Grote hoeveelheden studiestof snel in je hoofd krijgen doe je zo

Je toets of tentamen komt eraan. De stof: een boek zo dik als een vuist, honderden slides, een map met submappen vol artikelen: help, hoe onthoud je al die studiestof? En: hoe krijg je dit ooit af voor je toets of tentamen begint?

Wat je niet moet doen

Lezen
De meeste studenten beginnen bij het begin en gaan lezen. Weleens geprobeerd? Na verloop van tijd vliegen de letters langs je ogen, en raak je je concentratie kwijt. In elk geval studeer je traag als een slak, je studiestof voelt saai aan, en je onthoudt niet genoeg. Gewoon lezen: niet doen!

Highlighten
Helpt het dan om bij het studeren je artikelen en boeken te highlighten met een markeerstift? Nee: de kans dat je te veel of te weinig highlight is heel groot. Daarnaast lees je daarna niet gemakkelijker door een tekst heen, met al die kleuren op papier of in beeld. Highlighten: niet doen!

Samenvattingen downloaden
Je kunt gratis of betaald andermans samenvattingen downloaden, er is een levendige handel in ontstaan. Vaak staan deze samenvattingen vol begrippen die je niet kunt volgen, en meer dan eens staan er nog fouten in ook. Niet aan beginnen!

Zelf samenvattingen maken
Samenvattingen maken is redelijk effectief, maar heel tijdsinstensief, en daardoor weinig efficiënt: de kans dat je de stof afkrijgt is niet zo heel groot. Heb je weinig tijd en veel stof? Niet aan beginnen!

Flashcards maken
Flashcards kunnen heel effectief zijn, als je een beperkte hoeveelheid schijnbaar willekeurige informatie in je hoofd moet stampen. Denk aan telefoonnummers, of tien woordjes in een taal die je volstrekt onbekend is. Maar grote hoeveelheid stof omzetten in flashcards is tijdrovend en weinig effectief.

Wat je wel moet doen

Verbanden leggen
De informatie die je moet kennen voor de toets is niet willekeurig samengesteld, maar heeft een onderlinge samenhang. Of het nu rechten of geneeskunde is, statistiek of bedrijfskunde, Latijn of communicatie: het vak heeft een doel, en alle informatie die de docent opgeeft leidt tot dat doel. Als je de verbanden begrijpt, ben je al op de helft!

Hoe pak je dat nu aan? Dat doe je door te kijken naar de informatie zoals die wordt gepresenteerd door de docent. De docent legt in de lessen en colleges uit waarom hij of zij iets uitlegt. Waarom bereken je een significantie? Waarom verklaren we menselijk gedrag met bepaalde modellen? Waarom zijn de beginselen van behoorlijk bestuur zoals ze zijn?
Deze verbanden kun je op verschillende manieren verwerken: ze uittekenen, erover praten met een medestudent, of overdenken terwijl je door het bos wandelt. Hoe je het doet, maakt niet uit, maar als je het waarom weet, weet je al veel meer dan iemand die alleen feitjes, rijtjes en formules heeft gestampt.

Structuren schetsen
Vervolgens schets je de structuren van de studiestof. Kijk eens naar de onderwerpen van de individuele onderwijsbijeenkomsten. Wat zijn de thema’s die de docent belangrijk vindt? Doe hetzelfde bij de artikelen en boeken die je moet bestuderen. Waarom deze onderwerpen? Waarom deze volgorde? Overzicht hebben van de structuur geeft je een zogeheten mentale kapstok om details aan op te gaan hangen.

Mentale kapstok volhangen
Nu ben je klaar om je mentale kapstok vol te hangen met details. Bedenk bij elk subonderdeel: wat wordt er van mij verwacht door de docent? Waarom juist deze details? En vervolgens breng je ze in kaart.

De laatste details: stampen!
Nu mag je, als dat moet voor het tentamen of de toets, de details die je wel moet weten in je hoofd stampen op en manier die bij je past. Dat doe je door proeftentamens te bestuderen en voor jezelf vragen te bedenken over deze stof in dezelfde stijl. Dus: open vragen oefen je door het vervaardigen van open vragen, en multiple choice-toetsen oefen je door voor jezelf multiple choice-toetsen te maken.

Veel succes!

Heb je weinig tijd en wil je een sluiproute naar een goed cijfer? Informeer eens wat de experts van Studiemeesters voor je kunnen doen.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Samenvattingen leren: stop met deze verkeerde studietechniek

Er is tegenwoordig een levendige handel in samenvattingen van boeken, lessen en colleges. Veel studenten gebruiken deze samenvattingen als studietechniek om te studeren. Dat is dom, vindt studiebegeleider en toetsspecialist Kinge Siljee.

Waarom werken samenvattingen niet?

Samenvattingen werken niet compleet niet! Het maken van een samenvatting van stof is een matige, enigszins effectieve manier van studeren voor tentamens en toetsen. Ze hebben vooral nut als je overzicht moet hebben van een grote set artikelen, jurisprudentie, boeken of casussen. Met korte samenvattingen kun je de essentie uit lange lappen tekst halen.
Maar de meeste studenten studeren als volgt: ze downloaden een dubieuze samenvatting van een website die er een dubieuze som geld voor vraagt, en vervolgens gaan ze die doorlezen. Zonde van je tijd, geld en moeite, en bovendien wemelen de meeste online samenvattingen van de fouten. Laat die online samenvattingen dus links liggen!

Wat werkt dan wel? Studenten geven aan samenvattingen te leren uit tijdsnood

Wat het beste werkt: kijk naar je doel. Je wil je toets of tentamen natuurlijk halen, dat is doel 1. Daarnaast wil je ook wat leren voor de rest van je studie en je leven, dus dat kan doel 2 zijn. Tot slot ben je misschien ook geïnteresseerd in de stof, dus dat is dan doel 3. Ik raad elke student aan een lijstje doelen voor zichzelf op te stellen. Hoe je studeert, moet daar dan bij passen.

Hoe studeer je dan effectief om je toets te halen? Dus dat eerste doel?

Die is gemakkelijk: oefen de toets. Begin bij je tentamen zelf. Kijk of het je lukt om een tentamen te maken met de stof van de lessen en colleges ernaast, en kijk of je de antwoorden zelf ook terug kunt beredeneren. Maak zoveel mogelijk opdrachten en examens, en probeer zoveel mogelijk de antwoorden zoals die van je zullen worden verwacht, na te bootsen.

Hè? De toets maak je toch als laatste? Nadat je alle stof hebt geleerd?

Nee, zeker niet: als je enige doel is het halen van je toets of tentamen, dan helpt het om de stof ook in die vorm te leren. Dus: oefenen, oefenen, oefenen, net zolang tot je alle vragen goed hebt. Loop dan door de lesstof heen en verwerk de informatie in soortgelijke vragen, die je ook weer oefent. Zo haal je met gemak een goed cijfer.

Maar…als dat werkt, waarom heb ik dan het boek? En waarom alle artikelen en slides en colleges en zo?

Omdat je niet alleen maar studeert om je tentamen te halen. Je hebt waarschijnlijk ook interesse in de stof, en je wil waarschijnlijk nog meer vakken gaan doen met deze onderwerpen, of werken in de echte wereld, of meer onderzoek doen. Dan is het heel fijn om voor meer te leren dan alleen voor je tentamen.

En hoe pak je dat dan aan?

Ook niet door samenvattingen te downloaden! Een dik boek slecht je bijvoorbeeld door de inhoudsopgave heel aandachtig door te nemen. Wat zijn de belangrijkste punten van dit onderwerp? In welke volgorde wordt dat gepresenteerd? Waarom worden juist deze onderwerpen benoemd? Vervolgens pak je de interessantste of meest relevante delen uit het boek, en die ga je aandachtig bestuderen, maar alsof je een boeiend nieuwsartikel leest, niet alsof je iets moet stampen. Nadat je een paragraaf uit hebt, schrijf je voor jezelf even wat boeiende feiten op, of je herhaalt ze voor jezelf, of je praat erover met een studiegenoot, met je broertje, of desnoods tegen je kat, maar je doet er iets actiefs mee.

Heb je tot slot nog een gouden tip?

Ja: studeer nooit passief. Dus: ga nooit achterover zitten met een boek, tenzij je de stof net zo spannend vindt als een spannend boek of heftige film. Je steekt op deze manier namelijk helemaal niks op. Dat geldt natuurlijk ook voor samenvattingen van het internet, alleen dan steek je niks op terwijl je naar de taalfouten van een ander zit te kijken.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Help, ik haal mijn planning nooit!

Maak je een keurige studieplanning, maar lukt het je nooit je daaraan te houden? De meeste studenten hebben daar last van. Met deze slimme technieken overkomt je dat niet meer.

1. Maak je planning concreet

Je planning moet je zo maken dat, als je deze aan een ander zou geven, deze persoon zonder extra uitleg je plan kan uitvoeren. Dus niet: “Vandaag ga ik verder aan Methoden” of “Hoofdstuk 3” of “Schrijven”, maar: “Ik wil morgen alle opdrachten van hoofdstuk 15 maken en controleren” of “Ik wil vandaag de analyse voor mijn opdracht voor het vak Theorie afronden en uitschrijven”. Een concrete planning kun je halen (duim omhoog voor jou!) of niet halen (geeft niks, voor de volgende keer dus iets ruimer plannen).

2. Beloon jezelf

Niks is zo lekker als ontspanning na inspanning. Dat is namelijk de ontspanning die je echt hebt verdiend. Zorg er dus voor dat als je een concreet doel hebt gehaald, je jezelf beloont met ontspanning: iets leuks doen met vrienden, een fijne film, een cappuccino met cacao, wat je maar motiveert.

3. Plan je vrije tijd ook in

De meeste studenten vergeten dat ze meer zijn dan een studeermachine. Je hebt meer in het leven dan studeren: ook ontspannen, sporten, feestjes, verenigingen, politiek, hobby’s, zorgtaken, fysiotherapie, noem maar op. Plan alles compleet in, en verwacht niet dat je tussen de bruiloft van je zus en de eerste dag van het festival een ochtend braaf gaat leren. Je kunt je pas aan de afspraken met jezelf houden als die afspraken met jezelf realistisch zijn bedacht!

4. Beschouw je studie als je werk

Sla je je werk wel eens over? Dat je denkt: geen zin, ik kom niet vandaag? Waarschijnlijk niet. Waarom sla je je belangrijkste taak, namelijk studeren dan wel over? Omdat niemand op je zit te wachten. Het voelt als iets wat je voor jezelf doet, en daardoor minder belangrijk is. Raar, eigenlijk: studeren is je belangrijkste taak! Beschouw een planning voor je studie dus als je rooster op je werk: dat zeg je af voor bruiloften en begrafenissen, maar niet om een kennis te helpen verhuizen of voor een terrasje.

5. Vraag hulp

Het maken van een goede planning is iets wat je moet leren. Lukt het met deze tips ook niet? Wees welkom bij ons, en krijg concreet planadvies waar je de rest van je studie wat aan hebt!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Drie tips om je beter te concentreren

Heb je moeite met concentreren? Probeer deze drie eenvoudige hacks eens uit.

1. Slaap regelmatiger

Slaap wordt enorm onderschat in onze maatschappij. We slapen veel te weinig en te onregelmatig. Bovendien slaap je slechter van alcohol, indrukken, regelmaat en kunstlicht, en dat hebben we in overvloed!

Probeer eens twee weken elke dag (ook op zaterdag) op dezelfde tijd in bed te liggen met een fijn leesboek, geen beeldschermen, geen alcohol. De wonderen die dat doet voor je concentratie zijn gigantisch.

2. Eet je slim

Van slecht eten word je trager en denk je slomer. Van een overvolle maag met vet zwaar voedsel, word je loom. Dat helpt je concentratie totaal niet. Eet licht en gezond, lekker en gevarieerd. Een maag die net geen trek heeft geeft de beste concentratie!

3. Zet de verwarming uit en het raam open

Frisse lucht, daglicht en een koele temperatuur zijn heel goed voor je concentratie. Veel moeheid, concentratieverlies en gapen komt door gebrek aan zuurstof in een bedompte kamer, verkeerd of te weinig licht en een warme, broeierige omgeving. Hou je scherp met frisse lucht en een koele ruimte!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Hoe studeer ik geconcentreerd?

Een hele dag studeren volhouden is niet eenvoudig. Hoe zorg je ervoor dat je studeren volhoudt?

Concentratieboog

Iedere persoon heeft een eigen concentratieboog. Een concentratieboog betekent de lengte waarin je je concentratie kunt opbrengen nadat je bent begonnen je te concentreren. De lengte van de concentratieboog kan sterk verschillen van persoon tot persoon, maar ook van taak tot taak.

Hyperfocus
Autistische studenten en studenten met adhd kunnen vaak in een hyperfocus terechtkomen, waarbij ze zich uren achter elkaar kunnen concentreren; en even zo vaak kunnen ze zich maar in korte stukjes tijd concentreren, soms maar tien minuten achter elkaar. De lengte van je boog wordt beïnvloed door je neurologische opmaak, je gezondheid, je interesse, je ervaring, je vermoeidheid en je stressniveau. Daarbij wordt je boog korter als je iets moeilijks moet doen, iets waar je angst of stress van krijgt, of iets waarbij je geen fouten mag maken.

Drie kwartier
De meeste studenten hebben bij de meeste taken die ze een hele dag willen kunnen volhouden een concentratieboog van drie kwartier, waarna ze een kwartier rust zouden moeten nemen. Aan het begin van de dag voelt dat als kort, en aan het einde als lang, omdat je vermoeid bent.

Plan je dag

Probeer eens een dag zo te plannen dat je in de ochtend vier blokken van drie kwartier studeert en tussendoor steeds een kwartier pauze inplant. Na de lunch doe je nog eens drie van zulke blokken. Noteer voor jezelf hoe dat gaat. Houd je het vol? Heb je na de pauzes nog zin om aan de slag te gaan (al dan niet met frisse tegenzin)? Zo ontdek je je eigen concentratieboog.

Lees ook drie tips om je beter te concentreren

Wil je eens proberen of het je lukt een hele dag geconcentreerd te studeren? Probeer eens een studiedag bij ons uit!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Hoe ga je weer studeren na je pauze? Wat de meeste studenten verkeerd doen

Je studeert dapper voor je online college, je scant je studieboeken, of je schrijft aan je opdracht of je scriptie. Je zet lekker door, al is het soms verwarrend en frustrerend. Op een gegeven moment vliegen je ogen telkens over hetzelfde stukje tekst, en de informatie valt gewoon door je heen. Je concentratie is op. Tijd voor pauze!

Je zet een leuke serie op, pakt er een game bij, struint sociale media af of gaat nieuws lezen. En dan is er een half uur voorbij: je zou weer moeten beginnen, maar ja, je game of serie speelt nog, je vriend belt, je bedenkt je dat je je was nog moet doen en er komt een mailtje binnen. De rest van de dag doe je van alles – of niets – maar in ieder geval niks meer aan je studie of scriptie. Herkenbaar? Zonde van je tijd! Zo voorkom je de post-pauze-lamlendigheid!

1. Wacht niet met pauzeren tot je gefrustreerd bent

Als de laatste hap van je lekkerste toetje telkens ranzig is, eet je niet met plezier verder aan je toetje. Een vriendin met wie je telkens eindigt met ruzie, zoek je niet graag op. Een serie waarvan de laatste minuten saai of irritant zijn, zet je niet snel weer op. Dit geldt voor iedere ervaring: als deze in een negatieve noot eindigt, dan vind je het moeilijker om daarna de motivatie op te brengen deze ervaring weer op te zoeken. Wacht dus nooit met pauzeren tot je helemaal leeg en vermoeid bent! Pauzeer op een moment waarop je het irritant vindt dat je je boeken en je stukken weg moet leggen. Zo heb je er na de pauze weer zin in!

2. Blijf niet achter je bureau zitten

Als je je pauze hebt op exact dezelfde plek als waar je werkt, is het veel moeilijker om een mentale switch te maken van ontspanning naar productiviteit. Daarnaast werkt een beetje bewegen, frisse lucht en verandering van omgeving ook tegen vermoeidheid en concentratieverlies. Ga een stukje lopen, fietsen, rekken of strekken. Bewegen hoeft niet heel doordacht en bewust, een rondje lopen met je studiemaat is net zo goed en verfrissend.

3. Beeldschermen weg!

We zitten bijna allemaal aan onze telefoons geplakt als we wachten op de bus, in ons eentje lunchen, even wat anders gaan doen dan studeren of schrijven. Toch is het veel beter om je ogen en je geest even rust te geven door niet naar een scherm te gaan kijken. Dat geldt des te meer als je voor je studie of scriptie ook je beeldscherm moet gebruiken: je ogen en brein zijn toe aan even rust! Praten met een heus mens in de wereld, of wandelen of fietsen door het groen, of muziek luisteren en dansen, of een podcast luisteren en voor je uit staren, of knuffelen met een dier, of even helemaal niets doen zijn veel betere alternatieven.

4. Reset jezelf met externe druk

Vind je het moeilijk om jezelf in het juiste ritme te zetten? Vraag eens een vriendin, een ouder, of Studiemeesters om je een dag te laten motiveren en aan de slag te gaan. Vaak zien vreemde ogen wat je zelf niet ziet: dat je ritme helemaal niet past bij je doelen of bij jou.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

De drie grootste energievreters die je studieplezier vergallen

Je hebt je ingeschreven voor je studie omdat je een plan had, een droom, een wens, een ambitie, of een interesse. Studeren kan heel leuk zijn, maar er zijn energievreters die je motivatie grondig kunnen slopen en als sneeuw voor de zon doen verdwijnen. De symptomen van een door energievreters gesloopte motivatie? Geen zin om te beginnen met studeren of door te zetten, uitstelgedrag, frustratie en weerzin.

Als je elke dag weerzin moet overwinnen om te gaan studeren, is het tijd om goed te kijken welke energievreter hiervoor verantwoordelijk is en wat je daaraan kunt doen. Tijd om weer plezier in je studie te krijgen!

1. Negatieve feedback

In sommige fases van je studie, zoals je scriptie of bij lastige vakken, is de meeste feedback die je krijgt negatief. Je krijgt een hele lijst van alle dingen die je fout doet tot je een voldoende haalt. Je levert een opdracht in, en de feedback voelt heel erg afkrakerig. Je krijgt een hoofdstuk terug, en de hele kantlijn staat vol met kritiek. Je maakt een toets, en je krijgt een onvoldoende, en bij de inzage zie je wat je allemaal fout hebt gedaan.

Negatieve feedback is vreselijk, en het is niet raar dat je dat wil vermijden en telkens een zuurdere smaak in je mond krijgt als je denkt aan je studie of je scriptie. Psychologen weten: positieve feedback stimuleert en negatieve feedback ontmoedigt. Negatieve feedback voelt alsof je nooit iets goed kunt doen, want zodra je iets doet, krijg je een negatief gevolg.

Wat doe je hieraan? Eenvoudig: focus op je successen, en zie feedback als onderwijs (want dat is het ook). Met andere woorden: tel de punten die je al hebt gehaald eens bij elkaar op, of kijk welke vakken je al met goed gevolg hebt afgerond. Zie feedback als een manier om te leren – leren schrijven, onderzoeken, uitvoeren of kennis beheersen. Als je het allemaal al kon en wist, had je je studie namelijk niet nodig!

2. Uitstelgedrag

Studieontwijkend gedrag is een gevolg van demotivatie, maar ook een oorzaak ervan. Met andere woorden: als je studeren uitstelt, ga je de neiging hebben om nóg langer en nóg meer uit te stellen. Het is namelijk helemaal niet leuk om een serie te kijken, op het strand te liggen of naar de bioscoop te gaan terwijl je weet dat je eigenlijk zou moeten studeren of schrijven. Die grote vormloze berg aan taken die nog liggen wordt steeds groter en onoverzichtelijker, en drukt steeds zwaarder op je gemoed.

Wat doe je hieraan? Stoppen met uitstellen is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan, en er is een heel scala aan technieken om uitstelgedrag te voorkomen. De belangrijkste is: vind de oorzaak waardoor jij uitstelt, en zorg ervoor dat je dat gericht aanpakt. En in het algemeen geldt: probeer samen met anderen te studeren, dat motiveert doorgaans beter dan alleen studeren.

3. Verkeerde studeertechnieken

Je hebt over zes weken tentamen, dus je bent er vroeg bij. Maar: waar begin je met studeren? Met die vuistdikke boeken? Met de slides? Met samenvattingen? Omdat je ergens moet beginnen, pak je het boek en je begint met lezen. Maar je kunt je aandacht er niet bijhouden. En ineens is het zover: morgen is de toets, en je hebt het boek niet uit en je snapt voor je gevoel tachtig procent van de stof niet. Wat is er toch gebeurd?

Het antwoord is: je gebruikt een verkeerde studeertechniek, waardoor je niet onthoudt van je moet onthouden, en niet oefent wat je moet kunnen laten zien op de toets. Hoe gebruik je dan een goede studeertechniek?

De juiste manier van studeren voor een toets bepaal je als volgt: het moet passen bij de toetsvorm, bij de vorm waarin de studiestof wordt aangeboden, èn bij jou als persoon. Je komt daar achter door te experimenteren met verschillende manieren van studeren. Wil je meer te weten komen over op welke manier jij het studeren beter aan kunt pakken? Kom eens kennismaken bij Studiemeesters, dan diepen we dat samen uit.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Effectief studeren: de beste tips voor thuisstudeerders

Als je zoekt op advies over hoe je gemotiveerd studeert, is de belangrijkste tip die je altijd tegenkomt: studeer niet thuis! Thuis kun je jezelf moeilijk motiveren, je gaat sneller wat anders doen, en je kunt je daarna ook niet lekker ontspannen als er een hele stapel studieboeken in je blikveld liggen.

Soms zijn er omstandigheden waarin je niet anders kunt dan thuis studeren of je scriptie schrijven. Bijvoorbeeld tijdens een lockdown, of als je afhankelijk bent van faciliteiten thuis, of als je buitenshuis snel overprikkeld bent. Hoe pak je studeren binnenshuis aan?

1. Creeër een toegewijde studieplek

Het voordeel van niet studeren waar je eet, slaapt, ontspant of sport, is dat je mentaal schotten kunt zetten tussen activiteiten. Niet steeds herinnerd worden aan die leuke serie, die was die moet worden gedaan, de e-mail die moet worden beantwoord of je sociale media waar interessante berichten verschijnen, is al gratis winst. Jezelf steeds verzetten tegen de neiging om iets anders te gaan doen kost je veel energie.

Er zijn mensen met geluk: die hebben de beschikking over meerdere kamers. Deze mensen kunnen het best een kamer zo inrichten dat deze alleen bedoeld is voor de studie. Kan dat niet? Zorg er dan voor dat de andere functie van de kamer niet gezellig en eindig is, zoals de was uithangen en opvouwen of je belastingpapieren invullen.

De meeste mensen hebben geen extra kamers, en het kan zijn dat je actieradius zo groot is als één kleine kamer. Zorg er dan voor dat je één plek helemaal reserveert voor studeren, scriptie schrijven, en opdrachten uitwerken. Op die plaats mag je niks anders doen dan studeren! Doe dit op je laptop ook: maak een studieprofiel aan, waar je niks anders doet dan studeren. Niet je werkmail checken, niet het nieuws lezen, niet even een berichtje aan een vriend sturen: alleen studeren!

2. Studeer samen, ook als je alleen bent

Samen studeren motiveert en inspireert. Misschien heb je een huisgenoot met wie je goed samen kunt studeren, of is je vader ook vanuit huis aan het werk, of komt de buurvrouw bij jou zitten om aan haar boek te schrijven.

