accounting en statistiek. Andere studenten begeleidt hij bij hun scriptie met onderwerpen als marketing, strategie en MBA. Hieronder volgt een interview met Sander, bedrijfskundige, econoom en bijlesdocent externe verslaggeving en financieel rekenen.

Waarom komen zoveel studenten speciaal voor jou?
“Dat zou je aan hen moeten vragen! Ik denk dat dat komt omdat studenten van elkaar horen dat ik bij mijn begeleiding heel lastige vakken, zoals bedrijfseconomie, financial statements, management accounting en finance op een heel eenvoudige manier probeer uit te leggen. Ik hoor dat ik goed ben in het aanhalen van voorbeelden die de tentamenstof verduidelijken. Ik combineer dat met een persoonlijke aanpak. Want wat voor de ene student wel werkt, werkt voor de andere student soms niet.”

Wat is je leukste begeleidingsverhaal?
“Ik heb studenten van Media en Entertainment Management (MEM) bij Inholland begeleid, en bij die opleiding zijn de eisen van heel soepel naar heel streng gegaan. Eén student van mij was binnengekomen met een scriptie die overal op was afgekeurd. Binnen drie weken hebben we daar een 6,7 van gemaakt. Dat lijkt niet veel, maar zij was toen één van de maar twee MEM-studenten op de hele opleiding die waren afgestudeerd, en degene met het hoogste cijfer. Daarvoor hoefde ze alleen maar wat uitleg te krijgen over hoe het moest; de rest ging helemaal vanzelf. Op een gegeven moment kreeg ze er zelfs weer plezier in!”

Waarom begeleid je bij Studiemeesters?
“We zijn de enige begeleidingsplek waar alles no-nonsense is, en waar je geen verplichte trajecten of minimumaantal uren moet afnemen. Elke keer dat een student met mij afspreekt, doet hij of zij dat omdat hij of zij dat echt wil, want je bent nooit verplicht tot een vervolgafspraak. Dat houdt de begeleiders scherp, want die moeten ervoor zorgen dat ze de studenten genoeg blijven leren.”

“Bovendien verbetert dat de relatie met de student. De kosten zijn helder en de betaling vindt achteraf plaats – en dat maakt de band met de student veel sterker. De studenten komen dus ook echt elke keer voor míjn hulp terug, en niet omdat ze nog begeleidingsuren over hebben.”

“Daarnaast vind ik het heel leuk dat we, hoe druk het soms ook is, een heel informele sfeer hebben. Juist doordat we het op de Weesperstraat heel vriendelijk houden, durven studenten ook hun lastige vragen te stellen. Studenten hebben het gevoel dat ze altijd bij ons terechtkunnen voor een praatje, ook al zien ze hun studie of scriptie even niet meer zitten. Studenten zeggen dat ze het fijn vinden dat ze hier niet als nummer worden behandeld, maar als persoon.”


Nieuwsgierig naar Studiemeesters? Kom gerust eens langs om onze studiezaal te bekijken en vragen te stellen over onze begeleiding.

Tips voor het schrijven van je eerste zin

Elk boek, elke thesis, en elke schrijfopdracht heeft een eerste zin. Dat klinkt logisch, toch? Eén zin moet de eerste van je hele scriptie zijn. Maar hoe logisch het ook klinkt, die eerste zin wordt vaak alles behalve vanzelfsprekend als je hem daadwerkelijk moet opschrijven. Je kunt er weken over piekeren en helemaal in de stress schieten. De vraag is dus: hoe ga je in ’s hemelsnaam beginnen?

Het is belangrijk om te beseffen dat je niet de enige bent die met dit probleem zit. Zeg maar gerust dat eigenlijk elke auteur hiermee te maken krijgt. Het is gewoon deel van het schrijfproces om de eerste zin niet op papier te kunnen krijgen. Geen paniek dus! Hieronder volgen tien tips voor het schrijven van je eerste zin.

1. Durf een beslissing te nemen

Wat het vaak moeilijk maakt om te beginnen, is het gevoel dat je vóór de eerste zin eigenlijk al iets anders moet hebben gezegd; maar voordat je dit kunt zeggen, moet je eigenlijk wéér iets anders hebben gezegd, enzovoort. Je begint te denken dat je eigenlijk twee, nee: drie, nee: honderd dingen tegelijk moet zeggen. Vaak is dat een gevolg van onvoldoende focus en van de vrees om je vast te moeten leggen. Het helpt dan om bewust een beslissing te nemen over het hoofdargument van je tekst. Als je weet wat dat gaat zijn, wordt het makkelijker om dit vervolgens in je eerste zin in duidelijke bewoordingen te schetsen.

2. Begin niet met de eerste zin

Bij het schrijven van boeken is de inleiding vaak het laatste wat je schrijft. Dat kan ook voor de eerste zin gelden. Het kan helpen als je met een zin begint waarvan je niet denkt dat hij de eerste zal zijn, omdat dit de druk wegneemt die op zo’n zin rust. Je zult zien dat een zin veel makkelijker op te schrijven valt als je er niet te hoge eisen aan stelt.

3. Herschrijf gerust 

De eerste versie van een zin hoeft niet de definitieve te zijn. Je mag de zin altijd wissen en opnieuw opschrijven. Een bekende hoogleraar vertelde een keer dat hij over het algemeen vijf tot tien versies van een tekst schrijft voordat hij bij de uiteindelijke versie is. Dat geldt natuurlijk ook voor de eerste zin.

4. Stel je de lezer voor

Stel je een potentiële lezer van je stuk voor (maar niet je beoordelaar). Deze lezer probeer je bij de hand te nemen en je stuk binnen te leiden. Wat verleidt deze lezer om je stuk binnen te stappen? Pak eens een paar boeken uit de kast en bekijk de eerste zin: vaak is deze prikkelend en kort.