Ook als je niet thuis kunt of wilt afspreken met een persoon, helpt het om een virtueel studiemaatje te zoeken. Als je aan het begin van je dag elkaar belt om elkaar te motiveren, je planning doorneemt, en elkaar aan afspraken houdt, is het een stuk moeilijker om je studie te ontwijken of je scriptie uit te stellen.

3. Let op je welzijn

Thuis studeren kun je ook gemakkelijk te veel doen, en je kunt daarbij vergeten dat je een mens bent met lichamelijke noden. Je hebt gezond eten, daglicht, beweging, sociale contacten, slaap, ontspanning, en een schone omgeving nodig, zeker als je stress hebt voor tentamens of in spanning zit over je scriptie. Let er dus op dat je ook naar buiten gaat, en dat je niet te lange dagen maakt. Ideaal is: opstaan, ochtendroutine, een uur of zeven à acht aan je studie, en daarna een uur of acht ontspannen, bewegen, sociale contacten opzoeken en huishouden doen. Daarna op een redelijke tijd naar bed. Probeer niet onregelmatig te studeren of meer dan acht uur in een dag te proppen, die meeruren zijn zelden effectief.

4. Vraag op tijd om hulp

Het is gemakkelijk om in slechte gewoontes te blijven hangen en jezelf de schuld te geven van wat niet lukt. Zorg ervoor dat je op tijd aan de bel trekt als het niet goed gaat met je studie, je scriptie of met jou. Dat mag eerder dan je denkt: ook als je twijfelt of het wel goed gaat, kun je aan je familie, vrienden, huisarts, decaan, studieadviseur of begeleider vragen of je op de juiste weg bent. Ook onze deur staat altijd voor je open: wij helpen je graag met het optimaliseren van je studietijd, met de lastige hobbels in je scriptie, met je motivatie thuis, en met het voorkomen van uitstelgedrag bij het studeren voor je tentamens.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Survivalgids voor autistische studenten

Ben je autistisch en studeer je? Dan is er nu een publicatie die je niet mag missen, de Survivalgids voor autistische studenten van Kinge Siljee. Met deze Survivalgids is er eindelijk een complete gids voor hoe je studeert, maar ook hoe je student bent, dus hoe je vrienden maakt, woont, werkt en jezelf aan het werk zet.

Kinge Siljee is de oprichter van Studiemeesters en publiceerde al eerder Je scriptie de baas en Studieontwijkend gedrag de baas.

Elk jaar studeren duizenden autistische studenten niet af, omdat het hen niet lukt om hun draai te vinden op het hbo of de universiteit. ‘Doodzonde’, vindt Kinge Siljee, de auteur van de Survivalgids. ‘Het studeren mislukt niet vanwege autisme, wat wel vaak wordt gedacht. Integendeel: autisme is geen zwakte of stoornis. Maar de lessen, colleges, zelfstudie, tentamens, opdrachten en toetsen zijn niet ingericht voor mensen die neurologisch op een andere manier functioneren. Simpel gezegd: autistische studenten lopen niet vast op de inhoud of op hoe hard ze werken, maar op randzaken: communicatieverwachtingen van docenten en scriptiebegeleiders, de vorm waarin een tentamenvraag wordt gesteld, of een bibliotheek waar het lawaai van een handbalvereniging in doordringt.’ Zorg er dus voor dat jij niet bij de uitvallers hoort!

Hoe helpt Survivalgids voor autistische studenten jou?

Veel mensen denken dat je alleen maar een slim brein nodig hebt om af te studeren. Studenten die afstuderen, zijn slim. Studenten die niet afstuderen, hebben kennelijk niet hersenen die goed genoeg functioneren. De mensen die dit denken, hebben het allemaal compleet bij het verkeerde eind.

Intelligentie is een voorwaarde om te studeren, maar niet de enige voorwaarde. Bij lange na niet! Je moet student zijn, dus: keuzes maken over wonen, werken, vrije tijd, plannen, geld, et cetera. En niet te vergeten: je moet ook nog studeren, en daarvoor heb je motivatie en doorzettingsvermogen nodig. Voor motivatie en doorzettingsvermogen is het van belang dat je de zin inziet van wat je doet, dat je niet bang bent voor de stof en je toetsen, dat je weet wat belangrijk is en wat niet belangrijk is, en dat je positieve ervaringen hebt met eerdere inspanning. Daarnaast is het van belang dat je de regels van de opleiding volgt en dat je tempo maakt. Tot slot is het belangrijk dat je begrijpt wat je docenten van je willen en dat zij begrijpen wat jij wil communiceren, bijvoorbeeld in je scriptie.

Welke onderwerpen komen in Survivalgids voor autistische studenten aan bod?

Dit boek behandelt om die reden vier grotere thema’s. Als eerste hoe je werkt aan je eigen welzijn en geluk. Ten tweede hoe je praktisch je studentenleven kunt inrichten. Ten derde hoe je je eigen voortgang bewaakt. Het laatste deel gaat over hoe je studeert: onderwijs, toetsen, opdrachten en schrijven. Hierbij krijg je een hoop toegepaste tips die voor iedereen gelden en ook tips die voor de meeste autistische studenten goed werken.

De hoofdstukken kun je los lezen, maar ook in volgorde doornemen. Er staan heel veel praktische tips in, en het geeft volgens de autistische studenten die het boek gebruiken goede inzichten in hoe je je studie en je studentenleven aanpakt.

Dit boek is een praktische handleiding voor alle autistische studenten die hun studietijd willen overleven en ervaringen willen opdoen, resultaten willen halen en plezier willen hebben. Deze survivalgids is een compleet handboek van élk aspect van het studentzijn: van studeren, tot wonen, van communiceren tot gelukkig zijn.

Wat zeggen autistische studenten zelf over dit boek en de auteur?

‘Ik heb drie onafgemaakte studies op mijn naam staan. Steeds liep ik vast – of de oorzaak nu een overhaaste studiekeuze, of de overdaad aan groepsprojecten was. Voor mij komt dit boek dus te laat (geen zorgen, het is goed gekomen met me hoor!), maar ik denk dat Kinge Siljee vele anderen kan helpen wél hun opleiding met succes te doorlopen.’

Bianca Toeps – webontwikkelaar, fotograaf en schrijver van bestseller Maar je ziet er helemaal niet autistisch uit.

‘Kinge Siljee heeft de magische superkracht om de ingewikkelde materie van het studeren en van het zijn van een wezentje in de wereld te vertalen naar termen die ik als autistische student begrijp. Alsof je ondertiteling hebt bij een Franse film, waardoor alles ineens heel gemakkelijk te volgen is. Héérlijk, aanrader.’

Maarten – autistisch en inmiddels master of science

Nieuwsgierig geworden? Bestel het boek Survivalgids voor autistische studenten van Kinge Siljee bij de boekhandel, koop je exemplaar bij een vestiging van Studiemeesters, of bestel het online bij Amsterdam University Press.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Doorstuderen na je hbo

Wij bij Studiemeesters vinden studeren leuk. Daarom snappen we heel goed dat er veel studenten zijn die na hun hbo-studie nog verder willen doorstuderen. Maar welke mogelijkheden zijn er allemaal? Kan ik naar de universiteit, hoe lang duurt het, en -ook niet onbelangrijk- hoe ziet dat er financieel uit? Ook als je al een hbo-propedeuse of bachelor hebt, zijn er nog steeds veel goede opties om door te studeren. In deze blog zetten we alles op een rij.

Hbo-master

Na je hbo-bachelor kun je doorgaan met een hbo-master. Deze zijn echter vrij zeldzaam. Sommige hbo-masters zijn direct toegankelijk vanuit een aansluitende bacheloropleiding, andere eisen een aantal jaren werkervaring of een relevante werkplek. Het belangrijkste verschil tussen een hbo-master en een wo-master is dat een hbo-master gericht is op de praktijk. Vaak volg je deze dan ook in combinatie met een relevante werkplek. Je kunt een hbo-master volgen in voltijd (één jaar) of in deeltijd (twee jaar). Bij de voltijdopleiding heb je opnieuw recht op het studentenreisproduct. De opleiding kost rond de €2000 per jaar.

Wo-bachelor

Met een hbo-propedeuse kun je je aanmelden voor een bachelor aan de universiteit. Dit is opnieuw een driejarige studie, waarbij je weer in jaar één begint. Je kunt niet zomaar met je hbo-propedeuse naar de universiteit; de meeste instellingen houden intakegesprekken om te kijken of ze je geschikt vinden voor de opleiding. Mocht je hierdoorheen komen, dan kun je beginnen. Bij een nieuwe bachelor heb je geen recht meer op het studentenreisproduct als je die al vier jaar hebt gehad tijdens je vorige studie. Wel mag je nog geld lenen bij DUO; de maximale leentermijn voor een student is tien jaar, dus als je hier vier jaar gebruik van hebt gemaakt, kun je deze vorm van financiering nogmaals inzetten. Het collegegeld is voor EU-studenten dan nog steeds rond de €2000 per jaar. Ook een wo-bachelor kun je in sommige gevallen in deeltijd volgen, maar dan heb je geen recht meer op het studentenreisproduct.

Wo-premaster en -master

Met een hbo-bachelor kun je ook naar de universiteit. Hierin heb je twee opties. Je zou kunnen beginnen met een nieuwe bachelor aan de universiteit, wat opnieuw een driejarige opleiding is. Het nadeel hiervan is dat het veel tijd en veel geld kost. Omdat je al een bachelor hebt gehaald, moet je in plaats van het gewone collegegeld het instellingscollegegeld betalen; dit kan oplopen tot zo’n €12.000 per jaar.

Een andere optie is om na je hbo-bachelor een universitaire masteropleiding te gaan volgen. Vaak moet je dan eerst een éénjarige premasteropleiding doen. Om aangenomen te worden voor de premaster moet je een toelatingsprocedure doorlopen; hiervoor moet je een motivatiebrief en een essay schrijven. Bij een Engelstalige opleiding moet je ook vaak nog een tentamen Engels afleggen (zie: studiemeesters.nl/studietips/toefl-cambridge-ielts-examen/).

Als je door deze selectie heen bent, kun je beginnen met de premaster, waarna je kunt doorgaan met de masteropleiding zelf. Bij een premasteropleiding en een aansluitende masteropleiding heb je opnieuw recht om te lenen en heb je eveneens recht op het studentenreisproduct. Het collegegeld is rond de €2000 per jaar. De meeste premaster- en masteropleidingen bieden ook een deeltijdprogramma, maar dan heb je geen recht op het studentenreisproduct. De premaster duurt vaak één jaar, een master soms één of twee jaar.

Sommige universiteiten hebben een speciale master die toegankelijk is voor mensen met enkel een hbo-bachelor, dus zonder premaster. Dit is wel vrij zeldzaam. Een voorbeeld hiervan is de master Artistic Research aan de UvA, waar je binnen kunt stromen met een hbo-bachelor van de kunstacademie.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Tips voor het volgen van online colleges

Jos van Leeuwen & Dewi Houthoff

Universiteiten en hogescholen zijn massaal overgestapt op onderwijs op afstand. Daardoor behoren online hoorcolleges tegenwoordig voor veel studenten tot de orde van de dag. Dit zal nog wel even zo blijven, aangezien we ons volgens het kabinet moeten voorbereiden op een anderhalvemetersamenleving. Of je het nou leuk vindt of niet, online hoorcolleges zullen de komende periode dus een belangrijk deel vormen van het lessenpakket. Maar hoe kun je deze het beste inzetten bij het voorbereiden van opdrachten en tentamens?

Bereid je online college goed voor

Benader het voorbereiden van een online college op dezelfde manier als bij een fysiek college. Lees vooraf de stof door en bepaal op welke onderdelen je je tijdens het college extra moet focussen. Het voordeel van online colleges is dat je veel reistijd bespaart. Zie dit als extra tijd die je kunt besteden aan het voorbereiden. Het kan natuurlijk verleidelijk zijn om je colleges vanuit bed te volgen. De hele dag chillen in je badjas, wie wil dat nou niet? Toch is het verstandig om je voor een online college klaar te maken zoals je dat normaliter ook zou doen. Sta op, kleed je om, maak een goed ontbijt voor jezelf en neem plaats aan een tafel of bureau. Zorg voor een rustige en opgeruimde werkomgeving. Doe het raam open en zet een karaf water klaar. Door je ochtendritueel te volgen breng je jezelf automatisch in een actieve houding.

Kun je je online college terugkijken? Noteer timestamps

Een groot voordeel van online colleges is dat deze vaak naderhand als video worden geüpload. Terwijl je een normaal college maar één keer kunt bijwonen, kun je een online college dus zo vaak bekijken als je wilt. Bij het maken van aantekeningen is het aan te raden om per onderwerp timestamps te noteren. Een timestamp is een vermelding van het tijdstip waarop een onderwerp aan bod komt. Tijdens het leren kun je dan precies doorspoelen naar het gedeelte dat je nog een keer wilt herhalen.

Kun je je online college niet terugkijken? Maak aantekeningen en printscreens

Soms worden colleges echter live gegeven en kun je deze naderhand niet terugkijken. Bedenk bij het maken van aantekeningen wat goed voor jou werkt. Pen en papier? Of notities in een Word-document? Het handige van een Word-document is dat je deze onderin of aan de zijkant van je beeld kunt openen, zodat je tijdens het kijken kunt meetypen. Ook kan het heel efficiënt zijn om printscreens te maken van belangrijke slides. Dit bespaart jou typewerk, zodat je aandachtiger kunt luisteren. De printscreens kun je in een document zetten, waarbij je vervolgens een toelichting kunt uitwerken. Bovendien zijn bestanden makkelijk online te delen en kun je onderwerpen snel opzoeken door middel van de zoekfunctie van Word (CTRL+F).

Nabespreken met medestudenten

Net als bij fysieke colleges is het aan te raden om de stof nog eens na te bespreken met je medestudenten. Plan daarom direct na de colleges een nabespreking met studiegenoten in. Dit is een goede stok achter de deur die voorkomt dat je het bekijken van de colleges gaat uitstellen. Spreek bijvoorbeeld een deadline af waarop je aantekeningen aan elkaar doorstuurt. Via videobellen kun je de stof bespreken en elkaar vragen stellen. Op deze manier maak je het studeren een stuk minder eenzaam en houd je contact met je studiegenoten.

Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder.

Meld je aan

Schrijven voor Juristen

“Als juristen werden betaald voor het aantal woorden dat ze schrijven, waren ze schatrijk.” Mijn scriptiebegeleider begon destijds zijn college met deze profetische woorden, en ik kan niet anders dan hem hierin gelijk geven. Als juristen hebben we vaak de neiging om meer, langere en vooral gecompliceerdere woorden te gebruiken, zelfs wanneer we beknopt en recht-toe-recht-aan zouden kunnen zijn. Waarschijnlijk is de bewuste overtolligheid in de vorige zin je wel opgevallen, wat het voorgaande punt dan ook illustreert!

In de praktijk is het echter raadzaam om niet meer woorden te gebruiken dan absoluut noodzakelijk is. Zo voorkom je dat een lezer in je stuk verdwaalt en zorg je ervoor dat het punt van je verhaal helder blijft. Lees hieronder de een aantal tips die je kunnen helpen een effectiever juridisch schrijver te worden, of meld je direct aan voor persoonlijke online hulp.

Meld je aan voor persoonlijke online hulp

1. Vermijd moeilijk taalgebruik

Goed schrijfwerk reflecteert een heldere gedachtegang en werkt toe naar een conclusie die gebaseerd is op een opeenvolging van logische beweringen. Gebruik daarom taal die zo simpel mogelijk is, zonder de lezer te verwarren met afkortingen en onnodig jargon.

2. Zeg wat je bedoelt en wees duidelijk

Als je wilt dat men je begrijpt, zeg dan precies wat je bedoelt. Selecteer je woorden zorgvuldig, zodat je precies die woorden gebruikt die jou helpen bij het maken van je punt. Laat duidelijkheid prevaleren boven grammaticale perfectie. Als jurist schrijf je immers om je argumenten te onderbouwen.

3. Wees beknopt, accuraat en helder

Schrijf met de behoeften van de lezer of cliënt in het achterhoofd, dus beknopt, accuraat en helder; ga niet onnodig diep op bepaalde zaken in.

4. Lees je tekst na

Herschrijven is een essentieel onderdeel van goed schrijven. Lees als je klaar bent je tekst nog eens na en kijk of de boodschap helder is verwoord. Als je een stuk twee keer moet lezen om het te begrijpen, is dat waarschijnlijk een teken dat je het moet herschrijven.

5. Tot slot

Denk eraan: je schrijfwerk is een reflectie van je vermogen om je gedachten helder te communiceren. Cliënten en lezers zullen je juridische vaardigheden des te meer waarderen als je hoogwaardige schrijfvaardigheid demonstreert door snel, efficiënt en intelligent complexe teksten te schrijven.

Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek op een van onze locaties of telefonisch. We helpen je graag verder.

Meld je aan

Studeren in tijden van het coronavirus: blijf veilig en maak er het beste van!

Op dit moment is er een pandemie gaande die wordt veroorzaakt door het coronavirus (officieel: COVID-19). Universiteiten en hogescholen hebben hun deuren gesloten, tentamens, examens en presentaties zijn uitgesteld. Jou is aangeraden het contact met anderen zoveel mogelijk te mijden. Misschien blijf je wel thuis, en zien je dagen er ineens totaal anders uit dan je had verwacht. Hoe maak je er toch het beste van in deze onzekere tijden? Lees hieronder de vijf tips van de specialisten van Studiemeesters of meld je direct aan voor persoonlijke online hulp.

Meld je aan voor persoonlijke online hulp

1. Probeer het tempo erin te houden

De meeste mensen zitten momenteel thuis met vragen als: hoe gaan mijn dagen er uit zien? Hoe lang gaat dit duren? Dit zijn allemaal logische, legitieme vragen, maar ze houden je ook tegen bij je doelen. Probeer dus je nieuws- en berichtjesconsumptie te beperken tot een aantal vaste momenten per dag. Probeer je verder zo goed en zo kwaad als het gaat aan een vast schema te houden. Probeer te studeren en te schrijven zoals je al van plan was te doen. Studeer alsof je deadlines en je tentamens en toetsen precies zo zijn als ze gepland waren.
Als je niet je studie bijhoudt, heeft dat tot gevolg dat je het later een keer in moet halen: ofwel je hebt een dubbele studielast in het volgende blok, ofwel je moet in de zomer examens zitten maken, ofwel je loopt studievertraging op. Dat wil je waarschijnlijk liever niet. Nu zijn alle leuke evenementen toch afgezegd, dus: aan de slag!

2. Maak van een hoekje thuis een kantoor

De deur uit gaan om te studeren is normaal gesproken een goede tip. Nu zullen we echter aanpassingen moeten doen. Zorg ervoor dat je ergens thuis een hoekje hebt waar je ongestoord aan de slag kunt gaan: een schoon bureau, wat koffie of thee, wat fruit, en een expliciete planning op tafel. Maak een schoon profiel aan op je computer waar je geen games, online filmdiensten, sociale media of andere afleidende zaken op installeert. Zet je telefoon op vliegtuigmodus of zet alleen internet uit zodat je nog wel gebeld kunt worden. Vind je het moeilijk om jezelf in de studiemodus te plaatsen? Houd je aan gewone studietijden, zit rechtop en kleed je aan alsof je naar buiten moet! Daarmee kun je jezelf “aan” zetten om de motivatie op te brengen die je nu hard nodig hebt.

3. Vergeet niet op je gezondheid te letten

Je gezondheid bepaalt je weerstand, dus let op dat je je eigen gezondheid bewaakt! Volg sowieso alle richtlijnen van de overheid en artsen op, dus bewaar afstand, was je handen, vermijd drukke plaatsen. Let ook op je gezondheid in het geheel: eet gezond, en ga ook naar buiten voor beweging en daglicht. Vergeet daarbij niet om 1,5 meter afstand te bewaren en blijf thuis als je klachten hebt die kunnen wijzen op besmetting met het coronavirus.

4. Plan voor wat je weet

Elke dag komt er nieuwe informatie over het virus. Er komt informatie over verspreiding, de gevolgen, speculatieve berichten over maatregelen, je kunt je dag vullen met informatie en opinie. Daardoor kun je ook geblokkeerd raken. Hoe gaat de toekomst eruit zien, voor jezelf, voor je geliefden, voor de wereld? Dat gevoel is legitiem, maar brengt je niet verder.
Voorlopig kun je het best plannen voor wat je wél weet. Houd richtlijnen aan, en plan alsof het gewone leven binnenkort weer zal lopen zoals het liep. Aan angstige gedachten heb je momenteel niets, hoe logisch en menselijk het ook is om nu te piekeren over de toekomst.
Plan deze dagen in als extra tijd om te werken aan opdrachten, door te studeren, je te oriënteren op je toekomstige studie, of simpelweg die artikelen te lezen die je normaal gesproken door drukte links laat liggen, maar die je wel verdieping geven bij je studie en je dus motiveren.

5. Vraag begeleiding op afstand aan

Thuis studeren alsof er niks aan de hand is, vergt veel van je. Natuurlijk zit je liever te gamen of een serie te kijken. Uiteraard is het spannender om het nieuws in de gaten te houden. En natuurlijk is het gemakkelijk om je over te geven aan angst of stress als je helemaal alleen bent. Daarom biedt Studiemeesters nu online studie- en scriptiebegeleiding aan.
Studiedagen in online-vorm bieden we aan voor de halve prijs. Meld je nu aan!

Meer lezen? Ga naar studiemeesters.nl/studietips voor onze andere blogs vol met studietips.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend (telefonisch) kennismakingsgesprek. We helpen je graag verder.

Meld je aan

12 Tips voor Eerstejaarsstudenten Rechten

Aangezien rechten geen vak is dat je op de middelbare school hebt gehad, hebben veel eerstejaarsstudenten moeite met het voorbereiden van een rechtententamen. Het is immers de eerste keer dat je te maken krijgt met dingen als wettenbundels en arresten. Hierdoor kan het voorkomen dat je als rechtenstudent niet helemaal goed weet waar je nou eigenlijk moet beginnen met leren; het is allemaal zoveel tekst! Je begint daarom maar lukraak samenvattingen te zoeken, wetsartikelen te highlighten of overal tabjes te plaatsen in de wettenbundel. Door alle onzekerheid kan zo’n voorbereidingsperiode voor een rechtenstudent een erg stressvolle ervaring worden. In deze blog wil ik een aantal tips geven om deze stress te verminderen en je te helpen je rechtententamen goed voor te bereiden.

1. GA NAAR DE COLLEGES

In de colleges worden bepaalde zaken besproken die op het tentamen zullen voorkomen en die niet in de literatuur te vinden zijn. Bovendien zijn de slides vaak niet erg behulpzaam als je de bijbehorende uitleg niet ten minste één keer hebt gehoord.

2. LEES DE VOORGESCHREVEN LITERATUUR

Aan de andere kant is het een veelgemaakte fout om de colleges als een vervanging voor het lezen van de literatuur te beschouwen. In de colleges kunnen namelijk nooit alle details van de wet worden uitgelegd, terwijl die juist heel belangrijk kunnen zijn voor het oplossen van een casus. Integendeel: de colleges gaan vaak over de grote lijnen van een bepaald rechtsgebied. Om de details te begrijpen, zul je de voorgeschreven literatuur grondig moeten bestuderen.

3. WEES VOORBEREID OP COLLEGES

Lees wekelijks al het materiaal dat in de studiehandleiding staat voorgeschreven. Het is heel moeilijk om een college te volgen wanneer je geen voorkennis hebt. Dit is vooral het geval als er juridische begrippen gebruikt worden waar je nooit eerder van gehoord hebt, iets wat in het eerste jaar vaak voorkomt. Je zult merken dat je veel meer uit een college kunt halen als je over de nodige voorkennis beschikt. Ook zul je merken dat je dankzij je voorkennis niet meer de drang voelt om aantekeningen te maken van alles wat de docent zegt. Je zult selectiever en efficiënter worden met de aantekeningen die je maakt.