5. Speedwriting

Een lege bladzijde kan behoorlijk intimiderend zijn – het laat je zien wat er allemaal nog níét staat. Je kunt de vrees hiervoor doorbreken door middel van speed writing. Dat is een oefening waarbij je een leeg document opent en erin schrijft zonder te stoppen. De tekst kan daadwerkelijk de tekst zijn die je moet schrijven, ook al is hij nog heel cru en ondoordacht; het kan ook iets heel anders zijn (bijvoorbeeld: “Ik weet niet wat ik moet opschrijven!”). Wat je ook opschrijft, het is belangrijk dat je niet stopt. Zet jezelf een limiet, bijvoorbeeld een tijdslimiet van 10 minuten, of een bepaalde hoeveelheid tekst. Je kunt je zelfs als doel stellen het hele hoofdstuk, of zelfs het hele boek, binnen een uur af te schrijven. Dat wordt dan natuurlijk een kort hoofdstuk, en een nog korter boek – relatief gezien. Maar het mooie is dat het niet ‘af’ hoeft te zijn, en deze gedachte alleen al helpt je om er überhaupt aan te kunnen beginnen. Het gaat er bij deze oefening om je vingers in beweging te houden, want dat is uiteindelijk de enige manier om woorden op papier te brengen.

6. Boei!

Schrijf een boeiende eerste zin. Probeer de lezer meteen te pakken, maak haar nieuwsgierig. Waarom is jouw onderwerp zo interessant?

7. Jij

Blijf bij jezelf. Als jij je eerste zin echt boeiend vindt, is de kans groot dat je lezer dat ook vindt.

8. Publiek

Let tegelijkertijd op je publiek. Probeer je in te leven in je lezer. Een academisch publiek zal andere zaken boeiend vinden dan een niet-academisch publiek.

9. Lengte

Maak je eerste zin niet te lang. Je lezer zal afhaken als hij meteen door een zin van vijf regels heen moet ploegen.

10. Duidelijkheid

Houd het duidelijk. Schets de essentie van je tekst, maar probeer niet je hele boek of thesis samen te vatten in de eerste zin.


Vlot en doelgericht schrijven kun je leren. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Tips voor het omgaan met je scriptiebegeleider

Tijdens je afstudeerperiode kan je scriptiebegeleider je beste vriend of je ergste vijand zijn. Sommige docenten hebben een engelengeduld, helpen je altijd, staan voor je klaar met uitleg en koffie als je wilt sparren: andere begeleiders lijken er wel genoegen in te scheppen om studenten te zien lijden. De meeste begeleiders zitten ergens tussen die twee extremen in – ze zijn, kortom, gewoon menselijk. Wat in elk geval helpt is om je begeleider niet te irriteren, maar zo veel mogelijk goede feedback van hem of haar te vragen.

Hoe irriteer ik mijn scriptiebegeleider?

  1. Stuur werk op dat maar half af is, zodat de begeleider niet weet wat er nagekeken moet worden en alleen maar let op wat er nog níet af is.
  2. Stuur een stuk vol taal- en spelfouten.
  3. Mail hem of haar op rare momenten van de dag – de meeste begeleiders schrikken als je hen om vier uur ’s nachts mailt. Ze vragen zich dan af of je wel gezond bezig bent.
  4. Kom afspraken niet na, kom niet opdagen, en negeer zijn of haar e-mails.
  5. Overvraag je begeleider voor elk klein puntje.

Hoe heb ik juist het meeste aan mijn scriptiebegeleider?

  1. Maak vaste afspraken over wanneer je wat af hebt en stuur dan ook een volledig hoofdstuk dat aan alle richtlijnen voldoet.
  2. Zorg ervoor dat een tweede paar ogen je tekst heeft nagekeken voor je iets stuurt. Let ook op spelfouten in je e-mails!
  3. Mail je begeleider op vaste momenten om mee te delen wat je van hem of haar verwacht. Bijvoorbeeld: elke maandag een FYI (for your information) waarin je de voortgang beschrijft. Zet er dan expliciet in dat je geen antwoord hoeft!
  4. Maak een vaste serie afspraken, houd je aan die afspraken, en mail na elke afspraak (ook telefonische) een gespreksverslag, zodat je zeker weet dat jij en de docent elkaar goed hebben begrepen.
  5. Bewaar je grotere vragen voor de persoonlijke afspraken met hem of haar. Zorg er ook voor dat je een stuk dat je wilt bespreken minstens 24 uur van te voren mailt (en zeker vóór het weekend!) Kleine dingen, zoals hoe je in de APA-stijl verwijst naar een artikel met meerdere auteurs, zoek je zelf op!

Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Studieruimte in Amsterdam

Studeer je aan HBO of universiteit en krijg je thuis niet genoeg gedaan aan je studie? Waarschijnlijk komt dat doordat thuis niet echt een goede studieruimte is. Veel studenten gaan al gauw series kijken, stofzuigen of eindeloos in alle uithoeken van internet rondsurfen, maar voelen zich uiteindelijk schuldig dat ze niet genoeg gedaan hebben aan het einde van hun dag.

Onder veel studenten heerst het beeld dat ze gewoon thuis moeten kunnen studeren, want de rest doet het tenslotte ook. En de studenten die wel de discipline hebben om niet thuis te gaan zitten, geven aan dat het in de bibliotheek of universiteit ook niet altijd lekker werkt: Je komt veel medestudenten tegen en het is lastig om jezelf de hele dag te motiveren. Zo eindigt je dag vaak eerder, of wordt een gezellige lunch- of koffiepauze langer dan je dacht.

Studieruimte om zelfstandig te studeren

Veel studenten weten de studieruimte van hun eigen hogeschool of universiteit wel te vinden, en ook de OBA is velen niet onbekend. Maar wist je dat je met een Eduroam-account op heel veel plaatsen in Amsterdam (en de rest van Nederland) WiFi kunt oppikken? Zo hoef je dus niet altijd in de bieb te zitten waar al je studiegenoten komen, maar kun je eens afwisselen.

Misschien maakt een andere fijne werkplek al dat je een stuk effectiever studeert. Probeer vaste studietijden aan te houden. Een herhaalafspraak in je agenda zetten doet wonderen! Houd je aan die afspraken alsof je naar je werk gaat; dat zeg je namelijk ook niet zomaar af. Ook zijn er programma’s als Cold Turkey (Windows) of SelfControl (Mac) waarmee je afleidende websites kunt blokkeren.

Studeren onder begeleiding

Vind je het, ondanks bovenstaande tips, toch lastig om jezelf een hele dag aan de slag te houden? Kom dan eens langs bij Studiemeesters. Je kunt een hele dag (van 9 tot 5) in onze studieruimte aan de Rapenburgerstraat studeren.

Een dag bij Studiemeesters heeft een heel ander effect dan thuis of in de bibliotheek studeren. Dat komt omdat Studiemeesters veel meer biedt dan alleen een studieruimte. Naast een prettige stilteruimte met internet, is er namelijk altijd een begeleider aanwezig die op je planning let. De dag wordt opgebroken in blokken, waardoor je niet maar doelloos gaat zitten werken, maar ook écht moet bedenken wat je die dag wilt gaan doen. Dat maakt dat je veel gerichter werkt. Bovendien zit je er niet de hele dag in je eentje, maar met studenten van allerlei verschillende studies. Zo ga je gezamenlijk pauzeren, maar ook samen weer aan de slag! Je zou het dus kunnen vergelijken met huiswerkbegeleiding, maar dan voor studenten.


Met de juiste aanpak verspil je minder tijd en energie. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Hoe houd je je scriptie onder controle?

Wanneer je een onderzoeksopzet of een scriptie schrijft, heb je een kans om te laten zien wat je geleerd hebt. Dit is jouw moment! Zorg dus dat je je scriptie onder controle houdt; laat de scriptie er niet met je vandoor gaan en leer op tijd om hulp te vragen.

Maar wat nu als….

…je begeleider niet tijdig reageert en je werk telkens maar half gelezen heeft.
Spreek je begeleider hierop aan; wees proactief, maar ook begripvol. Maak van tevoren duidelijke en heldere afspraken over de verwachtingen over en weer. Een professionele houding wordt gewaardeerd en eveneens beloond: lever op tijd in, communiceer over eventuele vertragingen, geef inzicht in je planning en bespreek problemen. Mocht een begeleider niet genoeg tijd voor de begeleiding hebben, kaart dit aan bij je docent, studieadviseur en/of decaan. Wees niet bang om te vragen, maar blijf redelijk.

…je telkens afgeleid wordt wanneer je eigenlijk aan je onderzoek/scriptie moet werken.
Ook dit is een vorm van studieontwijkend gedrag. Probeer je onderzoekstijd af te bakenen en creëer regelmaat en structuur in je dagindeling. Sta op tijd op, eet op vaste tijden en ga op tijd naar bed. Bewaak je studietijd: studeren is je werk. Het kan helpen om een vaste studeerplek te kiezen, bijvoorbeeld in de bibliotheek, bij een vriend(in) of in de studieruimte bij Studiemeesters. Houd je werkplek vrij van afleiding, hierbij is internet zowel je grootste vriend als vijand. Indien nodig, installeer software op je computer die de toegang tot bepaalde sites tijdens studieuren afsluit.

…je vast zit en je er zelf niet uitkomt.
Leer tijdig te (h)erkennen dat het niet lukt. Vastzitten is niet iets om je voor te schamen en ook geen teken dat je het niet kan. Soms betekent het gewoon dat je het nodig hebt om met iemand anders van gedachten te wisselen en zo orde te scheppen in je hoofd. Een andere keer kan het betekenen dat je een bepaalde vaardigheid nog moet leren en dat je hier meer hulp bij nodig hebt. Natuurlijk kan vastzitten in het scriptieproces ook een symptoom zijn van een onderliggend probleem of ziekte, bijvoorbeeld tijdgebrek of depressiviteit. Wat het ook is, blijf niet vastzitten. Geef aan dat het niet goed gaat bij vertrouwelingen en schroom niet om professionele en/of academische hulp in te roepen.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Tips voor het kiezen van een scriptieonderwerp

Allereerst: kies een onderwerp of probleem dat je daadwerkelijk interesseert of intrigeert. Dit moet altijd de basis zijn voor je onderzoek en scriptie, omdat plezier motiveert!

Maar wat nu als…

…je begeleider niet enthousiast reageert?

Zie dit niet als kritiek op je onderwerp, maar als een uitdaging om samen tot een goede vraagstelling te komen. Leg uit wat je fascinerend vindt aan het onderwerp. Omschrijf waarom het onderwerp/probleem belangrijk is binnen je vakgebied. Benoem verbanden. Luister naar het commentaar van je begeleider en probeer zijn/haar bezwaren te vertalen naar een alternatieve aanpak van het onderwerp dat je interesseert. Gegarandeerd: samen komen jullie tot een aanpak die jullie allebei tevreden stemt!

…er al heel veel over dit onderwerp geschreven is?

Verval niet in de fout om alles te willen herhalen dat geschreven is, maar onderzoek welke discussiepunten onderbelicht zijn gebleven in het debat. Vaak is dit een goede basis voor een kritische beschouwing van het bestaande onderzoek en je theoretische onderbouwing voor het belang van een vervolgonderzoek.

…je geen geschikt bronnenmateriaal/onderzoeksdata/literatuur kan vinden?

Dit is een lastige noot om te kraken. Dwing jezelf creatief en associatief te denken: bedenk relevante verbanden; benoem concepten waar je onderwerp mee te maken heeft; praat met studiegenoten, vrienden en familie over je onderwerp. Praten helpt, omdat het je dwingt om gedachten te ordenen. Mocht dit allemaal niet tot een resultaat leiden, dan moet je misschien alsnog een ander onderwerp kiezen. Hopelijk heeft je associatieve manier van denken al een alternatief, aanverwant onderwerp opgeleverd.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Perfectionisme en studie

Veel studenten vinden hun eigen prestaties nooit goed genoeg. Als ze een acht hebben, hadden ze ook een negen kunnen hebben door nèt even iets harder te studeren. Als ze hun scriptie op tijd inleveren had er nog wel een hoofdstuk extra bij gekund. Als de docent een compliment geeft, is dat vast omdat de docent een beetje neerkijkt op hun kunnen. Deze houding heet perfectionisme en kan iemand volledig laten blokkeren.