4. HOUD DE STOF BIJ

Het is belangrijk om vanaf het begin bij te blijven met de wekelijkse stof, omdat de kans anders groot is dat je het niet meer kunt inhalen. Heb je een achterstand opgelopen, probeer die dan niet in te halen ten koste van de stof die nog komt, omdat je zo een steeds grotere achterstand creëert. Ook is het belangrijk om je leeswerk te doen in een rustige omgeving waar je niet wordt afgeleid, omdat je anders veel langer dan nodig bezig bent met het voorbereiden van een college.

5. MAAK AANTEKENINGEN VAN ARRESTEN TIJDENS HET LEZEN

Tijdens het lezen is het belangrijk om de relevante arresten over een bepaald onderwerp te noteren en deze kort samen te vatten. Hierbij kun je denken aan een korte omschrijving van de rechtsfeiten, de rechtsvraag en het rechterlijk oordeel. Er wordt namelijk niet van je verwacht dat je alle arresten tot in detail kent! Het gaat voornamelijk om de beantwoording van een bepaalde rechtsvraag met betrekking tot een bepaald wetsartikel.

6. HOUD DE RELEVANTE RECHTSBRON BIJ DE HAND TIJDENS HET LEZEN

In de literatuur bij rechtenvakken worden vaak wetsartikelen genoemd. De tekst gaat dan vaak over een uitleg van deze wetsartikelen, zoals de criteria, uitzonderingen en elementen ervan. Om goed te snappen waar de tekst over gaat, is het belangrijk om het wetsartikel in de wettenbundel bij de hand te hebben en zo nodig belangrijke zinnen te highlighten. Bij een rechtenstudie draait het immers om het begrijpen van de wet op zich.

7. VOORKOM HET STAMPEN VAN FEITEN

Bij het leren voor een rechtententamen is het kennen van de systematiek en de structuur van de wet veel nuttiger dan het onthouden van feiten en begrippen. Als je namelijk weet waar je de relevante informatie in de wet kunt vinden, hoef je een heleboel informatie niet te stampen. De juridische begrippen worden immers vaak in de wet al gedefinieerd of omschreven. Als je hem goed weet te gebruiken kun je je wettenbundel zien als een legaal spiekbriefje.

8. GEBRUIK TABJES EFFECTIEF

Als je in tijdnood komt met studeren, krijg je de neiging om maar lukraak tabjes te plaatsen in de wettenbundel bij alle artikelen die belangrijk lijken. Maar dit maakt je wettenbundel juist onoverzichtelijker, en dat zal je kostbare tijd kosten tijdens het tentamen. Daarom is het nodig dat je er al tijdens de voorbereiding op let dat de tabjes het beoogde doel zullen dienen: het snel kunnen navigeren door de wettenbundel tijdens het tentamen. Hierbij is het opnieuw belangrijk dat je de structuur van de wet kent, zodat je de tabjes strategisch kunt plaatsen. Je kunt ook verschillende kleuren gebruiken voor verschillende onderwerpen; dat bevordert de overzichtelijkheid.

9. MAAK OEFENTENTAMENS

Oefententamens kunnen een heel goed middel zijn om te testen of je goed bent voorbereid. Vooral bij multiple-choice-tentamens is de kans groot dat vragen uit tentamens van voorgaande jaren terugkomen. Op die manier kun je ook een idee krijgen van de soorten casussen die kunnen worden gegeven en kun je oefenen met de toepassing van wetsbepalingen op een casus.

10. STRUCTUREER JE ANTWOORDEN

Een veelgemaakte fout op tentamens is dat studenten een omschrijving geven van de wet, maar dit onvoldoende koppelen aan de casus in kwestie. Ook het omgekeerde is mogelijk, waarbij studenten uitspraken doen over een casus zonder hierbij de relevante wetsartikelen te noemen. Het is dus belangrijk de wet niet alleen te kennen, maar ook toe te kunnen passen op een bepaalde situatie. Om te voorkomen dat je deze fouten maakt, is het belangrijk dat je antwoord respectievelijk de volgende elementen bevat: relevante wetsartikelen, toepassing van de wetsartikelen op de casus, conclusie.

11. MAAK EEN STUDIEPLAN

Het is belangrijk dat je niet pas een week van tevoren begint met voorbereiden en daardoor informatie moet gaan stampen. Rechtententamens zijn niet louter een geheugentest, maar een test van het begrip van de wet en de argumentatieve vaardigheid. Om je werk effectief te verspreiden kun je een dagelijkse planning maken van wat je gaat doen, waarbij je niet al te hoge eisen stelt. Je zult merken dat het op de lange termijn efficiënter is als je elke dag een beetje doet. Ook is het belangrijk om data van tentamens en eventuele hertentamens te noteren om zo inzicht te krijgen in de vraag welke vakken prioriteit hebben tijdens het leren.

12. ZOEK OP TIJD HULP INDIEN NODIG

Het is normaal dat studenten moeite hebben met het begrijpen van de inhoud van bepaalde colleges, het voorbereiden van colleges, het voorbereiden van tentamens, het beheren van tijd en het daadwerkelijk maken van tentamens. Indien je ergens niet uitkomt is het verstandig om zo snel mogelijk hulp in te schakelen. Op die manier loop je geen achterstand op en is er voldoende tijd om de moeilijkheden aan te pakken. Bij Studiemeesters kunnen studenten terecht voor individuele begeleiding bij al de bovengenoemde aspecten!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Je scriptie de baas – hoe je stressvrij je scriptie schrijft

Kinge Siljee is de oprichter van Studiemeesters en auteur van het boek Je scriptie de baas. Al eerder publiceerde ze het boek Studieontwijkend gedrag de baas. Kinge is de meest ervaren scriptiebegeleider van Nederland, en daarom wilde ze alle adviezen die ze aan studenten geeft, bundelen in een boek. In dit interview geeft ze alvast enkele tips.

scriptiebegeleiding

Wat is de beste tip uit het boek voor studenten die een scriptie moeten schrijven?

Oei! Ik heb erg veel tips. Mag ik er ook meerdere geven?

Ja, tuurlijk.

Oké. Mijn eerste tip is: maak je leven scriptieproof. Zorg ervoor dat je scriptie in je leven past, en dat je ook andere activiteiten op de agenda blijft zetten die goed zijn voor je gezondheid en je ontspanning. Maar bedenk wel: je scriptie is je baan. Besteed daar dus voldoende tijd aan. Dat voorkomt dat je aan het einde hele nachten door moet werken om hem af te krijgen.

Gebeurt dat vaak, dat studenten nachten doorwerken?

Ja, vaker dan je denkt. Het is niet fijn om de hele nacht te moeten werken, je gaat dan ook haastige slordigheidsfouten maken. Je hebt geen tijd om je werk na te kijken of om je tabellen nog eens te controleren. Daarnaast is het slecht voor je geestelijke en lichamelijke gezondheid.

Tweede tip?

Mijn tweede tip is dat je vanaf het begin af aan goed in de gaten houdt wat je opleiding van je wil. Kijk eens naar voorbeelden van studenten die een goed cijfer hadden, en kijk naar de boeken en artikelen die je opleiding eerder aan je heeft gegeven. Wat voor soort onderzoek willen ze graag zien? Welke onderwerpen zijn in orde? Je wilt niet weten hoe vaak ik studenten moet begeleiden die voordat ze bij ons kwamen, een nagenoeg complete scriptie in de prullenbak hadden moeten gooien. Doodzonde van je tijd, je moeite én je motivatie.

Heb je nog een laatste, gouden tip?

Ja! Kies een onderwerp en een methode die jij leuk vindt. Je bent er twee, drie, soms wel zes of acht maanden druk mee. Je staat ermee op en je gaat ermee naar bed. Dat betekent dat het een onderwerp moet zijn waarin je je wílt verdiepen. Er zullen in je scriptieproces momenten zijn waarop je alles gaat háten: je onderwerp, de theorie, je methode, je begeleider. Hoe verder je dat moment van je weg kunt schuiven, hoe beter.

Haten? En hoe kom je daar dan weer uit?

Ja, haten. Niemand wordt blij van een verschoven literatuurlijst of een dataset met fouten erin. Als je je in die situatie bevindt, denk dan terug aan wat je hier las. Iedereen heeft dat grote haat-moment. Er valt niks aan te doen. Het beste is om op zo’n moment een kopje koffie te pakken, diep te zuchten en weer vol aan de bak te gaan. Vergelijk het met een verhuizing. Ergens halverwege denk je opeens: “Waar ben ik in vredesnaam aan begonnen?” Maar je zit niet bij de pakken neer; desnoods neem je even een korte rustpauze, maar je gaat door! En als je uiteindelijk klaar bent, kijk je met tevredenheid op de hele onderneming terug.

Is er ook nog iets wat je wilt afraden?

Ja. Je scriptie laten schrijven door iemand anders – dat moet je nooit ofte nimmer doen. Ten eerste is het fraude: het gaat immers om jóúw opleiding en jóúw scriptie, en jij moet dus bewijzen dat je het zelf kunt. Ten tweede is het niet verantwoord; je wilt zelf toch ook niet geholpen worden door een chirurg die niet haar eigen diploma heeft verdiend, of een taxichauffeur die een ander zijn rijexamen heeft laten doen? En bedenk ten slotte hoe verschrikkelijk trots jij op jezelf zult zijn als je je zelfgeschreven scriptie af hebt. Zoek hulp, maar wel de juiste; laat dus nooit een ander je werk doen, hoe wanhopig je nu ook bent! En laat je niet afschrikken: ook de meest wanhopige mensen heb ik weer aan het werk gekregen. Student, jij kunt dit ook!

Hoe komt het dat studenten onder begeleiding wél hun scriptie afmaken, en in hun eentje niet?

Dat verschilt erg van persoon tot persoon. De ene persoon heeft een writer’s block en krijgt geen letter op papier. Die persoon moet je laten zien dat je heus wel kunt schrijven, als je maar een goed plan maakt. Wij leren die studenten hoe je zo’n plan opstelt. Een andere student vindt SPSS moeilijk of weet niet hoe je interviews analyseert. Een volgende student heeft weer last van scriptie-ontwijkend gedrag, enzovoorts.

Heb je die tips weggegeven in je boek?

Ja! De meeste wel. Ik wilde de meest effectieve technieken en methodes toegankelijker maken voor studenten die niet naar begeleiding kunnen komen, bijvoorbeeld omdat Studiemeesters voor hen te ver weg is. Dit boek geeft toegang tot technieken waar alle studenten iets aan hebben.

Er zijn al veel scriptieboeken. Wat maakt dit boek anders?

Dit boek is heel concreet. Het begint niet met een ingewikkelde uitleg over de filosofie van het weten, maar het legt stapsgewijs uit hoe je de scriptie schrijft die jij wilt inleveren. Het begint met het scriptieproof maken van je leven en het eindigt met de verdediging van je scriptie. Alle tussenliggende stappen staan zo opgesomd dat je ze alleen nog maar hoeft uit te voeren. Daarnaast heb ik geprobeerd zo veel mogelijk overzichten te geven en zo min mogelijk uit te weiden in breedsprakige teksten.

Heb je daar een voorbeeld van?

Ja hoor! Ik geef in het boek bijvoorbeeld een overzicht van mogelijke scriptiebegeleiders die je kunt hebben en wat je kunt doen aan problemen die je hebt met je begeleider:

Trage Tom reageert nooit op e-mails, tenzij je een reminder stuurt. Hij doet gerust vier weken over het beantwoorden van een vraag, maar hij staat er wel op dat jij alle deadlines haalt.
Problemen die je kunt krijgen: Je loopt kans om je deadlines allemaal te missen. De meeste opleidingen geven je gek genoeg helemaal geen uitstel als je last hebt van een Trage Tom, zelfs al is al jaren bekend dat dit monstertje rondloopt op de instelling.
Wat je moet doen: Niet wachten op antwoord op je vragen. Stuur hem stukken op zonder vragen maar met mededelingen: “Ik heb hoofdstuk 2 in drie delen opgedeeld. Als het anders moet, hoor ik dat graag van u.” Dit is geen garantie dat hij het uiteindelijk goedkeurt, maar het maakt de kans dat hij niet terugkrabbelt wel groter.

Flip-flap Floris wisselt steeds van mening over wat je moet doen. Bij de eerste bijeenkomst staat hij erop dat je een bepaald boek invoegt in je theoretisch kader, maar een week later moet het er weer uit.
Problemen die je kunt krijgen: Je loopt het risico om helemaal verward te raken in zelftwijfel. Wie zegt dat de volgende keuze die je maakt, wél goed is? Wie zegt dat je niet weer onverwachts alles moet veranderen? Niks heeft zin, want je weet toch niet of het goed is, dus alles wordt willekeurig.
Wat je moet doen: Mail Flip-flap Floris na elke meeting een puntenlijst van zijn feedback, en zo concreet mogelijk. “Ik moet het boek van Kendiar invoegen in paragraaf 2.2”, bijvoorbeeld. Eindig met: “Ik hoor het graag als ik u verkeerd heb begrepen.”

Wazige Wanda is het type verstrooide professor. Hartstikke aardig, maar ze geeft nooit concrete feedback. Ze blijft enthousiast artikelen noemen die je zou kunnen lezen, maar je weet nooit of het nou verplicht is.
Problemen die je kunt krijgen: Je hele scriptieproces kan blijven hangen in de oriëntatiefase. Je blijft maar lezen en lezen, je scriptie verliest focus en afbakening, en op een gegeven moment weet je van voren niet meer waar je onderwerp van achteren begint.
Wat je moet doen: Neem controle over het proces en stel gerichte vragen. “Hierbij mijn conceptueel model met onderbouwing. Heb ik voldoende artikelen gebruikt?” Zo voorkom je dat ze je weer als een vakidioot zijpaadjes in stuurt.

Patricia Precies heeft altijd je stukken gelezen. En nog een keer gelezen. En ze wijst je er met hetzelfde gemak op dat je hoofdvraag niet deugt en dat je twee spaties achter elkaar hebt staan in de derde bijlage, achterin. Je krijgt documenten terug die zo bol staan van de opmerkingen dat Word een extra kolom invoegt, speciaal voor Patricia Precies.
Problemen die je kunt krijgen: Dit is uiterst inefficiënt. Ze is als iemand die een huis laat bouwen en tegelijkertijd kritiek heeft op het fundament en op de afwerking van de verf in de nok. Hierdoor werk je niet netjes vanuit de hoofdzaken naar de details toe, maar verbeter je teksten die je misschien later toch moet slopen.
Wat je moet doen: Patricia Precies kun je niet veranderen, maar je kunt wel voor jezelf haar feedback structureren. Kijk naar de zee van opmerkingen in de tekst, en negeer alle opmerkingen die over spelling en je bronnen gaan. Let daarbij op de hoofdvraag: heeft ze daar inhoudelijke kritiek op? En op je deelvragen? Dan kun je daar het best mee beginnen. Vraag haar desnoods mondeling om toelichting.

Laatdunkende Lars geeft je het gevoel dat je een domme sufferd bent. Hij reageert op je vragen en opmerkingen soms enkel met “???” in de kantlijn, of op zo’n geïrriteerde toon dat je niet weet waar je moet beginnen om dit goed te maken.
Problemen die je kunt krijgen: Het is heel slecht voor je zelfvertrouwen als je nooit iets maakt wat goed genoeg is. Je gaat jezelf waardeloos voelen, en het hele plezier in je scriptie verdwijnt. Je durft Laatdunkende Lars ook niet meer te benaderen voor vragen.
Wat je moet doen: Wat je kunt doen, is een docent, vriend of familielid vinden die verstand van zaken heeft, maar je niet behandelt alsof hij je heeft aangetroffen onder zijn schoenzool na een dag wandelen. Iemand die je uitlegt wat je moet weten. Het helpt om hierbij te blijven beseffen dat Laatdunkende Lars maar een paar maanden in jouw leven is, en hijzelf zijn hele leven bij zichzelf moet zijn. Eigenlijk heb je dus geluk gehad.

Last-minute Lizzie vergeet je helemaal. Ze heeft een afspraak met je, en ze gaat ter plekke het stuk printen en lezen, terwijl je het vorige week al had gestuurd. Of ze komt helemaal niet opdagen, ze belt af, ze zit in het buitenland. Ze vergeet je naam, je onderwerp, en ze komt telkens met advies waar je niks aan hebt, want ze weet totaal niet waar je mee bezig bent.
Problemen die je kunt krijgen: Van Last-minute Lizzie kun je behoorlijk gefrustreerd raken: jij doet al die moeite om haar stukken te sturen en om feedback te vragen, maar zij behandelt je als een toevallige passant in de bus. Je krijgt geen zinnige feedback, en het risico bestaat dat ze de dag voor de deadline – als ze er eens wél de tijd voor pakt – ineens met fundamentele kritiek komt.
Wat je moet doen: Helaas, je bent op jezelf aangewezen. Je zou kunnen proberen de volgende keer dat ze zelf zegt dat ze het te druk heeft, aan te bieden: “Ja, ik kan me voorstellen dat je niet op mijn constante vragen zit te wachten. Wil je anders dat ik een andere begeleider vraag om te helpen?” Als dat niet lukt, kun je het beste andere scripties die zij heeft goedgekeurd bestuderen – het geeft je een beeld van wat ze van je verwacht qua opbouw en methodes.

Is de stijl van je hele boek zo…zo ironisch?

(Lacht) Je zoekt het woord ‘lichtvoetig’, hoop ik. Ja, het is wel op luchtige toon geschreven. De artikelen die je moet lezen voor je scriptie zijn vaak al plechtig genoeg van toon. Er valt ook wel wat te lachen in deze lijdensweg. Maar ja, daar moet je wel van houden.

Nieuwsgierig geworden? Bestel het boek Je scriptie de baas van Kinge Siljee bij de boekhandel, koop je exemplaar bij een vestiging van Studiemeesters, of bestel het online bij Amsterdam University Press.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Tips voor Rekenen met machten

Bij rekenen met machten komen vaak veel regeltjes kijken, en soms is het lastig te onthouden wanneer je welke regeltjes mag toepassen. Er zijn drie mogelijke bewerkingen die je kunt tegenkomen als je rekent met termen waar machten in zitten:

  1. Optellen (de som berekenen)
  2. Vermenigvuldigen (het product berekenen)
  3. Machtsverheffen

Maar hoe onthoud je nu welk regeltje bij welke bewerking hoort? Daarvoor kun je een ezelsbruggetje gebruiken!

Rekenen met machten kun je voor jezelf heel simpel maken door een eenvoudig trucje toe te passen. Om dat te kunnen doen nemen we het bovenstaande lijstje van bewerkingen als uitgangspunt en voegen we daaraan nog één optie toe, namelijk “niks doen”, die we “0” zullen noemen. Je krijgt dan het volgende rijtje:

  1. Niks doen
  2. Optellen
  3. Vermenigvuldigen
  4. Machtsverheffen

Omdat elke stap een “grotere” bewerking is dan de vorige, heeft het rijtje een logische opbouw en is het gemakkelijk te onthouden. Nu kunnen we het volgende ezelsbruggetje toepassen:

Als ik een bewerking tegenkom van twee termen met daarin een macht, kijk ik welk nummer die bewerking heeft in het rijtje. Vervolgens voer ik voor de machten de bewerking uit die 1 plek eerder in het rijtje voorkomt.

Ik kom bijvoorbeeld een vermenigvuldiging van termen met machten tegen. Dat is nummer 2 in het rijtje. Dat betekent dat ik voor de machten bewerking nummer 1 in het rijtje moet uitvoeren. Dat is een optelling:

Als ik een machtsverheffing van een term met een macht tegenkom (3), vermenigvuldig ik de machten (2):

En als ik tenslotte een optelsom van termen met machten tegenkom (1), hoef ik met de machten niks te doen (0), want machten blijven bij een optelsom hetzelfde:

Let op: dat laatste betekent ook dat ik twee waardes met verschillende machten niet bij elkaar kan optellen!

Simpel maken
Vaak zul je bij het uitwerken van een wiskundige opgave een som tegenkomen waarvan je in eerste instantie denkt: wat moet ik hiermee? Je ziet door de bomen het bos niet meer. Omdat er zo veel verschillende termen bij elkaar staan, raak je het overzicht helemaal kwijt en zie je niet meer hoe je tot een antwoord moet komen. Meestal helpt het dan om het voor jezelf even (veel) gemakkelijker te maken. Vervang de lastige termen door een gemakkelijk getal en kijk hoe je het op zou lossen als die gemakkelijke getallen er stonden.

Stel: je moet van het volgende voorbeeld een oplossing vinden voor x, ofwel iets in de vorm .

Het ziet er in eerste instantie voor jou misschien uit als een heel ingewikkelde opgave, omdat er zoveel verschillende termen staan. Daarom gaan we het wat versimpelen. We vervangen de ingewikkeld ogende termen door simpele termen waarmee je gemakkelijk kunt rekenen, laten we zeggen: 2 en 6.

“4a3 + 36” noemen we “2”.
“3a2 – 2a” noemen we “6”.

We krijgen dus:

Dan is de structuur van de som opeens een stuk duidelijker. Omdat de waarde van x eenvoudig in te vullen is (x = 3), wordt het herschrijven ook veel gemakkelijker.

x . 2 = 6 omzetten naar de vorm x = ? betekent: 3 . 2 = 6 omzetten naar de vorm 3 = ?, waarbij je de termen 2 en 6 moet gebruiken.

(3 . 2 = 6)
    (x = 6/2)

Je had natuurlijk ook andere termen kunnen gebruiken:

x . 2 = 4 (2 . 2 = 4 => 2 = 4/2)
x . 6 = 3 (0,5 . 6 = 3 => 0,5 = 3/6)

Je ziet dus dat de algemene regel is dat het rechterlid, om dezelfde waarde te krijgen als x, moet worden gedeeld door de term waar je x mee vermenigvuldigt.

Als je nu de simpele getallen weer vervangt door de ingewikkelde termen, heb je je antwoord!

Ook al staan er nog zulke ingewikkelde termen in een rekensom, de regeltjes blijven altijd hetzelfde. Je maakt voor jezelf dus veel duidelijker welke van die regeltjes je kunt toepassen, als je een overzichtelijke som hebt. En als je eenmaal weet welk rekenregeltje je kunt gebruiken, en wat voor stappenplan je moet volgen, vul je de lastige termen weer in, en zo je kom je tot een antwoord!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Ellenlange to-do-lijst? De Ultrakorte Lijst is effectiever

Hieronder lees je wat de Ultrakorte To-do-lijst voor jou kan doen als je bezig bent met je studie.

Studeren met een Ultrakorte To-do-lijst is productiever en geeft meer voldoening.

Je kent het wel. Vol goede moed maak je eens een lijst van álles wat er nog moet gebeuren. Op de eerste dag van je goede voornemens streep je de bovenste items op je lijst af, maar de dag erna komen er alweer dingen tussendoor en de vierde dag is de deuk die je in de lange lijst hebt geslagen zó klein dat je liever niet meer geconfronteerd wordt met al dat werk dat op je ligt te wachten.

En zo belandt de to-do-lijst voor de zoveelste keer onderaan de stapel en ga je ad hoc aan de slag met nieuwe taken die voorbijkomen en met zaken die opeens heel erg urgent zijn geworden omdat je ze te lang hebt laten liggen.

Herkenbaar? Dan zou je dit eens moeten proberen: de Ultrakorte To-do-lijst.

Zo werkt het: De Ultrakorte To-do-lijst is een lijst met een klein aantal taken die in één dag moeten worden afgerond. Op een Ultrakorte To-do-lijst passen een stuk of drie taken. Deze drie taken zijn de belangrijkste dingen die je op die dag moet doen.