Perfectionisme klinkt als een goede eigenschap: je hebt hoge standaarden voor jezelf en je wil alleen perfect werk afleveren. Toch is perfectionisme voor veel mensen juist een desastreuze eigenschap: ze blijven zo lang hangen in de details, dat ze de grote lijnen niet meer zien; ze missen zo vaak deadlines, dat ze het gevoel hebben dat ze iets extra’s moeten afleveren; ze werken zichzelf helemaal in de stress en de spanning, tot een black-out aan toe.

Wat kun je doen aan je eigen perfectionisme:

  1. Kijk realistisch naar de opdracht: wat moet er precies gebeuren? Ga de opdracht niet groter maken dan deze al is.
  2. Plan en herplan, elke dag! Zo houd je de rode draad in de gaten.
  3. Leer complimenten te ontvangen. Als een docent zegt dat hij of zij je werk goed vindt, neem dat dan ook gewoon aan.
  4. Bedenk je ook dat docenten vaak alleen maar kritiek geven, en zelden complimenten. Op een tentamen is aangestreept wat fout is, in je scriptie staat een rode streep door stukken die niet goed zijn. Leer dat te incasseren door te kijken: hoe kan ik dit verbeteren? Durf ook te vragen wat je docent wel goed vond.
  5. Bedenk je dat je in opleiding bent, als je alles al kon had je geen opleiding nodig. Fouten maken mag dus!
  6. Houd jezelf de volgende wijsheid voor: het maakt niet uit dat je fouten maakt, het gaat erom wat je ervan leert om die fouten te herstellen en later te voorkomen.
  7. Vergelijk jouw werk altijd met dat van een ander. Is jouw scriptie even lang als gemiddeld? Is je literatuurlijst even lang? En kies daarbij niet die ene student die net zo perfectionistisch is als jij, maar een gemiddelde student.
  8. Kom vooral langs bij Studiemeesters om te laten inschatten hoe erg je perfectionisme precies is. Dit is gratis en je krijgt gelijk persoonlijke tips!

Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Tien tips voor het schrijven van je scriptie

Je scriptie kan een vervelende, moeilijke periode zijn. Als je geneigd bent studieontwijkend gedrag te vertonen, als je afbakenen moeilijk vindt, als je statistiek of SPSS lastige materie vindt, dan wordt een scriptie een gebed zonder end.

Studiemeesters heeft niet alleen de meeste ervaring met scriptiebegeleiding van heel Nederland, maar heeft ook de beste prijs-kwaliteitverhouding, omdat studeren al duur genoeg is.

Daarom biedt Studiemeesters de mogelijkheid om eerst gratis te komen kennismaken. Bij het kennismakingsgesprek bekijken we eerst waar je tegenaan loopt bij het schrijven van je scriptie. Aan de hand daarvan maken we direct een plan voor hoe je dit het beste kunt gaan aanpakken!

Maak daarom vandaag nog een afspraak voor een kennismakingsgesprek.

En tot die tijd, hier zijn tien tips om je verder te helpen:

  1. Zoek een onderwerp waarvan je veel weet en waar je passie ligt.
  2. Denk goed na over je hoofdvraag: zorg ervoor dat deze niet vaag is, maar concreet en goed te onderzoeken.
  3. Ga pas schrijven als je zeker weet wat je wil vertellen.
  4. Schrijf niet langer dan vijf uur per dag, en neem voldoende pauze.
  5. Bedenk: het is maar een groot essay/werkstuk, geen levenswerk.
  6. Maak gelijk een literatuurlijst die voldoet aan de richtlijnen en houd die goed up to date.
  7. Schrijf alle zoektermen op die je gebruikt.
  8. Als je aan het schrijven bent, maak je dan nog even niet druk om mooie woorden en complexe zinnen: je kunt je stuk altijd nog verbeteren, mooier maken en opschonen.
  9. Laat in elk geval je onderzoeksmethode goedkeuren door je begeleider voor je op pad gaat.
  10. Plannen, plannen, plannen! Een sterke planning is het halve werk.

Zonder vertraging een goede scriptie schrijven? Dat kan! Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Hoe maak je een goede planning?

Met een planning studeer je sneller en efficiënter. Moeilijk? Nee hoor, ook plannen kun je leren!

Vaak geven studenten aan dat ze nog nooit echt met een planning gewerkt hebben, of dat ze er wel een hadden, maar het niet werkte. Ze hebben het gevoel dat ze zich er toch niet aan kunnen houden, of ze vinden het te moeilijk om in te schatten hoeveel tijd dingen kosten. Doordat ze het gevoel hebben dat ze zich definitief vastleggen door een planning te maken, zijn ze juist minder geneigd om dit te doen.

Het is echter een misvatting dat een planning iets is wat altijd vast blijft staan. Zie een planning dan ook niet als iets om je krampachtig aan vast te houden, maar juist als steuntje in de rug. Houd je planning flexibel door marges in te bouwen voor vertraging of onverwachte tegenslagen en bekijk elke week je voortgang. Zo kun je op tijd ingrijpen als je vertraging oploopt, zodat je niet voor onaangename verrassingen komt te staan!

Een goede planning maak je door de volgende vier stappen te doorlopen:

Stap 1

Maak een lijst van alles wat je moet doen. Als een taak te groot is, deel je hem op in kleine, behapbare stukjes. Een goede tool om dit overzichtelijk mee te doen is bijvoorbeeld WorkFlowy.

Stap 2

Schrijf per onderdeel op hoeveel tijd je er aan kwijt bent. Tel dit op en je weet hoeveel tijd je nodig hebt om vóór je deadline klaar te zijn.

Stap 3

Maak een lijst met daarop alle data tot aan je deadlines. Schrijf achter iedere datum hoeveel uur je op die dag wilt besteden aan je studie. Tel dit op en je weet hoeveel tijd je beschikbaar hebt tot aan je deadlines.