’s Ochtends, voordat je aan je dag begint, neem je even uitgebreid de tijd om vast te stellen wat de drie belangrijkste dingen zijn. (Nóg effectiever is het om telkens aan het einde van een studiedag te bedenken wat de drie belangrijkste taken voor de volgende studiedag zijn.)

Misschien merk je dat je daarvoor een langetermijnplanning nodig hebt, of het moeilijk vindt om prioriteiten te stellen. Verdiep je daar even in op de eerste dag dat je met de Ultrakorte To-do-lijst werkt. Daarna kun je elke studiedag opnieuw een ultrakorte lijst opstellen. Hoe vaker je dit doet, hoe minder tijd het je zal kosten en hoe beter je erin wordt. Maak er een gewoonte van!

Het kan zijn dat je tijdens de dag ook aan een paar andere kleine dingen werkt die toevallig voorbijkwamen: een e-mail van je scriptiebegeleider beantwoorden, een boek reserveren bij de universiteitsbibliotheek… Daar is wel wat ruimte voor. Maar je focus ligt op de belangrijkste drie taken.

Omdat je er goed over hebt nagedacht en je je hebt voorgenomen déze taken vandaag af te ronden, kun je de verleiding om je volledig te storten op gemakkelijkere, maar minder belangrijke taken (=uitstelgedrag!) beter weerstaan. De korte lijst houdt je gefocust op de belangrijkste taken die je moet oppakken.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Tips voor het schrijven op basis van bronnen

Het schrijven van een scriptie kan een stressvol proces zijn. Veel studenten verliezen tijdens het schrijven het overzicht, waardoor vaak lange stukken tekst van onduidelijke strekking ontstaan waarvan niet helder is hoe ze precies in je onderzoek passen. Hieronder volgen enkele tips die je kunnen helpen het overzicht te bewaren wanneer je een scriptie schrijft op basis van bronnen.

Tip 1: Maak een beknopte beschrijving van elke bron

Heb je een waslijst aan literatuur en geen idee meer welke informatie nou precies uit welke bron komt? Dat is heel vervelend, want hierdoor moet je elke keer weer zoeken en lezen en dat kost veel tijd en energie. Om dit te voorkomen is het handig om in een apart document voor elke bron die je gebruikt kort samen te vatten welke stof deze bron behandelt. Gaat het om een empirisch onderzoek of om een literatuurstudie? Welke onderwerpen worden besproken en welke conclusies trekt de auteur in zijn artikel? Wanneer je dit hebt gedaan is het later vaak een stuk gemakkelijker om de bron identificeren van bepaalde informatie die je ergens had gelezen en niet had gebruikt, maar die nu ineens wél van pas blijkt te komen. Daarnaast bespaart het veel tijd en energie, omdat je een artikel zo sneller terug kunt vinden wanneer het nodig is het nogmaals te lezen.

Tip 2: Schrijf eerst je argumenten/theorieën uit

Scripties worden vaak onoverzichtelijk doordat studenten van alles tegelijk proberen te doen. Ze zijn theorieën aan het uitleggen, argumenten aan het vormen op basis van bronnen en eigen inzichten aan het beschrijven, en proberen daar ondertussen ook nog een mooi lopend verhaal van te maken. Doordat dit alles door elkaar wordt gedaan, ontstaat er al snel een onoverzichtelijke tekst waarin argumenten en theorieën niet volledig zijn uitgewerkt. Het verhaal zelf loopt hierdoor meestal ook niet soepel. Om het geheel overzichtelijk te houden raad ik studenten aan eerst de theorieën en argumenten los te beschrijven, zonder het verhaal eromheen. Hiermee wordt de strekking van het verhaal duidelijk en kan in één oogopslag worden gecontroleerd of de argumenten en theorieën kloppen. Vervolgens kan de student zijn verhaal om zijn uitgewerkte theorieën en argumenten heen schrijven en er een gestructureerd, samenhangend geheel van maken.

Tip 3: Zet alle referenties er direct bij

Veel studenten zien het refereren naar bronnen als een tijd- en energierovend iets. Daarom laten zij dit onderdeel vaak rusten tot het einde van de scriptie. Dit leidt er echter veelal toe dat bronnen in de tekst of referentielijst ontbreken, dat er verkeerde bronnen staan of dat een student lang heeft moeten zoeken om te vinden uit welke bron bepaalde informatie kwam. Dit kan voorkomen worden door referenties direct in de tekst en in de literatuurlijst te vermelden. Hoewel dit in eerste instantie extra tijd lijkt te kosten tijdens het schrijven van een scriptie, bespaart het uiteindelijk veel werk en voorkomt het gemiste bronvermeldingen.

Tip 4: Maak het begrijpelijk voor de lezer

Bij het schrijven op basis van bronnen is het tot slot belangrijk om informatie duidelijk en volledig te vermelden, ook voor de lezer. Regelmatig zie ik dat studenten een theorie van een andere auteur niet in zijn volledigheid beschrijven, zodat het voor de lezer moeilijk of zelfs niet te begrijpen is wat de theorie precies inhoudt. Dit probleem ontstaat vaak doordat de student, die de hele theorie wel heeft gelezen of al kende, tijdens het beschrijven van de theorie aannames doet die voor hem/haar wel, maar voor de lezer niet logisch zijn. Als laatste tip wil ik studenten daarom meegeven dat zij informatie uit andere bronnen zo volledig mogelijk vermelden, zodat de strekking niet alleen voor de auteur, maar ook voor lezers zonder enige voorkennis duidelijk is.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Tips om je wettenbundel effectief te gebruiken

800 pagina’s flinterdun papier: de eerste kennismaking met je wettenbundel kan intimiderend zijn! Daarom geven we je hieronder tips die je in staat stellen met de wettenbundel te werken. Zo verandert je wettenbundel van een letterlijk zware last tot een handige studiehulp en een essentiële bron.

1. Plak de meegeleverde tabs in je wettenbundel

Bij de meeste wettenbundels worden stickers meegeleverd die je als tabjes in de bundel kunt aanbrengen. In dit filmpje wordt uitgelegd hoe je dat doet.

2. Begin direct met oefenen

Je mag je wettenbundel gebruiken bij de tentamens voor je juridische vakken. Een openboektentamen dus! Dat klinkt misschien gemakkelijk, maar vergis je niet: je moet wel weten wat je zoekt en je moet de belangrijkste juridische begrippen kunnen vertalen om op je tentamen ook echt iets aan dit boek te hebben. Zorg daarom dat je vanaf het eerste college met je wettenbundel gaat werken. Zo raak je gewend aan het zoeken en aan de belangrijkste juridische begrippen.

3. Markeer de belangrijkste artikelen

Uit je colleges en studieboeken weet je wat de belangrijkste artikelen zijn. Markeer deze met een markeerstift, zodat je ze snel terug kunt vinden.

4. Onderstreep de belangrijkste begrippen

Worden er binnen een artikel voorwaarden, uitzonderingen of belangrijke begrippen genoemd? Onderstreep deze met een potlood. Zo kun je binnen het artikel sneller zoeken en je tentamenvragen ook sneller beantwoorden.

5. Sticker de belangrijkste artikelen

Gebruik stickers om belangrijke artikelen aan te geven. Volg je een introductievak dat veel onderwerpen behandelt? Sorteer dan op kleur; bijvoorbeeld groen voor alle artikelen over arbeidsrecht, roze voor ondernemingsrecht, geel voor staatsrecht, enzovoorts.
Je kunt dit ook doen voor belangrijke begrippen; geef alle artikelen die van belang zijn voor de term onrechtmatige daad een gele sticker en alles wat met nietigheid/vernietigbaarheid te maken heeft een groene. Zo kun je alle relevante artikelen over een onderwerp snel terugvinden.

6. Oefen met zoeken via de index

Oefen veel met zoeken tijdens het studeren. Je eerste neiging is waarschijnlijk om alles in het trefwoordenregister achterin de bundel op te zoeken. De kans is echter groot dat er onder het trefwoord waarop je zocht meerdere artikelen genoemd worden die voor jou niet allemaal relevant zijn. Welk artikel is nu het juiste? Wanneer je tijdens het studeren niet alleen het artikel zelf bekijkt, maar ook noteert in welk boek of in welke wet het artikel staat, dan weet je op een gegeven moment waar de voor jou relevante artikelen te vinden zijn. Je kunt dan gaan werken met de index die voor in de wettenbundel staat. Wanneer je weet in welk boek of welke wet iets te vinden is, kun je met deze index sneller zoeken dan met het trefwoordenregister, en dat bespaart je zoektijd op je tentamen.

7. Leer de juridische termen

Juridische taal en spreektaal verschillen van elkaar. Op het tentamen word je hierin getoetst door zelf de rechtsvraag te formuleren en spreektaal te vertalen naar juridische termen. Je vindt de voor jou relevante wetsartikelen namelijk alleen wanneer je op juridische termen zoekt. Zo spreekt de wettenbundel niet van een contract, maar van een overeenkomst. Niet van een boete, maar van een geldboete. Maak tijdens het studeren een lijst met de belangrijkste juridische termen en leer deze voor je tentamen. Zo kun je tijdens het tentamen de juiste rechtsvraag formuleren en de daarbij behorende wetsartikelen vinden.

De 800 pagina’s aan wetteksten leken intimiderend, maar nu je weet hoe je de wettenbundel kunt gebruiken, blijkt deze niet alleen een heel handig, maar zelfs essentieel hulpmiddel voor al je juridische vakken.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Hoe begeleid ik mijn eigen studieproces?

Studeren is voor veel studenten een intensief proces waarin zij zich dikwijls stuurloos en aan het lot overgelaten voelen. Dit zorgt er op zijn beurt voor dat studenten gedemotiveerd raken, veel stress ervaren en mogelijk hun studie niet afmaken. Van studenten wordt verwacht dat zij grotendeels zelfstandig werken tijdens hun studie, maar hoe begeleid je je eigen studieproces effectief? Dat kan door middel van zelfregulerend leren. Studiemeesters legt uit wat zelfregulerend leren inhoudt en hoe je dat het beste kunt aanpakken.

Wat is zelfregulerend leren?

Zelfregulatie wordt omschreven als het bewust aansturen van je gedrag. Toegepast op het leerproces van studenten betekent dit dat studenten die zelfregulerend leren bewust energie steken in het begeleiden van hun eigen leerproces. Meerdere onderzoeken laten zien dat studenten die hun eigen leerproces goed reguleren, effectiever en efficiënter studeren.

Het effectief reguleren van je eigen studiegedrag bestaat uit drie fases.

Fase 1: Forethought (planning)

De eerste fase van zelfregulerend leren is de forethought-fase, ofwel de planningsfase. In deze fase analyseert een student allereerst de taak; dit kan bijvoorbeeld het leren voor een tentamen, het maken van een essay of het maken van opdrachten zijn. Vervolgens stelt de student doelen op om de taak succesvol af te ronden. Een valkuil hierbij is dat studenten vaak geneigd zijn té algemene doelen op te stellen. Het doel ‘ik wil mijn tentamen halen’ biedt geen houvast; iedereen wil zijn tentamen halen, maar die constatering brengt je niets verder! De doelen die studenten tijdens de forethought-fase opstellen, dienen dan ook specifiek te zijn en zich te richten op de korte termijn. Daarbij is het dikwijls verstandig om een algemeen doel op te splitsen in kleinere doelen. Een boek dat voor het tentamen geleerd moet worden, kan bijvoorbeeld worden onderverdeeld in hoofdstukken. De student bepaalt vervolgens per doel hoe dit specifieke doel bereikt kan worden en hoeveel tijd hiervoor nodig is. Wees ook hier specifiek in en zeg dus niet iets als ‘ik ga morgen studeren’, maar stel voor jezelf vast hoe laat je begint, wat je precies gaat doen om de opdracht te voltooien en op welke tijd je klaar bent voor de rest van de dag.

Fase 2: Performance (prestatie)

Wanneer de forethought-fase afgerond is en je dus je doelen hebt gesteld en hebt bepaald hoe je ze gaat bereiken, kun je beginnen met de taak. Dat is de tweede fase van het zelfregulerend leren: de performance-fase, ofwel prestatiefase. Twee soorten processen zijn erg belangrijk om in deze fase je eigen studieproces effectief te begeleiden. Ten eerste zijn dat de self-controlprocessen, waarin je de tijdens de forethought-fase opgestelde strategieën ook daadwerkelijk gebruikt om het doel te behalen. Dit omvat leerstrategieën, zoals het groeperen van vergelijkbare elementen in je leerstof, maar ook strategieën die het gemakkelijker maken aandacht en energie op het studeren te richten. Denk hier bijvoorbeeld aan studeren op een rustige plek of aan het uitzetten en wegleggen van de telefoon tijdens het studeren. Het tweede belangrijke proces tijdens de performance-fase is zelfobservatie. Dit betekent dat je als student tijdens het studeren actief bijhoudt waneer jij het effectiefst studeert en onder welke omstandigheden jij minder goed studeert. Deze informatie kun je vervolgens gebruiken om onder zo ideaal mogelijke omstandigheden te studeren.

Fase 3: Zelfreflectie

Wanneer de prestatiefase voorbij is, na een dag studeren, volgt de derde fase: die van de zelfreflectie. In de zelfreflectiefase beoordeel je als student eerst in hoeverre jouw dagdoel behaald is. Vervolgens wijs je specifieke en concrete oorzaken toe aan het wel of niet behalen van je doel. Dat laatste is erg belangrijk, omdat het grotendeels bepaalt hoe gemotiveerd je bent voor volgende studiemomenten. Wanneer het niet behalen van een doel enkel toegeschreven wordt aan zoiets vaags als ‘eigen onkunde’, leidt dat er waarschijnlijk toe dat je de volgende keer minder gemotiveerd bent om te gaan studeren en het dus ook sneller opgeeft.

Conclusie

Als je deze drie fases van zelfregulerend leren bewust doorloopt, dan stuur je voortaan je eigen leergedrag aan en begeleid je dus je eigen leerproces. Je zult effectiever en efficiënter kunnen studeren.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Geen significante resultaten, toch je scriptie schrijven? Dat doe je zo!

Wanneer studenten zien dat hun onderzoek niet tot significante resultaten leidt, zijn ze al snel geneigd te denken: ‘Nu is mijn onderzoek mislukt; nu kan ik niet afstuderen en moet ik opnieuw beginnen!’ Maar dat is onterecht. Het kan namelijk wel! Bij Studiemeesters hebben we veel studenten geholpen af te studeren ondanks het uitblijven van significante onderzoeksresultaten. We geven je de volgende tips om verder te komen:

1. Wanhoop niet, want het komt vaak voor

Meer dan de helft van de scripties heeft geen significante resultaten. Wanneer je aan een onderzoek begint, weet je nooit of er iets significants uit komt of niet. Onderzoek wordt bijna alleen gepubliceerd wanneer er significante resultaten zijn. De rest verdwijnt, om het oneerbiedig te zeggen, in een bureaulade. Bijgevolg zullen de onderzoeken die je tijdens je studie hebt gelezen vrijwel allemaal significante resultaten bevatten. Ook scriptiehandleidingen leggen meestal alleen uit hoe je significante resultaten rapporteert. Hierdoor kun je onterecht denken dat onderzoek altijd significante resultaten oplevert. In de praktijk blijkt echter dat dit in meer dan de helft van de gevallen niet zo is. Ook bij datasets die door docenten worden aangeleverd en die helemaal kloppen, kan dit gebeuren. Je begeleider weet dit en zal er dan ook niet raar van opkijken als je geen significante resultaten kunt vinden.

2. Breng je scriptiebegeleider op de hoogte

Dit is de eerste praktische tip die we studenten geven die bij Studiemeesters aankloppen voor hulp wanneer ze geen significante resultaten hebben: breng je begeleider op de hoogte. Stuur de onderzoeksdata en output mee en vraag hem of haar te controleren of je geen fout in de statistiek hebt gemaakt. Waarschijnlijk is dit niet zo, maar op deze manier heb je die mogelijkheid zeker uitgesloten. En dan kun je door naar de volgende stap.

3. Focus op het doel van een scriptie

Het doel van het schrijven van een scriptie is dat je laat zien dat je onderzoek kunt doen. Het doel is niet dat je significante resultaten laat zien. Houd dit in je achterhoofd. Om tot niet-significante resultaten te komen heb je, als het goed is, dezelfde stappen ondernomen die ook significante resultaten hadden kunnen opleveren. Wanneer je deze stappen goed rapporteert, laat je zien dat je onderzoek kunt doen en daar kun je mee afstuderen.

4. Verklaar waarom er geen significante resultaten zijn

Bij onderzoek met significante resultaten doe je vaak het volgende: Je hebt een theorie, je formuleert een hypothese en onderzoeksvragen vanuit die theorie, en vervolgens gebruik je je resultaten om die theorie te onderbouwen. In het kort gezegd wordt je eindconclusie: ‘Mijn resultaten ondersteunen de theorie.’ PUNT.

Wanneer jouw resultaten niet overeenkomen met de theorie, moet je uitleggen waarom dit zo is. Dit vergt denk- en uitzoekwerk en een duik in oude én nieuwe literatuur. Soms kan een verklaring gevonden in andere (deels) vergelijkbare onderzoeken, maar vaak ligt de oorzaak in de beperkingen van je eigen onderzoek: het aantal deelnemers was niet groot genoeg, de proefpersonen waren ‘biased’ (bijvoorbeeld omdat je alleen je vrienden hebt gevraagd), of de deelnemers kwamen uit een bepaalde omgeving, zodat je geen aselecte steekproef van de populatie hebt genomen. Overleg, om onnodig uitzoekwerk te voorkomen, altijd met je docent hoe uitgebreid je verklaring moet zijn.

5. Je bent niet terug bij af

Wanneer je geen significante resultaten hebt, ga je op zoek naar informatie die helpt te verklaren waaróm dat niet zo is. Vaak ga je hiervoor opnieuw bronnen zoeken. Voor veel studenten voelt dit als terug bij af, maar dat klopt niet. Voor de lengte van je conclusie en discussie, en ook voor het uitzoekwerk, maakt het niet uit of je significante resultaten hebt of niet. Heb je significante resultaten, dan zoek je extra informatie om ze verder te duiden. Heb je die niet, dan zoek je informatie die helpt te verklaren waarom dat niet zo is. Het komt in principe op hetzelfde neer. Onder de streep heb je in beide gevallen dus evenveel werk moeten verrichten!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Waarom colleges volgen zonder laptop een goed idee is

Aantekeningen maken op je laptop bij een hoorcollege? Waarschijnlijk is het een vanzelfsprekendheid voor je. Je kunt snel meetypen, aantekeningen delen en, ja, ook Facebook checken. Toch is het een goed idee om je laptop eens in je tas te laten en pen en papier erbij te pakken. Uit een Amerikaanse case-study blijkt namelijk dat studenten die pen en papier gebruiken bij een hoorcollege, hogere cijfers halen dan studenten die hun aantekeningen maken op een laptop. Hoe kan dit?

Je gebruikt je hersenen actiever

Uit het onderzoek van Richard W. Patterson (United States Military Academy, West Point) en Robert M. Patterson (Westminster College, Utah) blijkt dat studenten die meetypen bij een hoorcollege informatie minder goed opnemen. Dit komt doordat studenten tegenwoordig zo snel typen dat zij elk woord opschrijven dat de docent uitspreekt. Hierdoor wordt een college ongemerkt een oefening in overschrijven in plaats van actief kennis opdoen.

Wanneer je met pen en papier aantekeningen maakt bij een college, lukt het je meestal niet om woordelijk mee te schrijven. Hierdoor word je gedwongen actief te luisteren en in je eigen woorden de lesstof samen te vatten. Doordat je je op deze manier de lesstof al eigen maakt, onthoud je die stof ook gemakkelijker.

Maar meeschrijven is daarmee ook een intensievere activiteit die meer energie kost, en dat verklaart waarom je waarschijnlijk snel geneigd bent om mee te typen in plaats van te schrijven. Toch is het belangrijk om te beseffen waarom met pen en papier meeschrijven meer energie kost. Je kunt het zien als een investering in je leerproces; ooit moet je de stof toch leren om een tentamen te maken. Begin daarom direct met actief studeren en maak eens aantekeningen met pen en papier.

Uiteraard kun je je laptop blijven gebruiken bij dat college van die ene docent die zo’n spraakwaterval is dat zelfs het samenvatten met de pen bijna niet meer gaat. Maar nu je weet dat studenten die pen en papier gebruiken volgens het onderzoek van de Pattersons hogere cijfers halen, kun je je voordeel doen met deze kennis: maak van het college van deze spraakwaterval-docent achteraf óók een samenvatting met pen en papier!

Je bent minder snel afgeleid

Afleiding komt uit het onderzoek van de Pattersons als andere belangrijke reden naar voren waarom studenten die met een laptop colleges volgen lagere cijfers halen. Wanneer je op je laptop aantekeningen maakt, is het tijdens een saai college heel verleidelijk om even Facebook te controleren of kattenfilmpjes op YouTube te bekijken. Door deze afleiding ben je nog minder actief het college aan het volgen. En dat is iets waar je vooral jezelf mee hebt! Wil je je laptop gebruiken tijdens een college? Wees je dan bewust van het risico op afleiding en minimaliseer dit risico zo veel mogelijk. Schakel wifi uit tijdens het college of maak gebruik van programma’s als Cold Turkey of SelfControl.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Veelgebruikte modellen voor hbo-scripties

Vaak is het mogelijk om voor het beantwoorden van de hoofdvraag of de deelvragen van je scriptie een model te gebruiken. Bij veel studies is dit zelfs een verplicht onderdeel van de scriptie. Het model dat je wilt gebruiken, bespreek je in het theoretisch kader. Maar voordat je dit kunt doen, moet je eerst het meest relevante model voor jouw scriptie kiezen. Veel studenten vinden het lastig om het voor hen juiste model te vinden. Daarom zetten we voor jou, in alfabetische volgorde, de 13 modellen op een rijtje die in hbo-scripties het meest worden gebruikt.

3C-model, oftewel de strategische driehoek

Dit model, bedacht door Kenichi Ohmae, gaat ervan uit dat er drie factoren zijn die aan bedrijfssucces bijdragen: het bedrijf zelf (Corporation), de klant (Customer) en de concurrentie (Competition). Volgens Ohmae bestaat er een balans tussen deze factoren: de zogenaamde ‘strategische driehoek’. Door de drie factoren te analyseren krijg je inzicht in de wijze waarop het bedrijf zich op een waardevolle manier van de concurrentie kan onderscheiden. Daar kan vervolgens de bedrijfsstrategie op aangepast worden.

5 Product Levels

Philip Kotler onderscheidt 5 ‘product levels’ waarin een product zich vanuit het perspectief van de consument kan bevinden: basis, generiek, verwacht, aangevuld en potentieel. Een consument is volgens Kotler pas tevreden over een product wanneer dat voldoet aan de verwachte waarde of hoger scoort dan die waarde. Volgens Kotler draait het bij concurrentie tussen bedrijven niet zozeer om de waarde van het product zelf, maar om de waarde die een bedrijf aan het product kan toevoegen in de vorm van adviezen, dienstverlening, verpakking, reclame en andere zaken die voor een consument van waarde zijn.

5W-model voor afnemersanalyse

Met dit model breng je aan de hand van vijf vragen het gedrag van klanten (afnemers) in kaart. Je geeft antwoord op de vragen wie de huidige en potentiële klanten zijn, wat zij met de producten doen, waar zij deze kopen, wanneer zij dat doen en waarom zij dit wel of juist niet doen. Hierdoor krijg je inzicht in de kansen en bedreigingen vanuit het perspectief van je afnemers. De antwoorden kun je als input voor een SWOT-analyse of een marketingstrategie gebruiken.