Stap 4

Puzzel het in elkaar. Vergelijk het aantal uren van stap 2 met die van stap 3. Heb je genoeg tijd om alles voor je deadline af te hebben? Zo niet, waar ga je tijd winnen? Je kunt daarbij ook gebruik maken van de prioriteitenmatrix als je het lastig vindt om keuzes te maken. Reken terug vanaf je deadlines: Moet je nog vijftien uur werk verzetten in drie weken? Plan dan vijf uur per week in.

Doordat je een beter overzicht hebt van de taken die gedaan moeten worden en wanneer je ze gaat doen, zul je merken dat je meer ontspannen kunt zijn op de momenten die je vrij gepland hebt.

Stap 5 – Studiemeesters


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Welk type sogger ben jij?

Je kunt met zekerheid zeggen dat, als je studeren voor tentamens, opdrachten maken en andere zaken uit blijft stellen, je nooit succes zult hebben.

Dat is de eerste reden voor uitstelgedrag: mensen vinden het soms beangstigend om een opdracht in te leveren, want wat als er kritiek op komt? Wat als mijn presentatie niks wordt gevonden? Ook omgekeerd zie je het: als ik afstudeer, wat dan? Krijg ik wel een baan? Kan ik mijn master wel aan? Deze mensen zijn de zogenoemde “gespannen soggers”.

De tweede oorzaak ligt in ervaring: als je eerder weg bent gekomen met dingen op het laatste moment doen, construeer je een beeld van jezelf waarin je denkt dat je het beste werkt met strenge deadlines. “Ik werk het beste onder druk” is nooit waar: waarschijnlijk werk je slordiger en lever je werk af dat ondermaats is vergeleken bij wat je echt kunt. Zonde! Mensen die dit gedrag hebben aangeleerd noemen we “ontspannen soggers”.

De derde oorzaak is de angst om een beslissing te nemen. Als je voor een bepaald onderwerp voor je presentatie kiest, of als je een opdracht inlevert, is het meteen zo definitief: je kunt dan niet meer terug. Je kunt eeuwig blijven twijfelen aan je eigen beslissingen: was het niet beter geweest als je toch een andere opdracht had gekozen? Als je dit bekend in de oren klinkt ben je een “twijfel-sogger”.

De vierde oorzaak is het idee dat er niet genoeg van je wordt verwacht. Als je voor je gevoel samenwerkt met een groep mensen van wie je niks kunt leren aan een opdracht die saai voor je is omdat je al weet wat er gaat gebeuren, dan heb je de neiging om te denken: is dit alles? Hoe kan ik het interessanter maken? Waarom zijn de mensen om me heen zo weinig ambitieus? Deze mensen noemen we de “Groucho Marx-soggers”, naar de beroemde komiek die geen lid wilde worden van een club die zulke lage standaarden heeft dat ze hemzelf als lid zouden accepteren.

Interessant is dat iedereen wel eens iets uitstelt vanwege bovenstaande vier redenen, maar dat we meestal een dominant type hebben als het op de studie aankomt. De eerste stap naar de oplossing van efficiënt studeren is bepalen wat jouw houding is ten opzichte van je studie. Sommige mensen hebben meerdere houdingen: ze vinden bijvoorbeeld een opdracht voor statistiek zo moeilijk dat ze die niet inleveren (gespannen sogger), maar ze stellen een andere opdracht uit omdat ze denken ermee weg te kunnen komen (ontspannen sogger). Denk er dus goed over na.

Wil je weten welk type sogger jij bent? Doe dan nu onze SOG-test. Je krijgt dan direct do’s en don’ts voor jouw type uitstelgedrag.


Stop met uitstellen. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Vijftien tips voor goed presenteren

Veel studenten gaan een klein beetje dood als ze horen dat ze moeten presenteren voor hun werkgroep. Dat is volstrekt normaal: iedereen die er nog weinig mee heeft geoefend, vindt spreken in het openbaar heel eng. Je moet namelijk live, terwijl er twee dozijn ogen naar je kijken, een verhaal vertellen zonder te gaan stamelen of grote fouten te maken. Gelukkig is presenteren te leren!

Studiemeester en sociaal psychologe Selina heeft vijftien tips geschreven over presenteren. Zij is zelf (met vallen en opstaan) erg goed geworden in presenteren en ze deelt nu haar geheimen.

1. Vertrouw op een goede afloop
Een goede presentatie valt of staat met het geloof in jezelf en je boodschap. Als je zelf niet in je verhaal gelooft, hoe ga je er dan voor zorgen dat je publiek het wel doet? Heb je hier moeite mee, vraag dan een goede medestudent, vriend of collega naar jouw sterke punten. Schrijf deze op een post-it en plak die op je spiegel. Herhaal voor jezelf zeker twee keer per dag deze goede punten terwijl je jezelf in de spiegel aankijkt.

2. De spanning mag niet winnen
Het is niet erg om een beetje gespannen te zijn voor een presentatie. De spanning moet echter niet zo groot worden dat je dichtklapt en je vertrouwen op een goede afloop verliest. Het ervaren van een beetje spanning houdt je scherp, maar je moet er natuurlijk niet aan onderdoor gaan. Houd in gedachten: iedereen vindt spreken in het openbaar eng! Als je merkt dat je moeite hebt om te ontspannen, ga dan op zoek naar goede ontspanningsoefeningen of ga bijvoorbeeld eens naar yoga.

3. Neem de tijd voor voorbereiding
Begin op tijd. Dan kun je in alle rust de presentatie één of meer keren oefenen. Ook heb je dan de tijd om ergens langer over na te denken als je twijfelt, of om leuke voorbeelden, filmpjes of plaatjes te zoeken om er je presentatie mee te pimpen en om proefkonijnen te zoeken om je presentatie op te oefenen.

4. Werk op normale tijden en ontspan regelmatig
Het heeft geen zin om om 12 uur ’s nachts je presentatie voor te bereiden of om tien uur achter elkaar te blokken. Het is belangrijk om ontspannen de presentatie voor te bereiden en tijdens je presentatie ontspannen over te komen. Bereid je presentatie voor tijdens de dag, zodat je je ’s avonds kunt ontspannen. Kun je de avond voor je presentatie niet slapen? Lees dan onze slaaptips.