8-Step Change Model

John Kotter heeft 8 factoren voor succesvolle verandering binnen organisaties geformuleerd: een urgentiebesef creëren, een leidende coalitie vormen, de visie en strategie bepalen, communiceren, de randvoorwaarden opstellen, kortetermijnsuccessen boeken, verbeteringen consolideren, en de veranderingen borgen. Dit levert een analysemodel op dat bruikbaar is voor scripties die zich met organisatieverandering en organisatieontwikkeling bezighouden.

BCG-Matrix

Met deze matrix, ontwikkeld door de Boston Consulting Group (BCG), vergelijk je de marktgroei en het marktaandeel van bepaalde producten of diensten met elkaar. Op basis van deze vergelijking kun je bepalen in welk segment een bedrijf meer moet investeren en in welk segment minder, en of het misschien bepaalde producten of diensten beter helemaal niet meer kan aanbieden. De BCG-Matrix wordt vaak gebruikt voor een portfolio-analyse.

Business Model Canvas

Met het Business Model Canvas van Alexander Osterwalder en Yves Pigneur maak je een bedrijfsmodel in één A4’tje inzichtelijk. Dit doe je aan de hand van 9 variabelen: klantsegmenten (customer segments), waardepropositie (value proposition), klantrelaties (customer relationships), kanalen (channels), inkomstenstromen (revenue streams), belangrijkste bedrijfsmiddelen (key resources), kernactiviteiten (key activities), belangrijkste partners (key partners) en kostenstructuur (cost structure). Van deze variabelen wordt de waardepropositie, de toegevoegde waarde die je met jouw product of dienst aanbiedt, ook als zelfstandige analyse-instrument gebruikt. Op basis van dit model krijg je inzicht in de vraag of het bedrijfsmodel goed in elkaar zit en, wanneer dat niet het geval is, waar verbeteringen nodig zijn.

Confrontatiematrix

Een confrontatiematrix helpt je om inzicht te krijgen in de relatie tussen een onderneming en de markt. De sterktes en zwaktes uit een SWOT-analyse zet je af tegen de kansen en bedreigingen uit de markt. Je ‘confronteert’ deze interne en externe factoren met elkaar, waardoor je inzicht krijgt in de zogenaamde markt-fit en in strategische issues. Met deze informatie kun je je marketingstrategie optimaliseren. Dit model wordt ook wel de output van de SWOT-matrix genoemd.

DESTEP-analyse

Door het uitvoeren van een DESTEP-analyse krijg je inzicht in de externe factoren (Demografisch, Economisch, Sociaal/cultureel, Technologisch, Ecologisch, Politiek/juridisch) die de omgeving van een onderneming bepalen. Hier kan de bedrijfsstrategie op aangepast worden. Inzichten uit de DESTEP-analyse kun je gebruiken als input voor je SWOT-analyse en voor de situatieanalyse van je marketingplan.

GAP-analyse

Met een GAP-analyse breng je de verschillen in kaart tussen de huidige identiteit van een bedrijf (hoe mensen nu tegen het bedrijf aankijken) en het gewenste imago (hoe het bedrijf over wil komen). Wanneer identiteit en imago niet overeenkomen, is er sprake van aan gap. Op basis van de GAP-analyse kun je een verbeterplan opstellen. De GAP-analyse wordt veel toegepast voor commerciële bedrijven, maar kan ook gebruikt worden voor de analyse van non-profit-organisaties die bepaalde doelgroepen willen bereiken.

Marketingmix

De marketingmix wordt vaak gebruikt als basis voor het ontwerpen van een marketingstrategie. De mix is bekend van de 4 P’s van Jerome McCarthy (Product, Prijs, Plaats en Promotie), later door Bernard Booms en Mary Jo Bitner aangevuld tot de 7 P’s (die helaas niet net zo mooi in het Nederlands omgezet kunnen worden; de Engelse termen zijn People (mensen), Process (proces) en Physical evidence (resultaat)). Om de gehele marketingstrategie te laten slagen zijn alle P’s van belang. Vaak doe je voor het invullen van de marketingmix een marktonderzoek, zodat je bij het invullen rekening kunt houden met de wensen en behoeftes van je doelgroep.

PDCA-cyclus

PDCA staat voor Plan-Do-Check-Act, oftewel de onderdelen van een continue verbeteringscyclus die is ontwikkeld door William Edwards Deming. Dit model wordt gebruikt om verandertrajecten in kaart te brengen die een kwaliteitsverbetering tot doel hebben. De cyclus bestaat uit het plannen van acties, het uitvoeren van deze acties, het checken van het resultaat en het eventuele bijstellen van de plannen naar aanleiding van de check. Dit model wordt veel toegepast in het onderdeel van je scriptie waarin je je aanbevelingen doet, of als analysemodel voor kwaliteitsverbeteringsvraagstukken.

SWOT-analyse

SWOT staat voor sterktes (Strenghts), zwaktes (Weaknesses), kansen (Opportunities) en bedreigingen (Threats). Door deze elementen in kaart te brengen krijg je inzicht in wat er goed en minder goed gaat binnen een bedrijf, afdeling, project, verkoopstrategie of evenement. De uitkomsten van deze analyse kun je gebruiken voor de input van andere modellen, zoals de confrontatiematrix. Omgekeerd kunnen de uitkomsten van andere modellen, zoals het 5W-model of de DESTEP-analyse, ook de input vormen van een SWOT-analyse.

Vijfkrachtenmodel

Volgens Michael Porter wordt elke bedrijfstak door vijf potentiële concurrentiekrachten beïnvloed: de macht van leveranciers, de macht van afnemers, de mate waarin er substituten en complementaire goederen verkrijgbaar zijn, de dreiging van nieuwe toetreders tot de bedrijfstak en de onderlinge concurrentie tussen deelnemers binnen de bedrijfstak. De sterkte van al deze krachten bepaalt hoeveel winstpotentieel er over is voor een bedrijf. De uitkomsten van een analyse op basis van het vijfkrachtenmodel kun je gebruiken om je marketingstrategie te versterken of als input voor een externe analyse.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

De vogeltjesdans en andere tips bij acute tentamenpaniek

‘Waarom weet ik dit niet? Waarom heb ik niet harder gestudeerd? Als ik dit tentamen verknal, dan haal ik m’n hele studie niet!’ Komen dit soort gedachten je ongewenst bezoeken tijdens een tentamen? Wees gerust, iedereen heeft weleens last van tentamenstress. Maar soms zijn de gedachten zo hardnekkig dat ze de ruimte in je hoofd blokkeren die je nodig hebt om het goede antwoord op de tentamenvragen te vinden. Zo kan acute tentamenpaniek ontstaan. Bij Studiemeesters geven we studenten onderstaande tips om hen te helpen de grip op hun gedachten terug te krijgen en hun tentamen succesvol af te ronden.

1. Je bént niet je paniekgedachten of je tentamenstress

Allereerst is het belangrijk om te beseffen dat jij de gedachte ‘Waarom weet ik dit niet?!’ niet bént. De gedachten komen en ze gaan ook weer. Wel kunnen ze, zeker wanneer ze onzekerheden en angsten voeden, flink met je aan de haal gaan en al je aandacht opeisen. Maar wanneer je beseft dat deze gedachten niet definiëren wie jij bent, kun je je aandacht weer terugpakken en op iets anders richten, en zo de grip op jezelf weer terugkrijgen.

2. Zet je voeten stevig op de grond

De grip terugkrijgen begint heel praktisch door je aandacht ergens anders op te richten. Breng je aandacht naar je voeten en zet ze stevig op de grond.

3. Haal diep adem

Haal vervolgens diep adem, tot in je buik. Doe dit een paar keer. Probeer eens door je linker-neusvleugel in de ademen terwijl je je rechterneusvleugel zachtjes dichtdrukt. Vervolgens adem je uit door je rechterneusvleugel, terwijl je nu je linkerneusvleugel zachtjes dichtdrukt. Adem weer in via je linkerneusvleugel en herhaal het hele patroon een aantal keren. Het klinkt misschien wat gek, maar probeer het eens te doen. Je wordt er rustig van en krijgt je focus terug; dat wisten oude yogi’s al. Een keer of vijf zo afwisselend links in- en rechts uitademen is vaak al voldoende.

4. Doe de vogeltjesdans in je hoofd

Doe vervolgens de vogeltjesdans. In gedachten dan, hè – natuurlijk niet in het echt door de collegezaal! ‘In gedachten de vogeltjesdans doen’ klinkt je waarschijnlijk vreemd in de oren. Dat gaat zo: probeer eens een rij negatieve gedachten in je hoofd op te roepen terwijl je tegelijkertijd, in gedachten, de vogeltjesdans neuriet en het bijbehorende dansje doet. Ik moet de eerste persoon nog ontmoeten die dit daadwerkelijk tegelijkertijd kan. Aandacht kan namelijk maar op één taak tegelijk gericht kan zijn. Je aandacht kan niet een negatieve gedachtestroom volgen én tegelijkertijd bij het neuriën van de vogeltjesdans zijn. Daarom is bewust de vogeltjesdans neuriën en in gedachten het dansje doen een goede manier om je aandacht uit de grip van een negatieve gedachtestroom te bevrijden.

5. Breng je aandacht terug naar wat je weet

Nu je aandacht uit de grip van de negatieve gedachten is, kun je hem richten op wat je wél weet. Begin met de beantwoording van vragen waar je het antwoord op weet. Vervolgens ga je verder met de vragen waar je het antwoord niet direct op weet. Op een kladblaadje schrijf je in steekwoorden alles op wat je wél weet over het onderwerp van de vraag. Zo houd je een brainstorm met jezelf en schiet het antwoord je hopelijk weer te binnen. Gebeurt dit niet, formuleer dan een antwoord met alles uit de brainstorm wat je enigszins plausibel lijkt. Vaak krijg je punten voor verschillende elementen in je antwoord. Schrijf daarom altijd iets op!

Zo krijgen studenten die last hebben van tentamenstress de grip op hun gedachten terug en ronden ze hun tentamen succesvol af.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Scriptie afgekeurd? Met deze tips kom je verder

Je scriptie is afgekeurd. Of je het had zien aankomen of niet, dit is vast een teleurstelling na maanden van hard werken! Wat moet je nu doen om zo snel mogelijk je afgekeurde scriptie te veranderen in een goedgekeurde scriptie? Om je op weg te helpen hebben we hieronder een aantal tips op een rij gezet waarmee je verder kunt.

Blijf rustig en zakelijk

Hoe teleurgesteld je ook bent en hoe oneerlijk de situatie ook is: blijf rustig en zakelijk. Bedenk: je scriptie is afgekeurd, jij als maker niet – al kan dit soms anders voelen. Word daarom niet zichtbaar boos op je begeleider, hoe graag je dit misschien ook zou willen. Houd in je achterhoofd: ‘Voor de uiteindelijke beoordeling ben ik van deze persoon afhankelijk!’

Maak tijd

Zeker wanneer je de negatieve feedback niet zag aankomen, heb je waarschijnlijk al plannen gemaakt en geen rekening gehouden met het herschrijven van je scriptie. Maak je agenda daarom nu zoveel mogelijk leeg, zodat je genoeg tijd hebt om je scriptie voor de deadline af te krijgen. Weeg het kortetermijnplezier zoals een vakantie, festivals of feestjes af tegen het langetermijndoel: je studie afronden en geen extra studievertraging oplopen.

Neem de feedback door

Bekijk het beoordelingsformulier en neem de feedback van je begeleider door. Ga voor jezelf na of je deze begrijpt. Weet je wat je moet doen om je scriptie met een voldoende af te ronden? Maak een lijst met alle punten die voor jou onduidelijk zijn, zodat je deze met je begeleider door kunt nemen. Vraag jezelf af waarmee je in één keer de grootste verbeterslag kunt maken. Zit dit in de structuur, de afbakening, de taal, het bronnengebruik, de lay-out of de methode?

Maak een afspraak met je begeleider

Ook wanneer je de feedback digitaal hebt ontvangen en je denkt dat je weet wat je moet doen, is het altijd verstandig om een afspraak te maken met je begeleider. Deze afspraak heeft twee doelen: controleren of jij de feedback van je begeleider begrijpt en praktische afspraken maken. Bedenk van tevoren de vragen die je wilt stellen en zorg dat je aan het einde van het gesprek weet wat jij moet doen om je scriptie met een voldoende af te ronden. Controleer of datgene waarmee jij denkt de grootste verbeterslag te kunnen maken, ook zo gezien wordt door je begeleider. Maak daarnaast praktische afspraken. Wanneer is de deadline? Op hoeveel feedback-momenten heb je nog recht? Hoe krijg je deze: digitaal of in persoon? Neem dit gesprek op voor eigen gebruik: zo kun je later de feedback nog eens afspelen en kun je tijdens het gesprek je aandacht gebruiken om goed te luisteren.

Schakel hulptroepen in

Nu je weet wat je moet doen, schakel je zoveel mogelijk hulp in van vrienden, studiegenoten, ouders, ooms en tantes, en kennissen. Wees niet bang om iedereen in je omgeving die je ergens bij zou kunnen helpen (meelezen, spelling controleren, sparringpartner zijn, hulp voor de lay-out, etc.) bij het herschrijven van je scriptie om hulp te vragen. Mocht je na het gesprek met je begeleider niet goed weten wat je moet doen, schroom dan niet om professionele hulp in te schakelen. Weet dat je niet de enige student bent met een onbegrijpelijke of onbereikbare scriptiebegeleider, of de enige die simpelweg niet weet wat hij met de feedback van zijn begeleider aan moet. Dagelijks helpen de begeleiders van Studiemeesters studenten op weg die tegen dezelfde vragen aanlopen.

Maak een plan van aanpak en planning

Maak op basis van de feedback een plan van aanpak. Maak het onderdeel van de feedback waarmee je in één keer de grootste verbeterslag kunt maken tot prioriteit. Veel studenten maken de fout om bij het verwerken van de feedback bij de eerste opmerking van hun begeleider te beginnen. Doe dit niet. Zoek eerst de meest fundamentele feedback op en start daarmee. Vaak werk je dan in één keer vele opmerkingen tegelijk weg en zo voorkom je dubbel werk.

Ken je rechten

Zijn er bijzondere omstandigheden die ervoor zorgen dat je studievertraging oploopt? Wanneer je studievertraging oploopt door ziekte of bijzondere omstandigheden, kun je soms in aanmerking komen voor financiële compensatie of recht hebben op een extra herkansing. Je studieadviseur kan je hier informatie over geven.
Wanneer je het onterecht vindt dat jouw scriptie is afgekeurd, kun je bezwaar aantekenen bij de examencommissie. Ook hierover kan een studieadviseur je advies geven. Bedenk wel dat dat proces veel tijd en energie kost. De regels verschillen ook per hogeschool en universiteit. Vaak zijn er voorwaarden aan verbonden en moet je bijvoorbeeld kunnen aantonen dat je met je begeleider hebt gesproken en er alles aan gedaan hebt om tot een oplossing te komen. Zet deze stap alleen wanneer je gegronde redenen hebt om bezwaar aan te tekenen en je al het andere al hebt geprobeerd.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Zo schrijf je de Discussie en/of Reflectie van je scriptie

Je scriptie staat op papier. Je hebt alles gedaan: je hebt de data geanalyseerd en hebt op basis daarvan conclusies en aanbevelingen geschreven. En dan moet je – o ja! – ook nog een hoofdstuk Discussie en/of Reflectie schrijven. Wat moet daarin komen te staan? Wat is het verschil tussen Discussie en Reflectie? En hoe belangrijk is dat hoofdstuk?

Het is belangrijk!

Laten we maar meteen met dat laatste beginnen: het is belangrijk! Waarom? Omdat je in de Discussie en Reflectie kritisch terugkijkt op je onderzoek en vooruitblikt op wat de resultaten kunnen opleveren. Met dit onderdeel laat je zien dat je weet hoe goed onderzoek eruitziet, zou moeten zien, had moeten zien… Het mooiste zou zijn als je je hiervan al bewust bent tijdens het schrijven van je scriptie en, al was het maar kort, alvast notities maakt: ‘Dit had ik anders moeten aanpakken’, ‘Hier moet ik later op terugkomen’. Het voordeel daarvan is dat je er aan het eind van je scriptie, wanneer de meeste studenten onder tijdsdruk komen te staan, niet meer al te lang over na hoeft te denken. Begin daarom tijdens het schrijven van je scriptie ook dit onderdeel al voor te bereiden.

Wat houdt het in?

De termen ‘discussie’ en ‘reflectie’ worden wel eens door elkaar gebruikt. Dit komt omdat het in beide gevallen om een vorm van terugkijken gaat. Je kunt op twee dingen terugkijken:

  1. het onderzoek dat je hebt gedaan – dit wordt meestal de ‘discussie’ genoemd;
  2. datgene wat je hebt geleerd van het hele scriptieproces – dit heet meestal de ‘reflectie’.

Sommige opleidingen vragen alleen om het eerste, terwijl je bij andere beide onderdelen moet behandelen.

Terugkijken op het onderzoek dat je gedaan hebt:

Hierbij gaat het vooral om een kritische blik op je eigen onderzoek: hoe zou ik het een volgende keer doen? Als ik het over kon doen, wat zou het onderzoek dan beter hebben kunnen maken? Dit heeft allemaal te maken met de validiteit van je onderzoek. Heb je nu daadwerkelijk gemeten wat je wilde meten? Had je andere onderzoeksmethoden kunnen gebruiken, bijvoorbeeld een tweede enquête of meer documentenonderzoek? Had je een andere populatie kunnen kiezen, bijvoorbeeld andere medewerkers, meer medewerkers, experts? Had je ze via andere kanalen kunnen benaderen? Probeer te bepalen wat deze andere benaderingen aan toegevoegde waarde voor je onderzoek zouden opleveren.

Ook kan je theoretisch kader hier aan de orde komen. Door voortschrijdend inzicht besef je nu misschien dat bepaalde modellen of theorieën toch niet helemaal relevant waren. Het kan ook zijn dat je onderzoek iets heeft opgeleverd wat in de theorie onvoldoende naar voren komt. Mogelijk kom je tot de conclusie dat je onderzoeksvragen niet goed geformuleerd waren: benoem dat dan ook en moffel het niet weg in de hoop dat niemand het opmerkt.

Ga niet je eigen onderzoek afkraken, maar wees, op een realistische manier, positief kritisch! Zo kun je bijvoorbeeld in plaats van te stellen dat je te weinig respondenten hebt gehad om tot een betrouwbaar resultaat te komen, ook zeggen dat ondanks het beperkte aantal respondenten de antwoorden die je hebt wel een indicatie vormen voor de beoogde doelstelling van je onderzoek. Leiden je resultaten tot interessante mogelijkheden voor vervolgonderzoek, dan is dit de plaats om het te noemen.

Terugkijken op wat je geleerd hebt tijdens het schrijven van je scriptie

Dit kan van alles zijn, maar als ‘reflectie’ een apart onderdeel is, gaat het vooral om een terugblik van persoonlijke aard. Voorbeelden zijn:

• je hebt beter leren plannen of je blijkt een sterkere discipline hebben dan gedacht (met een concreet doel, een leuk onderwerp, etc.);

• je hebt gemerkt dat je interviews doen en werken in grote (of kleine) organisaties leuk (of juist niet leuk) vindt, dat je graag alleen werkt (of juist liever in teamverband), etc.

En dan probeer je na te gaan wat deze ‘les’, de reflectie, betekent voor je toekomstige carrière. In wat voor soort werkkring denk je goed te kunnen functioneren? Wat wil je nog bijleren? Waar ga je op letten voor je verdere ontwikkeling?

Daarom is het belangrijk …

Het ‘kunstje’ van je scriptie is het vergelijken van de theorie – datgene wat je hebt geleerd tijdens je opleiding – met de ‘echte wereld’. Herken je wat je hebt geleerd? Wanneer wel of niet? Dit doe je door een onderzoek uit te voeren waarin je beide met elkaar verbindt. Mocht om wat voor reden dan ook het onderzoek niet hebben opgeleverd wat je had gehoopt, dan kun je met een goede discussie (en reflectie) alsnog laten zien dat je heus weet hoe goed onderzoek eruit moet zien. Beschouw dit onderdeel als een schriftelijke beantwoording van vragen die anders toch wel worden gesteld tijdens de verdediging van je scriptie. Daarom is het belangrijk … om je critici vóór te zijn!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

7 tips voor Lineaire Algebra – zo haal je je tentamen!

Hoe kom je tot een wiskundig antwoord op een vraag als de natuurkundige context volledig ontbreekt? De ontbrekende context maakt het vak zodanig abstract dat sommige studenten zich niet kunnen concentreren, het niet interessant vinden of het niet snel genoeg begrijpen. De studiespecialisten geven 7 tips voor lineaire algebra, waarmee jij het vak goed bestudeert, het tentamen haalt, en een goede basis legt voor latere vakken die voortbouwen op lineaire algebra.

1. Volg de colleges

Goed opletten is het halve werk. Je docent is degene die het tentamen lineaire algebra samenstelt, dus datgene waar hij of zij de nadruk op legt tijdens college is belangrijk. Uitgeprinte slides geven je een goed overzicht van de structuur van het vak, waardoor je hoofd- en bijzaken gemakkelijker kunt onderscheiden.

2. Studeer met studiegenoten

Nadat je hebt gestudeerd, helpt het vaak om met een medestudent de formules of de lastigste opgaven nog eens kort door te nemen. Wat is de essentie van de theorie? Waarom moet je dit weten voor dit vak? Hoe hangt het samen met de andere formules? Welke tentamenvragen zou je hierover kunnen krijgen? Dat helpt je de stof te onthouden.

3. Maak heel veel opgaven

Maak alle oefeningen die opgegeven worden. Zijn er onderwerpen die je lastig vindt? Ga na of je meer oefenopgaven kunt vinden. Vraag bij studiegenoten rond of er oefententamens beschikbaar zijn. Oefen, oefen, oefen!

4. Schrik niet als je een opgave niet in één keer kunt oplossen

Houd jezelf voor dat het niet erg is als iets niet in één keer lukt. Leg je boeken niet weg, maar vraag uitleg aan een studiegenoot of neem contact op met je docent voor extra uitleg.

5. Herhaal met enige regelmaat

Zorg ervoor dat je elke week heel kort de belangrijkste en moeilijkste stof van de weken daarvoor herhaalt. Herhaling zorgt ervoor dat je kennis in je langetermijngeheugen opslaat. Weet je wie je daarvoor gaat bedanken? Jouzelf, in de toekomst, als de opgebouwde stof in een later tentamen of in een andere opdracht terugkomt en jij je kennis moeiteloos uit je geheugen tovert. Maar ook voor je tentamen is het handig als je niet de eerste helft van de stof al bent vergeten.

6. Test of je last hebt van studieontwijkend gedrag

Sommige studenten zijn gewend om zó op de korte termijn te werken dat ze eerst leuke dingen gaan doen tot de druk te hoog is en ze wel móéten werken. Andere studenten vinden het juist eng om aan lineaire algebra te beginnen, omdat ze bang zijn fouten te maken en slechte cijfers te halen. Weer andere studenten twijfelen aan elke beslissing die ze nemen, en ze worden zo moe van dat constante getwijfel dat ze niet eens meer beginnen aan het maken van opgaven. Ze hebben last van studieontwijkend gedrag. Als je studeren uitstelt, word je niet beter in lineaire algebra. Test daarom of je last heb van studie-ontwijkend gedrag en zo ja, lees wat je eraan kunt doen.

7. Leer effectief te studeren

Met een planning studeer je sneller en efficiënter. Vaak geven studenten aan dat ze nog nooit echt met een planning gewerkt hebben, of dat ze er wel een hadden, maar het niet werkte. Zie een planning niet als iets om je krampachtig aan vast te houden, maar juist als steuntje in de rug. Houd je planning flexibel door marges in te bouwen voor vertraging of onverwachte tegenslagen en bekijk elke week je voortgang. Zo kun je op tijd ingrijpen als je vertraging oploopt, zodat je niet voor onaangename verrassingen komt te staan. Plannen kun je leren!

Bonustip: Lukt het niet? Trek op tijd aan de bel!

De één heeft een fikse stok achter de deur nodig, de ander een geduldige uitleg. Wat het ook is dat jij nodig hebt om beter te worden in dit vak, onze studiebegeleiders helpen je erbij tijdens bijles Lineaire Algebra. Ze zorgen ervoor dat je voldoende inzicht vergaart om abstracte opgaven op te kunnen lossen. We leren je de trucs voor veelvoorkomende vraagstukken en helpen je om een probleem van verschillende kanten te bekijken.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

5 tips voor Calculus – zo haal je je tentamen!

Calculus is een algemeen wiskundevak dat op veel opleidingen wordt gegeven. Je hebt dit vak nodig om verder te studeren. Het vormt de basis voor latere wiskundige en natuurkundige vakken.

1. Ga naar de colleges

Bereid de stof voor, print de collegesheets uit, ga vooraan zitten. Aangezien de docent degene is die het tentamen samenstelt, kun je de colleges gebruiken om te ontdekken wat de docent belangrijk vindt. Let dus goed op. Stel vragen als je iets niet begrijpt. Maak aantekeningen, vat ze meteen na het college samen en maak een paar oefenopgaven om te controleren of je de informatie kunt toepassen.

2. Gebruik stappenplannen voor opgaven

Ga na wat de juiste stappenplannen zijn om opgaven op te lossen. Gebruik altijd het stappenplan, ook bij de eenvoudigere opgaven. Als je het werken met stappenplannen goed onder de knie krijgt, kun je straks ook de moeilijkere opgaven gestructureerd aanpakken.

3. Oefenen, oefenen, oefenen

Door veel te oefenen doorgrond je de opgaven en begrijp je de betekenis van de uitkomsten en antwoorden steeds beter. Probeer actief over de stof na te denken en erover te discussiëren met studiegenoten. Zo verdiep je actief je inzicht en komt de stof in je lange-termijngeheugen terecht.

4. Werk met een planning

Door te werken met een planning verzeker je jezelf ervan dat je genoeg tijd hebt om voldoende te oefenen. Maak aan het begin een planning, pas hem indien nodig aan, en blijf ermee werken! Lukt je dat niet? Werken met een planning is een vaardigheid, en vaardigheden kun je leren. Dat is wat wij bij Studiemeesters elke dag doen: vaardigheden leren aan studenten. Kun je nog niet werken met een planning? Zorg ervoor dat je het leert – je kunt niet zonder!

5. Zorg voor een stok achter de deur

Merk je dat je te weinig tijd besteedt aan Calculus? Zorg voor een stok achter de deur! Spreek af met studiegenoten op een plek zonder afleiding. Vraag iemand om wekelijks je opgaven te checken.

Bonustip: Lukt het niet? Trek op tijd aan de bel!

De één heeft een fikse stok achter de deur nodig, de ander een geduldige uitleg. Wat het ook is dat jij nodig hebt om beter te worden in dit vak, onze studiebegeleiders helpen je erbij tijdens bijles Calculus. Ze zorgen ervoor dat je voldoende inzicht vergaart om abstracte opgaven op te kunnen lossen. We leren je de trucs voor veelvoorkomende vraagstukken en helpen je om een probleem van verschillende kanten te bekijken.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

5 verschillen tussen hbo-recht en de universiteit

Er zijn vijf enorme verschillen tussen rechten op het hbo en aan de universiteit, zeggen de studiespecialisten van Studiemeesters. Als je deze verschillen kent, dan weet je welke studie bij je past en hoe je moet studeren. Rechtenstudenten die doorstromen van het hbo naar de universiteit hebben na het lezen van deze blogpost de juiste verwachtingen.

1. Enorme hoeveelheden leeswerk voor Rechtenstudenten

De hoeveelheid boeken, artikelen en jurisprudentie die je moet bestuderen aan de universiteit is groot. Soms moeten er honderden pagina’s per week worden gelezen. Doorstromers schrikken daar soms van. Je zult het op de juiste manier aan moeten pakken: maak een goede planning en probeer verschillende leestechnieken en studiemethoden uit. Wees selectief als de hoeveelheid stof te groot is om geheel door te nemen: Wat laat je liggen als je niet alles afkrijgt? Zijn er goede samenvattingen waar je op terug kunt vallen?
Sommige studenten (de gespannen soggers) moeten oppassen dat ze niet te veel studeren. Houd bij hoeveel uur je effectief aan je studie besteedt, vergelijk het eens met anderen, en controleer of er in je weekplanning voldoende ruimte voor ontspanning zit.

2. Bijzonder weinig verplichtingen aan de universiteit

Als je aan de universiteit studeert, bevat je wekelijkse rooster soms maar zes uur college. Er is zelden een aanwezigheidsplicht en niemand controleert of jij je colleges voorbereidt – dat is namelijk je eigen verantwoordelijkheid. Sommige studenten (de ontspannen soggers) [link] moeten oppassen dat ze niet te weinig studeren. Op het hbo merk je het snel als je te weinig voortgang maakt: je docent ziet het, je kunt jezelf vergelijken met klasgenoten, je praat erover met je studieloopbaanadviseur. Op de universiteit word je pas met de neus op de feiten gedrukt als je je tentamenuitslagen krijgt. Dan is de achterstand soms al te groot om weer in te halen. Als je aan de universiteit studeert, moet je goed kunnen plannen. Maak een planning [link] voor het hele blok en combineer die telkens met een goede, meer gedetailleerde weekplanning. Goed plannen voorkomt stress en zorgt voor een beter resultaat. Studeren is leuker als het goed gaat.

3. Geen groepswerk zoals op het hbo

Ondanks de werkcolleges die je aan de universiteit krijgt, studeer je alleen. Opgaven voor werkgroepen maak je zelfstandig. Er is geen sprake van veel groepswerk zoals op het hbo. Het ontbreken van groepswerk heeft voor- en nadelen:

  • Voordeel: Jouw resultaten zijn niet afhankelijk van de inzet van anderen.
    Als je zelfstandig studeert, ben je niet afhankelijk van de inspanningen van je studiegenoten. Dat voorkomt de frustratie die vaak met groepswerk gepaard gaat.
  • Nadeel: Je doet weinig ervaring op met samenwerken.
    Als je moet samenwerken met anderen, leer je veel over samenwerken. Je mensenkennis neemt toe, en misschien neem je zelfs de leiding en delegeer je taken. Dat zijn relevante vaardigheden voor je latere werk. Als je in je studie weinig samenwerkt, kun je die vaardigheid op andere plekken trainen: word bijvoorbeeld lid van een commissie van je studievereniging of neem een relevante bijbaan.
  • Nadeel: Je hebt minder gelegenheid om te sparren met studiegenoten.
    Als je zelfstandig (alleen) studeert, ontbreekt de gelegenheid om je aan anderen op te trekken en met studiegenoten te sparren. Universitaire studenten raden wij daarom aan om een studiemaatje te zoeken. Neem het initiatief om samen met anderen te studeren. Dat is bijzonder effectief.

4. Geen vast aanspreekpunt zoals op het hbo

Op het hbo heb je vaak een begeleider of een docent die je kent, met wie je met enige regelmaat jouw studievoortgang bespreekt en bij wie je altijd terecht kunt. Op de universiteit heb je geen vaste begeleider en komt er niemand naar je toe als het niet goed gaat. In een collegezaal staan docenten letterlijk en figuurlijk ver van je af. Er is vergeleken met het hbo weinig ruimte voor persoonlijk contact.
Sommige studenten krijgen daardoor het gevoel dat ze er alleen voor staan. Dat is niet noodzakelijk het geval: Er zijn plekken waar je terecht kunt, maar er wordt van je verwacht dat je zelf uitzoekt waar je moet zijn en dat je zelf het initiatief neemt voor contact. Raadpleeg je studiegids en het OER om te ontdekken welke voorzieningen er zijn. Soms kun je een docent benaderen in de pauze van een hoorcollege. Misschien houdt een docent wekelijks spreekuur. Vaak zijn er meerdere studieadviseurs beschikbaar en er is meestal zoiets als een onderwijsbalie of een studieadviescentrum.

5. Geen stages aan de universiteit

Als je rechten studeert aan het hbo, dan loop je één- of tweemaal in je studiecarrière stage. Aan de universiteit is dat niet altijd het geval. Aangezien werkervaring nuttig is en inspireert, kun je ervoor kiezen om op eigen initiatief ervaring op te doen: zoek een studiegerelateerde bijbaan, loop in de zomervakantie een paar weken vrijwillig stage, of pauzeer je studie gedurende een semester om een werkervaringsplek te vervullen.

Bonustip voor doorstromers Rechten

De eerste weken aan de universiteit kunnen pittig zijn. Trek niet te snel de conclusie dat het niet leuk is: het is anders, de verschillen tussen hbo en de universiteit zijn groot, en dat is even wennen. Zet door en ontwikkel je studievaardigheden. Je kunt alles leren! Vraag eventueel of je studieadviseur je in contact kan brengen met andere doorstromers, zodat je een studiegroepje kunt vormen. Het helpt als je weet dat je niet de enige bent.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Heb ik scriptiehulp nodig?

Vraag jij je af of je externe scriptiehulp nodig hebt? Beantwoord dan de volgende vragen en ontdek wanneer het verstandig is om scriptiehulp in te schakelen.

1. Loop je op schema?

Heel veel studenten lopen uit met hun scriptie. Ze denken te lang na over hun hoofdvraag, ze zoeken te lang naar artikelen voor het theoretisch kader, of ze hebben geen idee hoe ze hun methode aan moeten pakken. Loop jij uit? En is die uitloop meer dan 10%?
Als je erg uitloopt, is het handig om hulp bij je scriptie in te schakelen.

2. Wat is het gevolg als je je deadline niet haalt?

Wat zijn de gevolgen van het uitlopen van je scriptie? Moet je dan herkansen, vervallen er vakken, moet je aan een nieuw onderwerp beginnen? Breng in kaart welk risico jouw uitloop met zich meebrengt. Denk je dat de gevolgen voor jou groot en vervelend zullen zijn? En is het risico voor jou aanwezig?
Als het risico te groot is, kan externe scriptiehulp de kans dat je tegen een vervelend gevolg aanloopt, verkleinen.

3. Ervaar je veel stress?

De scriptietijd is voor veel mensen geen fijne periode: hard werken, veel onzekerheden, en frustraties omdat de hoeveelheid werk die je op een dag kunt doen toch tegenvalt. Ervaar jij zo veel stress dat je er soms slechter van slaapt, en voel je je al zenuwachtig als je aan je scriptie denkt?
Een beetje stress hoort erbij. Maar maakt je scriptie je echt ongelukkig, dan is het zeker het overwegen waard om externe scriptiehulp in te schakelen.

4. Weet je wat je moet doen?

Verlies je veel tijd aan twijfel? Twijfel je bijvoorbeeld hoeveel artikelen je in je scriptie moet verwerken, hoe lang je hoofdstukken moeten worden, hoe je je deelvragen moet formuleren? Vind je het erg lastig om statistiek te verwerken in je scriptie?
Twijfel is niet erg. Maar als die twijfel je vooruitgang in je scriptie blokkeert, is het handig om externe hulp in te schakelen bij je scriptie.

5. Heb je een goede band met je scriptiebegeleider?

Een goede scriptiebegeleider is goud waard. Heb je het idee dat je hem of haar alles mag vragen? Is de feedback die je krijgt opbouwend? Helpen de gesprekken jou verder?
Als je fijne hulp krijgt van je scriptiebegeleider, heb je geen externe hulp nodig. Maar als je merkt dat je hem of haar niet begrijpt, niet durft te mailen, geen antwoord krijgt, en gefrustreerd raakt, kan het erg helpen om hulp te zoeken bij iemand aan wie je al je vragen voor je scriptie kwijt kunt.

6. Ben je zelf tevreden met je scriptieproces?

Als je lekker in je vel zit, vooruitgang boekt, zelf je problemen oplost en rustig bent, dan is er niets aan de hand! Dan lukt het jou om zelfstandig en zonder hulp je scriptie af te ronden. Is dat niet het geval? Wees welkom bij Studiemeesters. Wij helpen je verder met je scriptie.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Te moe om te studeren? Advies voor oververmoeide studenten

Er is één ding dat nog altijd belangrijker is dan al die belangrijke dingen, en dat ben jij. Pas dus goed op jezelf! De onderstaande adviezen van onze zeer ervaren studiespecialisten zullen je daarbij helpen. Lukt het je niet om deze tips toe te passen? Neem dan contact met ons op voor persoonlijk advies in de vorm van studiebegeleiding.

1. Beperk koffie, alcohol en suiker

“Maar daar heb ik juist zo’n zin in.”

Je bent ’s ochtends moe, maar moet aan de slag. Je snakt dus naar cafeïne en suiker. Helaas krijg je daar de ‘verkeerde’ energie van. Koffie en suiker stimuleren de aanmaak van stresshormonen. Je werkt vervolgens op adrenaline en kunt daardoor je vermoeidheid negeren. Handig vlak voor een deadline, maar maak er geen gewoonte van. Je raakt dan alleen maar vermoeider en loopt op lange termijn kans op bijnieruitputting.
Je bent ’s avonds nog gespannen van alle stresshormonen die je overdag hebt aangemaakt. Je hebt behoefte aan ontspanning en snakt naar een borrel. Door de alcohol ontspan je, maar slaap je ’s nachts minder goed en word je de volgende ochtend minder uitgerust wakker. Drie keer raden waar je ’s ochtends dus weer naar snakt? Precies, een kop koffie.
Over de nadelen van suiker hoeven we je waarschijnlijk niks te vertellen: je kent het verhaal van de bloedsuikerpieken en -dalen waarschijnlijk wel.

2. Vermijd beeldschermen op vrije momenten

“Dat vind ik juist relaxed.”

Juist als je onder druk staat wil je even ontsnappen aan alle verplichtingen en zorgen. Lekker op je smartphone zitten werkt meteen: je wordt direct opgeslokt door social media en denkt niet meer aan je to-do-lijst, de deadlines of die lastige taak of opgave waar je mee bezig was. Het nadeel van schermen is echter dat ze bijzonder veel informatie presenteren die jij vervolgens allemaal in je opneemt, en dat is nou net niet wat een vol hoofd nodig heeft. Waarom zou je je hersenen op volle toeren laten werken als je vrij hebt? Zet Spotify aan en ga even op de bank liggen. Gaat je hoofd meteen op pieker-stand? Vervelend. Onderga het maar. Al die gedachten moeten er toch uit. Misschien wordt het minder als je je op de muziek concentreert.

3. Doe rustig aan met sporten

“Sporten is toch goed voor mijn concentratie?”

Door antistresshormonen aan te maken zorgen je bijnieren ervoor dat je na stress weer kunt ontspannen. Als je lange tijd stress ervaart, raken je bijnieren uitgeput en krijg je vermoeidheidsklachten. Heel hard sporten is voor het lichaam ook een stress-situatie en belast je bijnieren dus ook. Als je fit bent, is dat geen probleem, maar als je oververmoeid bent is het beter om te bewegen op zo’n niveau dat het je ontspant zonder dat je je te veel inspant. Wandelen is ideaal.

4. Schrap tenminste één van je verplichtingen

“Dat kan bij mij niet. Echt niet.”

Ga eens na wat je verplichtingen allemaal zijn. Maak een lijst en schrijf alles op – ook je commissies, je vereniging, eetclubjes, alles. Kijk eens naar die lijst. Is hij lang? Welke dingen zijn leuk? Welke zijn zinvol? Wat zou er als eerste weggaan als het zou kunnen? Wat zou je de meeste opluchting geven? Wat zou er gebeuren als je ermee stopt? Is dat echt heel erg voor jouw eigen belangen? Praat er ook eens over met een broer of zus, een clubgenoot of een goede vriend. Wat raden zij je aan om te laten vallen?

5. Meld het bij je manager, je studieadviseur en je huisarts.

“Daar ben ik het type niet voor.”

De meeste mensen die oververmoeid raken, vinden het moeilijk om daar open over te zijn. De mensen die niet overmoeid raken, hebben daar veel minder last van. Hoe kan dat? Dezelfde eigenschappen die ervoor zorgen dat je te veel doet en te lang doorgaat, maken het lastig om goed voor jezelf te zorgen en dat te communiceren naar anderen. Besef dat het normaal is om in bepaalde situaties je workload te herzien en dit bespreekbaar te maken. Dat is volwassen en professioneel. Als je het op tijd bespreekt is de nood minder hoog en zal het je beter lukken om het nuchter te bespreken. Er is waarschijnlijk meer mogelijk dan je denkt.
Geef het voor de zekerheid ook even aan bij je studieadviseur of studieloopbaanbegeleider. Misschien hebben ze nog goede ideeën om je meer tijd en ruimte te geven voor bepaalde onderdelen. Als je vermoeidheid nog erger wordt en je later herkansingsmogelijkheden, studiefondsen en dergelijke nodig blijkt te hebben, dan is het goed als je het vroeg gemeld hebt.
Ga ook even langs bij je huisarts met je klachten, want misschien is er een fysieke oorzaak voor je vermoeidheid zoals bloedarmoede of een gebrek aan vitamine D.

6. Zet extra studiebegeleiding in.

“Ik moet gewoon beter mijn best doen.”

Van studieontwijkend gedrag tot overvolle agenda’s: studenten maken om verschillende redenen gebruik van studiedagen. Studiebegeleiding helpt door afleiding te minimaliseren, overzicht te scheppen in de stof, het studieritme te verbeteren en kritisch te kijken naar de weekindeling. Door je studievaardigheden en je vaardigheid in timemanagement direct te versterken zul je effectiever en meer ontspannen kunnen studeren. Dat zal positief bijdragen aan het herstel van langdurige vermoeidheid.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Geen significante resultaten, toch een scriptie schrijven.

Veel studenten die geen significante resultaten uit hun onderzoek krijgen, denken: ‘Nu is mijn onderzoek mislukt, kan ik niet afstuderen en moet ik opnieuw beginnen.’ Maar dit is onterecht. Het kan namelijk wel! Bij Studiemeesters hebben we veel studenten geholpen om af te studeren, ondanks het uitblijven van significante resultaten. We geven ze de volgende tips om verder te komen:

1. Maak je niet druk, het komt vaak voor

Meer dan de helft van de scripties heeft geen significante resultaten. Wanneer je aan een onderzoek begint, weet je nooit of er iets significants uitkomt of niet. Onderzoek wordt bijna alleen gepubliceerd wanneer er significante resultaten zijn. De rest verdwijnt, om het oneerbiedig te zeggen, in een bureaulade. De onderzoeken die je tijdens je studie hebt gelezen, zullen daardoor vrijwel allemaal significante resultaten bevatten. Ook scriptiehandleidingen leggen meestal alleen uit hoe je significante resultaten rapporteert. Hierdoor kun je onterecht denken dat onderzoek altijd significante resultaten oplevert. Maar in de praktijk blijkt dat dit in meer dan de helft van de gevallen niet zo is. Ook bij datasets die door docenten worden aangeleverd en die helemaal kloppen, kan dit gebeuren. Je begeleider weet dit en zal er dan ook niet raar van opkijken dat je geen significante resultaten kunt verkrijgen.

2. Breng je begeleider op de hoogte

Dit is de eerste praktische tip die we studenten geven die bij Studiemeesters aankloppen voor hulp wanneer ze geen significante resultaten hebben: Breng je begeleider op de hoogte! Stuur de onderzoeksdata en output mee en vraag of je begeleider wil controleren of je geen fout in de statistiek hebt gemaakt. Waarschijnlijk is dit niet zo, maar op deze manier heb je dit met zekerheid uitgesloten. En dan kun je door met de volgende stap.

3. Focus op het doel van een scriptie

Het doel van het schrijven van een scriptie is dat je laat zien dat je onderzoek kunt doen. Het doel is niet dat je significante resultaten laat zien. Hou dit in je achterhoofd. Om tot niet-significante resultaten te komen heb je, als het goed is, dezelfde stappen doorlopen die ook significante resultaten hadden kunnen opleveren. Wanneer je deze stappen goed rapporteert, laat je zien dat je onderzoek kunt doen en daar kun je mee afstuderen.

4. Verklaar waarom er geen significante resultaten zijn

Bij onderzoek met significante resultaten doe je vaak het volgende: je hebt theorie, daar komen een hypothese en onderzoeksvragen uit voort, en die ga je onderbouwen met jouw resultaten. In het kort gezegd meld je daarna in je conclusie: ‘Mijn resultaten ondersteunen de theorie.’ PUNT. Wanneer jouw resultaten niet overeenkomen met de theorie, moet je uitleggen waarom dit zo is. Dit vergt denk- en uitzoekwerk en een duik in oude én nieuwe literatuur. Soms kan een verklaring worden gevonden in andere, (deels) vergelijkbare onderzoeken, maar vaak ligt de oorzaak in de beperkingen van je onderzoek: het aantal deelnemers was niet groot genoeg, de proefpersonen waren ‘biased’ (‘Ik heb alleen m’n vrienden gevraagd’), of de deelnemers kwamen uit een bepaalde omgeving en vormden zo geen aselecte steekproef van de populatie. Overleg altijd met je docent hoe uitgebreid je verklaring moet zijn, om onnodig uitzoekwerk te voorkomen.

5. Je bent niet terug bij af

Wanneer je geen significante resultaten hebt, ga je op zoek naar informatie die helpt te verklaren waarom dat niet zo is. Vaak ga je hiervoor opnieuw bronnen zoeken. Voor veel studenten voelt dit als ‘terug bij af’, maar dat is niet het geval. Voor de lengte van je conclusie en discussie en ook voor het uitzoekwerk maakt het niet uit of je significante resultaten hebt of niet. Heb je significante resultaten, dan zoek je extra informatie om ze verder te duiden. Heb je die niet, dan zoek je informatie die helpt te verklaren waarom dat niet zo is. Het komt in principe op hetzelfde neer. Aan het einde van de streep heb je in beide gevallen dus evenveel werk.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Zo maak je een goede presentatie

Je mag binnenkort een presentatie geven. Of je dit nu een leuke uitdaging vindt of een regelrechte nachtmerrie: wat in elk geval belangrijk is om te doen, is je goed voorbereiden. Want een goede voorbereiding is het halve werk! Je eerste neiging is waarschijnlijk om direct met PowerPoint of Prezi aan de slag te gaan. Onze tip is: Doe dit niet. Pak er eerst een pen en papier bij en geef antwoord op de volgende vragen:

1. Wat is de doelgroep van je presentatie?

Het maakt een groot verschil of je een presentatie geeft voor studiegenoten of voor een opdrachtgever. Daarom is het belangrijk om voor jezelf helder te hebben wie je doelgroep is. Denk na over de voorkennis van jouw doelgroep en pas straks de inhoud en de toon van je presentatie daarop aan.

2. Wat is het doel van de presentatie?

Wil je je doelgroep overtuigen van jouw standpunt, wil je interesse wekken voor een nieuw product of wil je onderzoeksresultaten presenteren? Bedenk wat het doel is, zodat je de vorm daarop kunt aanpassen.