5. Bedenk waarom je iets presenteert / zorg voor een pakkende inleiding
Zorg voor een duidelijke inleiding op de presentatie. Maak duidelijk waarom jouw presentatie zo interessant is en wat het belang is van deze presentatie. Je geeft het publiek dan een reden om te blijven luisteren.

6. Koppel je kennis
Zorg ervoor dat je presentatie een logische volgorde heeft, maak duidelijk waar je naar toewerkt en speel in op de voorkennis van het publiek. (“Wat stellen jullie je voor bij x?”, of: “Hoe zouden jullie dit plaatje interpreteren?”) Hierdoor koppel je de kennis die jij wilt overdragen op het juiste niveau aan het publiek. Dit maakt het voor jouw publiek gemakkelijker de informatie op te nemen en weer terug te halen.

7. Wees enthousiast
Zorg ervoor dat je in de presentatie enthousiast overkomt. Je moet soms in een presentatie een saaie theorie behandelen. Het kan dan veel schelen als je dit enthousiast doet en veel voorbeelden geeft om de theorie te verduidelijken in plaats van dat je een aantal sheets met definities voorleest. Bedenk je ook dat je niet het publiek wilt laten zien hoe goed jíj het begrijpt, maar dat je ervoor moet zorgen dat zíj de stof begrijpen. Blijf dus je publiek op enthousiaste wijze betrekken bij de stof.

8. Face your fears
De mensen die het meest bereiken, zijn de mensen die altijd proberen hun obstakels te overwinnen. Presenteren is heel spannend, en het is helemaal niet erg als je daar zenuwachtig over bent. Maar probeer er ook steeds beter in te worden! Probeer te bedenken waar in een presentatie jouw obstakel ligt en hoe je dit obstakel kunt wegnemen. (Bijvoorbeeld: “Ik heb een accent.”) Door dit vooraf te doen krijg je inzicht in hetgeen jij moeilijk vindt en heb je vervolgens vaak al een idee hoe je dit op kunt lossen. Ook kom je er dan vaak achter dat het obstakel helemaal geen obstakel hoeft te zijn. (Het accent is onderdeel van jou en mensen kunnen je prima volgen.)

9. Zorg voor verschillende werkvormen
Het is bij een presentatie belangrijk om het publiek op verschillende manieren te prikkelen. Hierbij kun je denken aan het toevoegen van een filmpje, maar ook aan het stellen van de juiste open vragen aan het publiek. Het uitdelen van een simpele opdracht kan de stof verduidelijken en interessanter maken.

10. Vind een natuurlijke houding die het voor jou fijn maakt om te presenteren
Zorg tijdens de presentatie voor een stabiele en rustige houding. Voor jezelf kan het soms fijn zijn om heen en weer te lopen. Maar dit kan op het publiek onzeker overkomen, en doordat je constant beweegt ben je minder goed te verstaan. Oefen thuis met verschillende houdingen. Zachte sprekers kunnen beter staan, omdat je stem dan verder draagt. Stram staan met een trillend papiertje in de hand is ook niet best: als je erg zenuwachtig bent, is het beter om te zitten.

11. Haal adem
Zorg ervoor dat je tijdens je presentatie rustig adem blijft halen en geconcentreerd blijft. Probeer je niet te laten afleiden door een publiek dat rare dingen doet. Dat het publiek soms rare dingen doet, heeft namelijk niet altijd wat met jou te maken. Oefen met rustig in- en uitademen tijdens het spreken.

12. Bekijk de zaal en de omstandigheden van tevoren
Niks is zo erg als een powerpointpresentatie te moeten aanhoren zonder slides (“Mijn usb opent niet op dit systeem”), of houten armbanden te horen kletteren op de lessenaar (“Niet aan gedacht”), of iemand die zijn presentatie zittend wilde doen, heel ongemakkelijk op een wiebelend krukje te zien zitten. Een generale repetitie op locatie is meestal de moeite waard!

13. Wees nonchalant, maar niet onvoorbereid
De beste sprekers komen over alsof ze de speech uit de mouw schudden zonder na te denken. Dat wil niet zeggen dat ze hun presentatie niet urenlang hebben voorbereid: vaak kennen ze hem zo goed dat ze heel ontspannen hun verhaal kunnen vertellen zonder constant op hun papier te hoeven kijken. Als jij je presentatie zo goed oefent dat je ook kunt praten zonder te hoeven voorlezen, kom je het meest natuurlijk en zelfverzekerd over.

14. Langzaam aan!
Praat langzamer dan je normaal zou doen. Laat stiltes vallen als je van het ene onderwerp naar het andere onderwerp overgaat. Oefen dit!

15. Doe een voorbeeld na
Kies een mooie spreker uit en luister naar hoe deze spreekt: tempo, intonatie, enzovoorts. Mijn studenten noemden de volgende voorbeelden:

Engelse sprekers: Carl Sagan (van Pale Blue Dot); David Attenborough (BBC-natuurprogramma’s) en Gore Vidal (Amerikaanse schrijver).

Nederlandse sprekers: Jan Marijnissen (politicus); Frits Bolkestein (politicus) en Frits van Oostrom (wetenschapper).


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Tips voor verschillende typen soggers

Niemand stelt het eten van een lekker toetje of het chatten met een leuke medestudent uit. Het lijkt logisch: leuke dingen stel je niet uit. Toch is het handig om eens stil te staan bij de taken die je wel gemakkelijk doet en de taken die je lastig vindt om op te pakken, vol te houden en af te ronden.

Gespannen soggers moeten uitkijken voor klussen die ze niet goed kunnen overzien. Ben je een gespannen sogger? Zorg er dan voor dat je altijd weet wat er van je verwacht wordt. Vergelijk je werk met dat van medestudenten: dan zie je dat het allemaal wel meevalt. Zorg ervoor dat je iemand hebt die je steunt en er voor je is. Ga mensen uit de weg die hard tegen je zijn over je studie of je proberen te motiveren met straf. Straf jezelf niet, maar beloon. Hak een complexe taak op in stukjes. En vooral: durf hulp te vragen!