3. Wat wil je overbrengen?

Zonder de hele inhoud op te schrijven of deze zelfs nog maar bedacht te hebben, schrijf je voor jezelf in een aantal korte zinnen op wat je zéker wilt overbrengen tijdens de presentatie. Stel jezelf niet de vraag wat je moet overbrengen, maar wat je in elk geval wilt overbrengen. Wat vind je zelf zo de moeite waard, inspirerend, of afwijkend dat het niet mag ontbreken in je presentatie? Dit hoeft nog geen samenhangend geheel of lopend verhaal te zijn.

4. Welke presentatievorm wil je gebruiken?

Nu je weet voor wie je de presentatie gaat houden, wat het doel is en wat je in elk geval over wilt brengen, kies je de presentatievorm. Dit kan een PowerPoint-presentatie zijn, maar misschien heb je aan een whiteboard wel genoeg. Vraag jezelf ook af of het voor jouw doel het meest effectief is om alleen te vertellen wat je wilt overbrengen, of dat je juist interactie zoekt met je publiek. Wil je alleen woorden gebruiken, of is het duidelijker wanneer je je boodschap visualiseert met een schema of een filmpje?

5. Welke hulpmiddelen wil of kan je gebruiken?

Bedenk voor je je definitieve presentatievorm kiest, wat voor hulpmiddelen je wilt gebruiken. Is er een beamer aanwezig in de zaal waar je je presentatie gaat houden? Zo niet, regel er dan een of kies een andere presentatievorm. Wil je tijdens je presentatie iets aan kunnen wijzen, dan is een laserpen of een aanwijsstok handig. Wil je je publiek een quiz of een vragenlijst in laten vullen? Zorg dan voor voldoende antwoordformulieren en pennen. Vraag je bij elk hulpmiddel wel af: “Dient dit mijn doel?’ Is het antwoord “Nee”, gebruik het hulpmiddel dan niet.

6. Hoe lang mag je presentatie duren?

Bedenk voor je met de uitwerking aan de slag gaat, hoe lang je presentatie mag duren. Het maakt nogal een verschil of je iets in 5 minuten moet presenteren of dat je een uur de tijd hebt. Bedenk dat bijna iedereen onder invloed van tijdsdruk sneller gaat praten wanneer hij of zij een presentatie geeft. Daarom is het verstandig om een kortere presentatie voor te bereiden, zodat je zeker weet dat je voldoende tijd hebt en de presentatie in alle rust kunt houden.

Nu je een antwoord hebt op deze vragen, kun je de inhoud van je presentatie gaan maken. Veel succes!


Wil je je presentatie goed voorbereiden en oefenen? Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

“Ik haat statistiek!” Vijf tips voor ‘haters’

Heb je een hekel aan statistiek? Je bent niet de enige. Bij Studiemeesters helpen we dagelijks studenten met de vakken statistiek en data-analyse. Onze studenten zeggen vaak: “Als jullie het uitleggen begrijp ik het wél.” Dit zijn vijf tips voor beginners:

1. “Laat je vooroordelen over statistiek los”

Laat allereerst het idee los dat statistiek eng is. Als je op de middelbare school slecht was in wiskunde, betekent dit niet dat je niet goed kunt zijn in statistiek. Daar hebben we hier tijdens de bijlessen genoeg voorbeelden van gezien. Door aan te nemen dat statistiek moeilijk en eng is, geef je het vak én jezelf geen eerlijke kans. Laat je vooroordelen daarom los en zie het als een nieuwe taal die je moet leren verstaan en moet leren toepassen.

2. “Zorg dat je een statistiekboek hebt dat jij begrijpt”

Als je door je studie een boek voorgeschreven krijgt dat statistiek op een voor jou onbegrijpelijke manier uitlegt, is onze grootste tip: zoek een boek dat je wél begrijpt. Het ene statistiekboek is het andere namelijk niet. Andy Fields Discovering Statistics (dat veel aansprekende voorbeelden bevat en een duidelijke gebruiksaanwijzing heeft voor SPSS) en het boek Statistiek in woorden van Anke Slotboom (dat, zoals de titel al suggereert, statistische begrippen in heldere bewoordingen uitlegt) zijn populair bij Studiemeesters. Voor veel studenten verandert het vak statistiek van ‘onbegrijpelijk’ naar ‘begrijpelijk’ door simpelweg een ander boek te gebruiken.

3. “Herken de elementen van een formule”

Formules schrikken veel studenten af. Een veelgemaakte fout is dat studenten veel energie steken in het letterlijk willen begrijpen wat er in een formule staat en dat ze willen snappen waarom de formule zo is opgebouwd als hij is. Dit is niet nodig om je vak statistiek te halen. Je moet weten waar de verschillende elementen voor staan (Ʃ = sommatie, µ/x = gemiddelde, σ/SD = standaarddeviatie, n = proefpersoon(nummer), i = variabele(nummer)) en weten hoe je de formule toepast. Dat is alles. Je hoeft de wiskunde niet te ontdekken, dat is al voor je gedaan. Maak het jezelf niet onnodig moeilijk door het waarom van de formule te willen begrijpen, maar richt je op het herkennen van de elementen en het toepassen van de formule.

4. “Sluit vriendschap met je formulekaart”

Bij veel beginnersvakken statistiek mag je een formulekaart gebruiken. Wanneer je de verschillende formules leert herkennen en leert wanneer en hoe je deze toepast, kan de formulekaart je daadwerkelijk helpen bij een tentamen. Neem er de tijd voor; begin direct met het gebruiken van de formulekaart wanneer je begint met studeren. Zo wordt de formulekaart een hulpmiddel in plaats van een obstakel bij het maken van je tentamen.

5. “Oefenen, oefenen, oefenen”

Tot slot: oefen veel. En dan bedoelen we ook écht veel. Je kunt statistiek zien als een taalvaardigheid die je opdoet. Alleen door veel te oefenen maak je je de vaardigheid eigen. Vraag om (extra) oefententamens bij je docent. Bij Andy Fields Discovering Statistics horen datasets waar je mee kunt oefenen in SPSS. In het boek Introduction to the practice of statistics van David Moore, Andrew McCabe en Bruce Craig staan veel oefenopdrachten voor handmatige berekeningen. Ook wanneer je deze boeken niet gebruikt om ermee te studeren, kun je ze wel gebruiken om te oefenen.

Statistiekbijles en hulp bij data-analyse

Met de juiste aanpak verspil je minder tijd en energie. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek op een van onze locaties of online. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Prettig studeren ondanks depressie, angst of burn-out

In deze blogpost worden tips gegeven over hoe je het studeren (weer) op kunt pakken en hoe je je doelen realistisch houdt. Hiermee voorkom je dat je te veel last op je schouders neemt, wat tot teleurstellingen leidt. Door middel van deze tips zorg je ervoor dat je jouw studie succesvol en op een prettige manier kunt afronden.

Tip 1: Praat erover; je bent niet de enige

De allerbelangrijkste boodschap die we je mee kunnen geven: je bent niet de enige en je bent niet alleen. Ook al wordt er niet regelmatig over gepraat bij de koffieautomaat, er zijn meer studenten die een burn-out, angststoornis of depressie hebben of gehad hebben. Vanuit de studie en de omgeving is er vanuit meerdere hoeken hulp beschikbaar. Mensen die je kunnen helpen zijn de (onderwijs)psycholoog, je studiebegeleider en -decaan, mentoren, familie, vrienden, studiegenoten en natuurlijk ook de begeleiders van Studiemeesters. Maak gebruik van deze mogelijkheden en praat erover. Je hoeft het niet alleen te doen.

Tip 2: Bespreek het met je studiebegeleider of -decaan

Hij of zij kan je helpen met het aanvragen van extra studietijd en/of studiefinanciering. Indien je een diagnose hebt gekregen, neem hier dan ook een verklaring van mee. Zo weet de studiebegeleider of -decaan direct waar je recht op hebt en welke mogelijkheden er voor jou zijn.

Tip 3: Stel realistische doelen

Je wilt je studie(jaar) halen, en die haal je door voor jezelf realistische doelen te stellen. Als je aan het begin van je studiejaar te veel op je schouders neemt, loop je al snel tegen een muur op en bereik je niet al je doelen. Neem je de juiste hoeveelheid op je schouders, dan wandel je het studiejaar prettig door. En je zult zien dat je op die manier meer doelen bereikt.
Je hoeft niet alles in één keer te kunnen en je hoeft niet alles in één keer “in te halen”. Begin niet met vol gas studeren van 9:00-18:00, maar begin rustig met een paar uur per dag. Zo kun je aan het studeren wennen en kun je langzaam opbouwen. Pas je doelen aan op jouw studietempo en je zult zien dat je ze veel makkelijker bereikt.

Tip 4: Maak een realistische planning

Realistische doelen stellen begint bij het maken van een realistische planning. Er zijn veel personen die je hierbij kunnen helpen. Eén van hen is je studiebegeleider of -decaan, maar je kunt ook altijd bij een van de locaties van Studiemeesters terecht. Wij kunnen je helpen een realistische planning te maken én ook kijken wanneer een planning bijgesteld moet worden naar jouw behoeftes.

Tip 5: Hak grote opdrachten op in kleine stukken

“Door de bomen het bos niet meer zien” is niet voor niets een bekende uitdrukking: veel mensen lopen daar in het dagelijks leven inderdaad tegenaan. Hoe te beginnen aan die grote opdracht voor dat ene vak? Antwoord: door elke boom te zien als een kleine deelopdracht. Een grote opdracht kan altijd opgesplitst worden in kleinere delen. Deze delen kun je vervolgens één voor één afvinken. Zo hak je stukje bij beetje het hele bos weg, en voor je het weet is je opdracht af.

Tip 6: Neem elk uur een adempauze

En dan bedoelen we dat ook letterlijk. Ga na elk uur studeren naar een andere ruimte en ga vijf minuten helemaal niks nuttigs doen. Luister muziek, doe een yoga-oefening of doe even helemaal niks. Zo kunt zowel je lijf als je geest even ontspannen, waarna je relaxed weer doorgaat met een uur studeren. Houd daarnaast natuurlijk wel je gewone pauzes aan. Tips voor software die je kan helpen herinneren pauzes te nemen vind je hier.

Tip 7: Sport en beweeg regelmatig

Sporten helpt om de stress te verminderen, zowel in je hoofd als in je lichaam. Lekker bewegen – op welke manier dan ook – is daarom erg goed voor je. Dit kun je op allerlei manieren doen: in de sportschool, met een (hard)loopgroepje in het park of dansend voor de spiegel in de badkamer. Als je iets vindt wat jij leuk vindt om te doen, heb je ook meteen een stukje ontspanning te pakken.
Maar, vergeet ook niet gedurende de dag lekker te bewegen! Moet je de hele dag studeren? Neem op vaste tijden pauzes en ga buiten een stukje lopen om even een frisse neus te halen. Je bent even in beweging en je ontspant je, zodat je daarna weer lekker verder aan de slag kunt. Of doe elk uur kort bureaustoel-yoga. Echt, het bestaat!

Tip 8: Let op je grenzen en ga er niet overheen

Jij weet als de beste wat voor jou goed werkt en wat niet. Je weet ook wat voor jou te veel is en wat ervoor zorgt dat je terug kunt schieten in negatieve gedachten. Als je weet waar je grenzen liggen, probeer dan er niet overheen te gaan. Te veel last op je schouders nemen en over je grenzen heen gaan werkt averechts en zorgt ervoor dat je je gestelde doelen niet bereikt. Wees er daarom alert op dat je niet te veel van jezelf gaat eisen. Zo houd je je studiedoelen realistisch, en dat zal er juist voor zorgen dat je ze bereikt.
Om een voorbeeld te geven: Als je weet dat je na een dag studeren sterk de neiging hebt om ’s avonds toch door te gaan, let er dan extra op dat je op tijd stopt en ’s avonds lekker gaat ontspannen. Als je je week goed inplant met ruim voldoende studietijd, weet je dat je alles onder controle hebt en die avond kunt gebruiken om te ontspannen. Om op de juiste manier gebruik te maken van je energie moet je ervoor zorgen dat je die energie van tijd tot tijd kunt bijtanken: “You can’t pour from an empty cup.” Letten op die grenzen en leuke ontspannende activiteiten inplannen dus!

Tot slot

Over studeren met of na mentale problemen wordt niet altijd veel gepraat. Daarom is het belangrijk om te weten dat jij absoluut niet de enige bent. Wanneer je erover praat en hulp vraagt zul je zien dat studeren met of na mentale problemen wel mogelijk is. En loop je ergens tegenaan, wees dan niet bang om aan de bel te trekken. Dat kan bijvoorbeeld bij je psycholoog, bij je studiedecaan en uiteraard ook bij ons.


Studiemeesters helpt studenten zoals jij vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Leiden, Eindhoven of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Hoe help ik mijn studerende kind?

Ouders van studerende kinderen voelen zich vaak machteloos als ze zien dat het niet goed loopt met de studie. Ze zien dat hun zoon of dochter niet voldoende punten haalt of lage cijfers scoort. Ze zien een dochter die de hele dag weggooit met sociale media en games, of een zoon die verstijfd van de stress naar de universiteit gaat. Ze willen graag helpen, maar let op: veel hulp werkt averechts! Speciaal voor bezorgde ouders hebben we hieronder een aantal tips verzameld van Kinge Siljee, de meest ervaren studiebegeleider van Nederland en auteur van het boek Studieontwijkend gedrag de baas en Je scriptie de baas.

1. Ontdek waar het door komt

Dus uw kind haalt geen punten, of onvoldoendes. Waardoor komt dat? Om daarachter te komen, zult u in gesprek moeten met uw zoon of dochter. Vraag met een open blik waarom hij of zij denkt dat de studie tegenvalt. Vraag wel: “Waardoor denk je dat het niet goed lukt?”, en niet: “Denk je zelf ook niet dat de studie wat te hoog voor je gegrepen is?” Neem de antwoorden serieus, en vraag door als hij of zij met vage of ontwijkende antwoorden komt. Leg uit dat u probeert te ontdekken wat er aan de hand is, en dat het geen kruisverhoor is. Leg uit dat u samen met hem of haar het probleem wilt oplossen, en dat het niet uw bedoeling is om te straffen. Wees u er ten slotte van bewust dat uw zoon of dochter door de stress van de studie een laag zelfbeeld kan hebben. Als hij of zij zegt: “Ik kan deze studie niet aan”, wuif dat dan niet weg (neem alles serieus!), maar besef wel dat dat ook een momentopname kan zijn.

2. Breng in kaart wat er aan de hand is

Nu kunt u samen met uw kind een schema maken: wat is er aan de hand? Vermijd daarbij alle negatieve kwalificaties, zelfs als uw kind daar zelf mee komt. Negatieve kwalificaties zijn bijvoorbeeld: “Ik ben lui”, “Ik ben niet slim genoeg”, “Ik ben te chaotisch”. Deze kwalificaties zijn niet alleen slecht voor het zelfbeeld van uw zoon of dochter, ze zijn ook nog eens defaitistisch: ze communiceren de boodschap “Wat je bent, kun je immers niet veranderen, dus geef het maar bij voorbaat op”.
Goede alternatieven zijn voorhanden. In plaats van “Ik ben lui” kun je zeggen: “Ik ben niet gemotiveerd om aan de slag te gaan”. Welke oorzaak dat heeft, kunt u dan samen uitzoeken:
– Vindt hij of zij de studie leuk?
– Of is het moeilijk om aan de slag te gaan in een wereld vol afleidingen?
– Is hij of zij bang om te beginnen?
– Overheerst twijfel de motivatie dusdanig, dat hij of zij er de brui aan geeft?

Ook “Ik ben dom” is een negatieve kwalificatie die vermeden moet worden. Vraag liever:
– “Welke kennis mis je nu nog?”
– “Kom je tijd tekort om je opdrachten goed te doen en je tentamens te leren?”
– “Op welk vlak zou je bijgespijkerd willen worden?”
– “Waar moeten we meer tijd voor inruimen?”

3. Zoek samen naar passende oplossingen

Zodra u en uw zoon of dochter weten wat er aan de hand is, kunt u samen op zoek gaan naar passende oplossingen. Misschien heeft hij of zij een rustige studieplek nodig. Of misschien wil hij of zij meer aansluiting bij studiegenoten. Wellicht werkt hij of zij te veel bij een bijbaantje. Misschien heeft uw zoon of dochter een keer goed nieuws nodig, of een compliment. Kies samen de oplossing die past bij het probleem.

4. Blijf een veilige haven

Als de studie niet loopt zoals gehoopt, ontstaat er vaak spanning tussen ouders en hun studerende kinderen. Maar of uw zoon of dochter nu thuis woont of niet: bij u moet uw kind zich geborgen en geaccepteerd kunnen voelen, of hij of zij nou tienen haalt en twee masters afrondt, of tobt met de studie. Zodra uw zoon of dochter u gaat mijden, de telefoon niet meer op durft te nemen, niet meer over de studie durft te beginnen, liegt, of ruzie met u maakt, heeft de studie de verhouding tussen u en uw kind verstoord. Dan is het tijd om goed met elkaar te praten, en externe hulp inschakelen zou dan de beste oplossing zijn. Dit kan begeleiding bij Studiemeesters zijn, maar soms is ook een gesprek met een psycholoog of de huisarts nodig. Stress van een mislukkende studie is namelijk al zwaar genoeg voor uw kind zónder het wegvallen van de basisveiligheid van het ouderlijk contact.

5. Steun, maar neem niks over

Fouten maken en omgaan met de consequenties daarvan hoort bij opgroeien. Veel ouders willen dolgraag hun kind door een lastige periode helpen. Daardoor hebben zij vaak de neiging om ook bij volwassen kinderen taken over te nemen: het maken van de planning, het uitvoeren van opdrachten, contact opnemen met de opleiding, enzovoorts. Dat is intuïtief: u wilt uw zoon of dochter de ellende besparen, en deze intentie maakt u een goede ouder. Maar voor uw kind is het heel slecht: hij of zij leert niet van fouten, leert niet op eigen benen te staan, en zelf te kiezen welke acties hij of zij moet ondernemen om de eigen problemen op te lossen. Tenzij uw zoon of dochter een functiebeperking heeft die dat aspect moeilijker maakt (denk aan een handicap of ziekte), kunt u beter uw kind zelf aan de slag zetten met oplossingen.
Daarbij kunt u zijn of haar oplossingen natuurlijk wel faciliteren. Het is helemaal prima als hij of zij elke dag even belt om te zeggen wat het plan is, als dat helpt. Als uw kind wil dat u een opdracht doorleest, is daar natuurlijk niets op tegen. Maar laat het initiatief bij hem- of haarzelf.

6. Wat u nooit moet doen

Een aantal zaken die u niet moet doen:
– Boos worden. De consequenties van het mislukken van de studie zijn namelijk voor uw kind, niet voor u.
– Uw kind zeggen dat hij of zij het niet kan, te lui is, of te dom.
– Het maken van opdrachten die uw kind had moeten doen.
– Meegaan naar afspraken met docenten op hogeschool of universiteit. Dat wordt daar doorgaans niet gewaardeerd!
– Uw kind straffen of belonen voor resultaten – beloon inspanningen!
– Uw kind tegenspreken als hij of zij een bepaalde oplossing wil proberen.

7. Creëer rust, schakel hulp in

Het inschakelen van hulp, zoals die van Studiemeesters, kan verrassend goed uitpakken. Niet alleen voor uw zoon of dochter, maar ook voor u: het geeft rust dat er mogelijkheden zijn om het probleem op te lossen!

Lees nu ook het artikel Zo kom je van je uitstelgedrag af dat verscheen in de Volkskrant van 20 februari 2020.


Studiebegeleiding op maat past altijd. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven of Leiden. Uiteraard bieden we onze begeleiding ook online aan. We helpen je graag verder!

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Kinge Siljee, oprichter van Studiemeesters: “Studenten hebben baat bij meer hulp”

Eind 2011 richtte Kinge Siljee Studiemeesters op, met als doel studeren op hbo en universiteit leuker te maken. “Studeren hoeft geen drama te zijn. Je kunt onderwijs zo inrichten dat studenten met plezier en met weinig stress hun studie voltooien.” Kinge Siljee vertelt over haar visie op studeren, waarom ze Studiemeesters heeft opgericht, en vooral ook waarom de methode van Studiemeesters zo goed werkt.

Waarom is er zoveel vraag naar de begeleiding van Studiemeesters?

“Goede vraag. Ik denk dat het reguliere onderwijs niet voldoet aan de wensen en behoeften van studenten. Of dat door bezuinigingen of schaalvergroting komt, durf ik je niet te zeggen, maar ik zie wel dat veel studenten vroeger of later een blokkade ervaren in hun studie. Dat kan een struikelvak zijn, of geworstel met de scriptie. Of de gehele motivatie zakt onder het nulpunt en studenten gaan hun studie ontwijken.

Studenten zijn, net als alle mensen, individuen. Ze hebben eigen sterktes en valkuilen, eigen manieren van studeren, uiteenlopende doelen en plezier in verschillende dingen. Daarom vind ik ook dat je in de eerste plaats naar de student zelf moet kijken: waar ben je goed in, wat vind je moeilijk? Wat wil je bereiken? Aan de hand daarvan maak je dan een plan dat de student beter past.

Mensen vragen me wel eens naar mijn geheim. Eigenlijk heb ik dat niet: je moet gewoon goed kijken naar wat een persoon nodig heeft om haar of zijn doelen te halen. Of het nou gaat om een student rechtsgeleerdheid die worstelt met de volgorde van de hoofdstukken van haar scriptie, of om een eerstejaarsstudent small business die wil weten hoe je studeren voor toetsen aanpakt: mensen hebben een persoonlijke aanpak nodig die ervoor zorgt dat ze het zelf kunnen.

Inmiddels hebben we meer dan drieduizend studenten geholpen, en de muren hangen helemaal vol met kaartjes van studenten die ons bedanken. Ons krijtbord staat vol met persoonlijke overwinningen. Dat heeft alles te maken met onze aanpak: studeren weer effectief en leuk maken, zodat studenten voldoendes kunnen halen en afstuderen.”

Wat voor mensen werken bij Studiemeesters?

“De mensen die bij Studiemeesters werken hebben we uitgezocht omdat ze kundig zijn in hun vakgebied, en aardig, en omdat ze goed kunnen uitleggen en met de student meedenken. Of een student nou perfectionistisch is en faalangst heeft, of prima weet wat hij moet doen maar het uitstelt: we hebben een team dat op al die vlakken kan helpen. En dat geldt inhoudelijk ook: er komen weinig vragen om inhoudelijke bijles die we niet kunnen beantwoorden.
Deskundigheid en betrokkenheid staan daarom bovenaan in alle lijstjes. Vaak werken we ook als team samen om een student te helpen en zetten we meerdere experts in om een probleem op te lossen. Ik ben heel erg trots op het team, en elke keer als iemand weer een lastig tentamen haalt of afstudeert, springt iedereen hier een gat in de lucht.”

Je hebt onlangs een boek geschreven over studieontwijkend gedrag. Waarom juist daarover?

“Studieontwijkend gedrag is een enorm probleem vandaag de dag. Als je ziet welke ellende het oplevert, denk ik dat we het effect van uitstelgedrag flink onderschatten. Je ziet dat veel studenten door hun studieontwijkend gedrag onder hun niveau presteren: ze kúnnen sneller studeren, hogere cijfers halen, hun scriptie veel effectiever schrijven, maar het lukt ze niet. De gevolgen kunnen heel groot zijn: torenhoge studieschulden, studenten die van hun opleiding af moeten zonder diploma, of bachelorstudenten die gedemotiveerd zijn waardoor ze geen master meer willen doen. Dat heeft natuurlijk gevolgen voor iedereen: de stress, de verloren tijd, het zinloos gespendeerde collegegeld, gebroken ambities, noem maar op.
En dat terwijl het niet hóéft. Je kunt de routine die je nodig hebt om je studie te voltooien ook aanleren. Omdat ik al zo lang bezig ben met studiemotivatie, heb ik de meest effectieve methodes om van je uitstelgedrag af te komen opgeschreven in mijn boek. De kern is dat je eerst moet weten waarom je uitstelt, en daarna een aanpak moet volgen die de oorzaak van je studieontwijkend gedrag aanpakt.”