Ontspannen soggers stellen taken uit die ze saai vinden of niet nuttig. Zulke taken kun je het beste meteen doen: als je al begint met uitstellen krijg je het zeker niet af. Daarnaast hebben ontspannen soggers vaak aangeleerd dat uitstelgedrag toch tot een prima resultaat leidde. Elke toekomstige taak die daarop lijkt zal dus hetzelfde effect hebben: ook die zal worden uitgesteld tot het laatste moment. Zorg ervoor dat je die cyclus doorbreekt! Daarnaast hebben ontspannen soggers baat bij strenge docenten en grondig toezicht. Kies mensen om je heen die je smoesjes niet pikken.

Twijfel-soggers hebben moeite met vaag omschreven taken met een open einde. Zorg er dus voor dat je gelijk beslissingen neemt, liefst met je docent erbij: waarover ga je een opdracht maken, welk boek ga je samenvatten? Leg deze beslissingen meteen vast en hou je daaraan. Daarnaast kun je het beste tegen iemand met wie je goed kunt discussiëren zeggen dat je er last van hebt. Zodra je twijfelt spreek je die persoon aan. Deze laat je dan met argumenten zien dat je oorspronkelijke idee niet zo gek is. En bedenk je dat de impact van zulke keuzes maar beperkt is. Op de lange termijn maakt het echt niet uit of je nu opdracht A of opdracht B maakt. Zolang je maar kiest!

Groucho Marx-soggers – genoemd naar de komiek die geen lid wilde zijn van een club die zulke lage standaarden heeft dat ze hemzelf als lid zouden accepteren – zitten waarschijnlijk op een verkeerd niveau. Zij kunnen het beste verdieping aanbrengen in hun studie door bijvoorbeeld vrijwillig extra opdrachten te maken, naar een bepaald gemiddelde te streven om toegelaten te kunnen worden tot een zwaardere studie of iets concreets te doen met de geleerde stof, zoals een blog beheren. Ben je een Groucho Marx-sogger? Zorg dan dat je iemand om je heen hebt die je af en toe extra stimuleert door je aan het denken te zetten.

Stop met uitstellen!

Studieontwijkend gedrag is nergens voor nodig. Sterker nog, het berokkent jou en iedereen om je heen erg veel schade. Ga dus bij jezelf te rade wat de oorzaak is van je gedrag en bestrijdt deze met gepaste maatregelen. Accepteer je eigen smoezen, angsten en twijfels niet. Je bent ooit begonnen aan die studie omdat je er iets van wilde maken. Gooi dat niet weg!


Stop met uitstellen. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

10 voorwaarden om lekker te studeren

Veel studenten nemen zich regelmatig voor om thuis écht te gaan studeren. Ondanks dit goede voornemen lukt het ze vaak niet om een begin te maken, of als ze al beginnen haken ze snel af. Veel studenten geven aan dat ze als ze zijn begonnen met studeren vaak stoppen als ze “even” pauze nemen. Hoe zorg je nu dat je gaat studeren als je het je hebt voorgenomen? En hoe zorg je dat je ook echt doorstudeert als je begonnen bent?

  1. Facebook.com, Nu.nl, Telegraaf.nl, Youtube: sluiten! (Hier zijn programma’s voor, zoals Cold Turkey of SelfControl.)
  2. Telefoon: uit!
  3. Zorg voor voldoende daglicht, zeker in de donkere maanden – dat hebben je hersenen nodig!
  4. Zorg voor een eigen plekje om te studeren – het liefst een plek zonder afleiding
  5. Breek iedere taak op in kleine porties. Vind je dit lastig? Schrijf dan eens op wat je ieder halfuur hebt af gekregen
  6. Probeer je in te leven in wat je docent van je verwacht – wat zou jij verwachten als je hem was?
  7. Leg een leeg vel papier naast je werkblad. Schrijf alle losse dingetjes die in je opkomen daarop en hou je aan je planning
  8. Zoek andere mensen op – medestudenten die ook aan de slag zijn met het leren van tentamens of het maken van opdrachten
  9. Begin gelijk als je een opdracht krijgt
  10. Is je niet precies duidelijk wat er van je verwacht wordt? Zoek dat dan eerst uit vóórdat je begint!

Met de juiste aanpak verspil je minder tijd en energie. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Studeren met ADD of ADHD

Ja, we weten het, mensen met ADD of ADHD hebben een haat-liefdeverhouding met structuur: Ze zouden het liefst helemaal geen structuur hebben, en hebben er vaak een vreselijke hekel aan om te plannen. Maar ervaring heeft geleerd dat in de juiste omstandigheden zo’n structuur goed aan te houden is, en je ook echt effectiever laat werken. Misschien lukt het thuis niet, of zonder stok achter de deur, maar dat wil niet zeggen dat je het niet kunt!

Over het algemeen werken de volgende tips goed voor studenten met ADD of ADHD:

Blijf niet thuis zitten als je moet studeren

Het klinkt heel flauw, maar door jezelf weg te halen uit je “eigen” omgeving, met alle afleiding die daarbij hoort, creëer je een werkklimaat. En dat is erg belangrijk. Zie studeren dan ook als naar je werk gaan, daar kun je namelijk ook niet van alles tussendoor gaan doen.

Zorg voor een vast ritme

Door op vaste tijden naar bed te gaan en op te staan, zorg je dat je voldoende slaap krijgt op een nacht. (Dit lijkt heel vanzelfsprekend, maar voor mensen met ADD of ADHD is dit vaak nog best lastig!) Je bent dan beter uitgerust en hebt een vast ritme, waardoor je minder snel geneigd bent om je nog een keer om te draaien als je eigenlijk moet gaan studeren.

Plan superconcreet, en reflecteer hierop

Plan per uur in wat je gaat doen. Houd hierbij ook het SMART-principe in je hoofd: een doel moet Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden zijn. Hierdoor krijg je niet alleen een beter beeld van hoe snel je werkt, waardoor je planningen steeds realistischer zullen worden, maar raak je ook minder snel je tijdsbesef kwijt. Daarbij houd je als je je planning hebt afgemaakt ook tijd over om leuke dingen te doen, zonder je schuldig te hoeven voelen.

Onderscheid hoofd- en bijzaken

Zeker als je grote hoeveelheden moet leren, is het soms lastig om hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Maar er zijn manieren om te kunnen zien wat wel of niet belangrijk is. Let bij het lezen op kopjes, schuin- of vetgedrukte woorden, kaders, tabellen, grafieken, lijstjes, opsommingen, etc. Voorbeelden zijn leuk, maar niet de hoofdzaak. Waar zijn ze een voorbeeld van? Hierdoor kun je vrij snel de grote lijnen van een hoofdstuk doorwerken zonder alles regel voor regel te hoeven lezen.

Studeer samen met anderen

Zorg dat je met andere mensen afspreekt zodat je een stok achter de deur hebt. Het is heel makkelijk om je ’s ochtends nog even om te draaien als er niemand op je wacht. En door samen met de stof bezig te zijn, motiveer je elkaar en kun je elkaar lastige dingen uitleggen.

Neem op gezette tijden pauze

Het is beter om 3x 20 minuten te studeren dan in één keer een uur. Zet desnoods een wekker en zorg dat je ook DIRECT stopt als die gaat. En DIRECT begint als hij weer gaat na je pauze. No excuses! Je zult verbaasd zijn hoe veel je kunt doen in die korte blokjes.

Beloon jezelf

Als je een goede dag gehad hebt, zorg dat je daarna iets leuks doet.

Straf jezelf niet

Streng zijn voor jezelf kan goed zijn, maar té streng zijn zorgt er juist voor dat je in een negatieve spiraal terecht komt. Wees dus lief voor jezelf! Soms heb je een slechte dag, accepteer dit. Leer ervan en zorg dat de volgende dag beter is. Of laat het gewoon een slechte dag zijn, die hebben we allemaal wel eens.

Gebruik die hyperfocus!

Ondanks dat ADD en ADHD geassocieerd worden met een gebrek aan concentratie, kan het juist ook zorgen voor een hele sterke concentratie op één onderwerp. Dit wordt ook wel hyperfocus genoemd. Als iemand met AD(H)D iets interessant vindt, gaat het concentreren vanzelf makkelijker. Zorg dus dat je je studie zo kiest en inricht dat je de dingen doet die je écht leuk vindt. Vaak kun je dan nog veel harder werken dan de gemiddelde student, juist door die hyperfocus.

Wees niet bang om hulp te vragen

Vragen stellen is nooit stom, en je hebt alleen jezelf ermee als je vast zit en er niets aan doet. Jij bent verantwoordelijk voor je eigen succes, en als je dit kunt bereiken door extra hulp te vragen, prima. Dit getuigt van zelfkennis, niet van zwakte!

En boven alles: Ken jezelf!

Jij weet het beste wat wel (en vooral ook, wat niet) voor je werkt. Maak hier dus ook goed gebruik van. Ga eens na wanneer je wel of niet goed werkt. Ook al studeer je ’s nachts beter dan overdag, dan is dat blijkbaar hoe het voor jou werkt.

Kun je er alsnog de vinger niet op leggen waarom het niet lukt om lekker te studeren? Wij weten als geen ander dat er vaak een enorm gat zit tussen “best wel weten hoe het zou moeten”, en het daadwerkelijk zo doen. Dit is waarom we studenten de mogelijkheid bieden om hier op locatie, onder begeleiding te komen studeren. We helpen je bij het maken en bijhouden van een planning, en bekijken hoe jij het prettigst kunt studeren.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Hoe schrijf je een psychologie-paper? Het zandlopermodel

Als je een literatuuronderzoek moet uitvoeren voor een vak dat gaat over het gedrag van mensen (ook vaak bijvoorbeeld sociologie, criminologie, onderwijskunde, etc.) en hierover een paper moet schrijven, is het soms lastig te weten waar je moet beginnen. Maar als je de opbouw van een paper eenmaal onder de knie hebt, zul je zien dat een paper schrijven helemaal niet zo lastig is!
Houd in je hoofd dat het paper een zandloperstructuur heeft! Je begint breed in je inleiding (aanleiding, relevantie), gaat dan steeds smaller (werk toe naar je onderzoeksvraag en het beantwoorden hiervan), en eindigt weer breed (conclusie, implicaties). In je conclusie vermeld je geen nieuwe informatie meer!
Hieronder staat een boomstructuur die je kunt aanhouden bij het schrijven van een paper waarin je literatuuronderzoek beschrijft:

Inleiding

  • Achterliggende gedachte bij het artikel, aanleiding voor het onderzoek
  • Korte uitleg van de theorie, en verklaring van begrippen
  • Eerder onderzoek bespreken en relevantie van jouw onderzoek aangeven
  • Vraagstelling met hoofd- en deelvragen
  • Korte uitleg hoe het paper is opgebouwd

Deelthema(‘s)

  • Inleidende zin: wat ga je bespreken, en waarom?
  • Bespreking van de artikelen die bij dit deelthema horen. Hierbij beschrijf je kort per artikel:
    • Vraag
    • Proefpersonen
    • Wat gedaan/gemeten
    • Resultaten
    • Conclusie/kritiek
    • Geef ook tussen de artikelen aan hoe ze overeenkomen of elkaar juist tegenspreken. Op die manier bereid je vast de subconclusie voor, en maak je mooie bruggetjes tussen de verschillende alinea’s.
  • Na het beschrijven van de artikelen kom je tot een subconclusie
  • Daarna maak je een verbinding naar het volgende deelthema.

Conclusie

  • Antwoord op vraagstelling
  • Korte weergave van de subconclusies ter ondersteuning
  • Discussie-/kritiekpunten (hoe kun je het antwoord op je vraag verklaren?)
  • Suggesties voor vervolgonderzoek
  • Afsluitende zin (dit is een brede zin: je grijpt hier weer terug naar de relevantie van jouw onderzoek en koppelt het weer terug naar het probleemgebied en de praktijk)

Vlot en doelgericht schrijven kun je leren. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.