Krijg je positieve reacties?

“Ja, meer nog dan ik had verwacht. Er zijn zelfs mensen die me mailen en zeggen: Als ik dit eerder had geweten, dan had ik mijn droomstudie kunnen afmaken, dan was ik wél afgestudeerd, en was ik niet al die jaren boos op mezelf geweest. Dat is precies waarom ik het boek schreef: de kennis over studieontwijkend gedrag toegankelijk maken voor een breder publiek.”

Wat is de belangrijkste tip tegen uitstelgedrag die je de lezer wilt meegeven?

“Hou op met boos zijn op jezelf, en maak een plan dat specifiek voor jou werkt. Motivatie is niet iets wat uit je tenen moet komen, maar zit ‘m in een omgeving die jou stimuleert om iets te gaan doen. Voor de meeste mensen geldt: laat je smartphone thuis en zoek anderen op om samen te gaan studeren. Mijn hele boek staat vol met tips, maar dit advies geef ik aan elke student bij Studiemeesters.”

Tot slot: heb je het schrijven van het boek uitgesteld?

“Haha, die vraag krijg ik heel vaak. Ik heb mezelf ingeschreven voor onze eigen studiedagen, en ik leverde mijn telefoon in. Anders had ik er vast veel langer over gedaan om het boek te schrijven. Dat ik veel weet van uitstelgedrag wil niet zeggen dat ik er zelf geen last van heb.”

Kinge Siljee, oprichter van Studiemeesters
Kinge Siljee, oprichter van Studiemeesters



Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Chronisch ziek? Met deze 6 tips studeer je effectiever

Studeer je al een paar jaar en ben je onlangs gediagnosticeerd met een chronische aandoening? Of ben je chronisch ziek en wil je gaan studeren? Met deze studietips studeer je effectief, ook wanneer je gezondheid niet optimaal is.

1. Vraag altijd een gesprek aan met je studiebegeleider of decaan.
Hij kan je helpen met het maken van een aangepast studierooster en het aanvragen van extra studietijd of studiefinanciering. Misschien kan hij je aangepaste studiefaciliteiten aanbieden. Om de afspraak met je decaan zo efficiënt mogelijk te laten verlopen is het handig een doktersverklaring mee te nemen. Zo weet de studiebegeleider of decaan direct waar je recht op hebt en welke mogelijkheden er voor jou zijn.

2. Let op je batterij.
Veel chronisch zieken herkennen het: je hebt een batterij die sneller leegloopt dan die van anderen. Zorg ervoor dat je weet waar je grenzen zijn en houd daar rekening mee in je dagplanning. Wanneer je niet over je grenzen heen gaat zul je meer energie en motivatie houden voor de studiedag erna. Als je op dag 1 energie gaat ‘lenen’ bij de volgende dagen, zul je hiervoor de dagen erna moeten compenseren. Op dag 2 zul je daardoor de beschikbare studietijd niet optimaal kunnen benutten. Jij weet als geen ander hoeveel energie je beschikbaar hebt en hoeveel je daarvan kunt gebruiken om elke dag te kunnen studeren. Voorkom dat je over deze grens heen gaat door goed te plannen.

3. Plan je studie realistisch in.
Studieroosters houden niet altijd rekening met studenten met chronische ziekte. Wellicht zijn 4 vakken per blok voor jou niet haalbaar, maar lukken 2 vakken wel. Kijk daarom goed of het studierooster van je opleiding realistisch past bij jouw wensen en behoeftes. Weten waar jouw uitdagingen liggen en hierop je planning indelen zal ervoor zorgen dat je niet voor verrassingen komt te staan. Zo doorloop je op een prettige manier je studiejaar, vol energie en motivatie.

4. Maak je studieomgeving optimaal.
De studieomgeving is er om jou te ondersteunen tijdens het studeren. In een goede studieomgeving kun je meer werk verrichten in 4 uur dan je met 8 uur studeren in een slechte studieomgeving voor elkaar krijgt. Benut dus de faciliteiten die beschikbaar zijn zo goed mogelijk. Heb je rugklachten? Zorg voor een goede bureaustoel, let op je zithouding en beweeg regelmatig. Studeer jij het beste in een prikkelvrije omgeving? Maak gebruik van de studiefaciliteiten van je studie of schuif aan bij de studiedag van Studiemeesters.

5. Zorg goed voor jezelf.
Studeren kost veel energie. Zorg er dus voor dat je gezonde voeding, genoeg slaap en voldoende ontspanning krijgt. Plan dus niet alleen je studieactiviteiten, (medische) afspraken en/of werk in, maar maak in je agenda ook ruimte vrij om lekker te ontspannen en te relaxen. Zo lukt het om je energie- en motivatiebatterij gedurende de week steeds opnieuw op te laden.

6. Durf om hulp te vragen.
Al het bovenstaande hoef je niet alleen te doen. Ondersteuning kan uit veel hoeken komen: niet alleen uit je opleiding, maar ook uit je omgeving. Wellicht kunnen je ouders je helpen plannen voor de komende maand, kunnen je vrienden je helpen met ontspannen na de studieweek en kunnen je studiegenoten je helpen met studeren voor dat ene moeilijke tentamen. Ook kun je altijd bij Studiemeesters terecht voor studiehulp en -begeleiding. Wij kunnen je helpen met het maken van een planning, zodat jij effectief kunt studeren en genoeg energie overhoudt voor andere leuke dingen.


Studiemeesters helpt studenten zoals jij vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Hoe maak je een gestapeld staafdiagram?

100% gestapelde staafdiagrammen zijn geschikt voor het rapporteren van resultaten van vragen met Likertschalen. Voor vragen zonder Likertschaal gebruik je gewone staafdiagrammen.

Voorbereiding:

  1. Maak frequentietabellen in SPSS.
  2. Exporteer de SPSS-output naar Excel.

Begin nu met het maken van een figuur:

  1. Neem de waarden (valid percent) over en maak een ‘nette’ tabel. Maak zoveel mogelijk gebruik van copy-pasten, want dan maak je geen typefouten. Tip: experimenteer eens met ‘plakken speciaal’ en ‘transponeren’.
    Als het aantal respondenten per stelling verschilt, dan geef je het aantal respondenten aan achter de tekst van de stelling. Is het aantal respondenten overal gelijk, dan vermeld je de (n=…) één keer in de uiteindelijke titel van je figuur.

Tabel 1.1. Voorbeeld van een ‘nette’ tabel

  1. Stel de waarden van de cellen in op ‘percentage’.
  2. Zet de stellingen in de goede volgorde (van groot naar klein op basis van de som van ‘mee eens’ en ‘helemaal mee eens’). Let op dat je niet alleen de percentages verplaatst maar ook de tekst van de stelling(!).
  3. Selecteer de tabel en voeg een 100% gestapeld staafdiagram in. Zorg dat er percentages in de figuur staan (“labels toevoegen’).
  4. Plak de afbeelding van het staafdiagram in je resultatenhoofdstuk. Geef de figuur een nummer en een titel. Schrijf er een kort stukje begeleidende tekst bij.

Tabel 1.2. Voorbeeld van een frequentietabel voor meerdere stellingen met een Likertschaal


Figuur 1.1. Voorbeeld van een 100% gestapeld staafdiagram voor meerdere stellingen met een Likertschaal


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

Wat is een steekproef?

Steekproeven zijn zeer belangrijk bij onderzoek. De manier waarop je personen uitnodigt om deel te nemen aan je onderzoek heeft grote gevolgen voor de kwaliteit van je resultaten. Na het lezen van dit blog begrijp je waarom.

Wat is een steekproef?

Als niet de hele populatie, maar slechts een deel ervan meedoet aan je onderzoek, dan is er sprake van een steekproef. De mensen die deelnemen aan je onderzoek vormen de steekproef. Stel dat je inzicht wilt krijgen in de wensen en behoeften ten aanzien van een nieuw supermarktproduct. Alle mensen die boodschappen doen, vormen dan samen de populatie. Laten we zeggen: alle inwoners van heel Nederland in de leeftijd van 18 tot 65. Het is uiteraard onmogelijk om de gehele populatie, die uit miljoenen mensen bestaat, te enquêteren. Je kunt slechts een deel van de populatie ondervragen. Dit deel van de populatie, de groep mensen die je enquête uiteindelijk invult, vormt je steekproef. Onderzoeken met behulp van een steekproef bespaart tijd en geld en geeft een betrouwbaar resultaat indien de steekproef representatief is en groot genoeg.

Waarom is steekproeftrekking van belang?

Op basis van de onderzoeksresultaten naar aanleiding van de steekproef wil je conclusies trekken die gelden voor de hele populatie (generaliseren). Alleen als je op de juiste manier een steekproef trekt en de steekproef groot genoeg is, kun je redelijk betrouwbare uitspraken doen over de gehele populatie.

Stel dat je al jouw Facebookvrienden vraagt je enquête over het supermarktproduct in te vullen, dan leidt deze wijze van steekproeftrekking tot een systematische vertekening (bias): Je steekproef bestaat dan niet uit een willekeurige greep uit alle Nederlanders van 18 tot 65, maar uit studenten in Amsterdam van 22 tot 28 jaar. Je steekproef vormt dus geen goede afspiegeling van de populatie (is niet representatief). Deze groep jonge, hoogopgeleide mensen met een laag inkomen heeft immers heel andere wensen en behoeften dan ‘de gemiddelde Nederlander’. De gemiddelde mening in je steekproef verschilt van die van de populatie als geheel (vertekening, oftewel bias). Op basis van de resultaten van deze steekproef kun je geen betrouwbare uitspraken doen over de wensen en behoeften van Nederlanders van 18 tot 65 jaar.

Denk eens mee met het volgende voorbeeld: Je bent nog bezig met je onderzoek naar het supermarktproduct. Je wilt niet alleen studenten in je steekproef, dus je gaat met enquêtes op straat staan. Je staat een zaterdagmiddag voor een supermarkt aan de grachtengordel van Amsterdam enquêtes uit te delen. Ga voor jezelf eens na welke vertekeningen hier zouden kunnen optreden: Hoe is het gesteld met de leeftijd, het opleidingsniveau, het inkomen en de levensstijl van mensen die hun boodschappen doen in een luxe, hippe, biologische supermarkt aan de gracht? Verschillen hun wensen en behoeften van die van andere Nederlanders?


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek


Bronnen

Van der Pligt, J., & Blankers, M. (2013). Survey-onderzoek. De meting van attitudes en gedrag. Amsterdam: Boom Lemma.

Baarda, D. B., & De Goede, M. P. M. (2006). Basisboek methoden en technieken. Handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwantitatief onderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff.

Representativiteit en generaliseerbaarheid bij (a)selecte steekproeftrekking

In de literatuur over onderzoeksmethoden wordt onderscheid gemaakt tussen aselecte en selecte steekproeven.

Aselecte en selecte steekproeven

Bij aselecte steekproeven hebben alle leden van een populatie gelijke kans om in de steekproef terecht te komen. Bij dit type steekproeven is het alsof je knikkers uit een hoge hoed grabbelt: de hele populatie zit in de hoge hoed en elke knikker heeft een even grote kans om door jou gepakt te worden. In tegenstelling tot de aselecte steekproef worden bij selecte steekproeven de deelnemers aan het onderzoek niet op willekeurige wijze uit de populatie geselecteerd. Personen uit de populatie hebben niet een van tevoren bekende kans om in de steekproef terecht te komen. Dit heeft nadelige gevolgen voor de generaliseerbaarheid van de resultaten van je onderzoek.

Representativiteit en generaliseerbaarheid

Aselecte steekproeftrekking biedt de grootste kans op een representatieve steekproef waarvan de resultaten generaliseerbaar zijn. Representatief wil zeggen dat de mensen in je steekproef een mooie afspiegeling vormen van de mensen in je populatie. Je populatie bestaat uit de hele groep mensen waar je uiteindelijk in je conclusies uitspraken over wilt doen. Vanuit het oogpunt van onderzoeksmethodologie kies je dus bij voorkeur voor een aselecte steekproeftrekking. Een echt aselecte steekproef is eigenlijk alleen mogelijk als je een lijst of een bestand hebt met alle leden uit de populatie (denk aan alle medewerkers van een bedrijf, die allemaal in een bestand van PZ staan), maar als dit in de praktijk niet mogelijk is, zul je een selecte methode moeten kiezen.


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Ik haat studeren – ik verveel me!

Haat je studeren? Vind je er niks aan om boven de boeken te hangen en stof te stampen? Denk je dat studeren niks voor jou is? Dan pak je het waarschijnlijk verkeerd aan. Maak studeren weer leuk met deze vier studietips.

1. Game jezelf

Als je studeren haat omdat je het saai vindt of omdat je niet genoeg wordt uitgedaagd, moet je het studeren juist spannender en uitdagender maken. In plaats van urenlang in een stoffige UB naar lappen te tekst te staren, maak je een game van je boeken en artikelen. Maak moeilijke fake-tentamenvragen. Maak ze zo moeilijk dat je even flink moet zweten om er antwoord op te geven. Je kunt denken aan lastige opdrachten met veel statistiek of rekenen, of grote essayvragen waarbij verschillende aspecten aan bod komen. Je kunt begrippen in een app zetten, je kunt een neptentamen maken op papier, maar kies een vorm die past bij de stof én bij wat jou uitdaagt.

2. Laat je gamen

Je kunt het bovenstaande ook doen met je medestudenten, vrienden, huisgenoten, of wie ook maar dit vak met jou moet halen. Bedenk de naarste tentamenvraag die je je kunt voorstellen, met alle mogelijke valkuilen en addertjes onder het gras. Maak een triviant voor elkaar met een kleur voor elk hoofdstuk. Maak een online quiz, of een pubquiz, of wat dan ook: als je maar kunt winnen! Uiteraard hoort er een prijs bij, zoals een pizza, een pak koekjes, of wat je maar wilt. Natuurlijk ga je voor goud, en je hebt niet eens door dat je aan het studeren bent.

3. Zet een stok achter de deur

Lukt het je toch niet goed om jezelf te motiveren? Blijf je hangen achter Netflix, kom je je bed niet uit, ga je liever sporten of de stad in? Zoek dan een stok achter de deur: een streng iemand die jouw planning checkt. Zorg er ook voor dat die persoon je beloont (bijvoorbeeld door je daarna iets leuks te laten doen), zodat je studeren minder haat omdat je het associeert met beloond worden.

4. Kies een ander medium

Ligt de hele dag stilzitten en lezen je niet zo? Je hoeft je kennis niet al lezende uit een boek te halen. Kijk of er een luisterboek is van je studieboek, dan kun je sporten, wandelen of koken terwijl je met je koptelefoon op tóch studeert. Of kijk colleges of filmpjes met uitleg en instructies voor je vakgebied, of maak online of offline oefententamens. In een andere vorm kan de inhoud een stuk leuker worden.


Met de juiste aanpak verspil je minder tijd en energie. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Snel studeren? 6 slimme studietips die echt werken

Studeer je te langzaam? Heb je aan het einde van je blok nog een stuk studiestof over? Weet je vlak voor je tentamen niet waar je nog de tijd vandaan moet halen om alles door te nemen? Stapels boeken en artikelen en geen idee hoe je erdoor moet komen? Geen paniek! Snel studeren kun je leren. Kinge Siljee geeft je deze studietips:

Studietip 1. Let op tijdens colleges en lessen

Leg die dikke stapel boeken en papieren even weg en kijk naar je lessen en colleges. Je docent is degene die het tentamen maakt, dus waar hij of zij de nadruk op legt tijdens college is wat belangrijk is. Hij of zij zal stukken van het boek overslaan waar ook op het tentamen minder de nadruk op zal liggen. En als een docent drie keer iets zegt, kun je er zeker van zijn dat het terugkomt! Goed opletten is het halve werk. Ook kun je je colleges terugkijken in de trein of de bus. Uitgeprinte slides geven je een goed overzicht van de structuur van de stof, waardoor je hoofd- en bijzaken gemakkelijker kunt onderscheiden.

Studietip 2. Begin bij het tentamen

De meeste studenten zijn geneigd om eerst te studeren en daarna pas proeftentamens te maken. Draai dat om! Begin met het tentamen. In welke vorm wordt het gegeven? Dat is heel belangrijk voor hoe je leert.

Open vragen – hierbij is het belangrijk dat je de hoofdlijnen begrijpt. Je let hierbij op verbanden. Dat doe je door voor jezelf een tijdlijn of een mindmap te tekenen.

Multiplechoicevragen – deze vragen zijn meestal gericht op details. Dat leer je het beste met oefenkaartjes die je eindeloos kunt herhalen.

Vaardigheidsvragen – hierbij moet je iets uitrekenen, of iets opstellen, of gegevens interpreteren, of iets vertalen. Voor dit type vragen kun je het beste oefenen, oefenen, oefenen! Elk uurtje dat je erin steekt word je beter en sneller in het uitoefenen van de vaardigheid.

Oefententamens geven je dus inzicht in de vraag op welke manier de docent wil dat je de stof reproduceert op je tentamen. Hiermee ga je met heel andere ogen naar je boeken kijken!

Studietip 3. Kijk naar de inhoudsopgave van je boek of artikel

Of je nu een dik boek moet bestuderen of een stapel artikelen, begin niet gelijk met het lezen van de inleiding. Bekijk liever de hoofdstructuur: welke onderwerpen komen aan bod, en in welke volgorde? Wat is in één zin de essentie van elke paragraaf? Hoe heeft de auteur de stof opgedeeld in stukken? En wat is de essentie van elke alinea? Door alle teksten in perspectief te zien, ga je de tekst veel gemakkelijker en sneller lezen.

Studietip 4. Praat over je tentamen

Nadat je hebt gestudeerd, helpt het vaak om met een medestudent de stof nog eens kort door te nemen. Wat is de essentie van de stof? Waarom moet je dit weten voor dit vak? Hoe hangt het samen met de andere hoofdstukken of artikelen? Welke tentamenvragen zou je hierover kunnen krijgen? Dat helpt je de stof te onthouden.

Studietip 5. Stop je kennis in je langetermijngeheugen

Veel beter dan een boek in de loop van twee maanden van a tot z te lezen, is het om stof voor jezelf te herhalen. Zorg ervoor dat je elke week heel kort de belangrijkste en moeilijkste stof van de weken daarvoor herhaalt. Herhaling zorgt ervoor dat je kennis in je langetermijngeheugen opslaat. Weet je wie je daarvoor gaat bedanken? Jouzelf, in de toekomst, als de opgebouwde stof in een later tentamen of in een andere opdracht terugkomt en jij je kennis moeiteloos uit je geheugen tovert. Maar ook voor je tentamen is het handig als je niet de eerste helft van de stof al bent vergeten.

Studietip 6. Hertentamen? Dan achteraan beginnen

Heb je een hertentamen? Begin dan achteraan met studeren. Vaak ken je de eerste hoofdstukken/collegeslides/artikelen toch al wel redelijk – daar was je de vorige keer immers enthousiast mee begonnen! Maar de laatste hoofdstukken bevatten meestal de stof die het vaakst voorkomt op het tentamen. Bij een hertentamen begin je dus achteraan, bij de stof van de laatste week, en werk je naar voren toe. De moeilijkste berekeningen heb je dan toch al gelijk gehad.

En nu: studeren!


Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek. Dat kan op een van onze locaties, telefonisch of online. We helpen je graag verder!

Meld je aan

7 Tips voor beginnende bouwkundestudenten

Bouwkunde wordt over het algemeen gezien als een drukke studie waarin theorie en praktijk elkaar afwisselen. Bij het maken van een gebouw komen dan ook veel disciplines en vaardigheden kijken en met name een architect moet van vele zaken op de hoogte zijn. Specialisten zullen de verschillende onderdelen in detail uitwerken, maar een architect moet begrijpen waar deze specialisten mee bezig zijn, zodat hij of zij daarover met hen kan praten en er rekening mee kan houden in het ontwerp. Daarom is een studie bouwkunde vooral breed georiënteerd en kent deze vele facetten. Om je niet onder te laten sneeuwen in het vele werk en de vele informatie, volgen hier de beste zeven tips voor de beginnende bouwkundestudent:

Tip 1. Zie de studie als één geheel van op elkaar afgestemde vakken

Het curriculum van bouwkunde aan de TU Delft is opgebouwd uit theorievakken, vaardigheden en ontwerpen. De theorie en vaardigheden komen in het eerste deel van het semester aan de orde en zijn nadrukkelijk afgestemd op de ontwerpopdracht van de tweede helft van het semester. Probeer hier je voordeel mee te doen en probeer je in te denken waarvoor de theorie in de praktijk kan dienen. Meestal zal de docent in de colleges voorbeelden geven van concrete toepassingen. Zo niet, probeer deze dan zelf of in samenwerking met medestudenten te bedenken, zodat je weet waar je je kennis kan toepassen wanneer je aan de slag gaat met je ontwerp. Onderschat niet het belang van de vaardigheden en kennis die je bij al deze vakken opdoet en probeer dus ook deze te halen, want het zal de ontwerpopdracht makkelijker maken.

Tip 2. Begin op tijd aan je opdrachten

Zoals gezegd is bouwkunde een drukke studie waarin alle vakken nauw op elkaar afgestemd zijn. Als je een opdracht te laat of niet af hebt, betekent dat niet alleen dat je je studiepunten misloopt, maar ook dat je belangrijke kennis of vaardigheden mist voor het vervolg. Als je het vak of de opdracht dan later nog moet afmaken, kom je weer tijd tekort voor de volgende opdracht. Probeer deze stress te voorkomen en je tijd goed te plannen, zodat je weet wanneer wat af moet.

Tip 3. Werk samen met medestudenten

Probeer samen te werken en te sparren met medestudenten waar dat kan en deel je informatie. Sommige opdrachten lenen zich voor samenwerking. Wanneer je docent dit aanraadt, zou ik dit ook zeker doen. Probeer bijvoorbeeld allemaal een deel van de informatie te verzamelen die voor de opdracht nodig is en deel deze informatie met elkaar. Zorg wél dat je de informatie van elkaar begrijpt.
Bij ontwerpen is het belangrijk dat je regelmatig discussieert met andere mensen. Dit moet sowieso wekelijks met je docent, maar het is nuttig om dit ook met medestudenten te doen. Het kan je verder helpen en je dingen doen inzien die je zelf nog niet bedacht had. Je kunt bijvoorbeeld met één of meerdere collega-studenten afspreken om één keer per dag een half uurtje bij elkaar te gaan zitten en je ontwerp of deelprobleem uit te leggen en elkaar vragen te stellen. Zie dit niet als een gelegenheid om elkaar kritiek te geven, maar om elkaar verder te helpen. Laat duidelijk zien waar je zelf achter staat, maar ook zeker waar je nog tegenaan loopt.

Tip 4. Teken! (Liefst met pen en papier)

Niets is zo nuttig als het verbeelden van je ideeën. Dingen die in je hoofd lijken te kloppen, kunnen er ineens heel anders uitzien als je ze op papier zet. Teken je ideeën op verschillende detailniveaus, kijk ernaar van een afstandje (figuurlijk) en probeer knelpunten te identificeren en op te lossen.
De computer kan hierbij een goed hulpmiddel zijn, maar heeft als valkuil dat het trager gaat en dat je vaak te gedetailleerd werkt, wat de creativiteit niet ten goede komt. Werk daarom bij voorkeur, zeker in het begin, met pen en papier en wees er niet te zuinig mee. Een schetsrol is goed om mee te werken, omdat deze qua formaat minder beperkend is en semitransparant is. Je kunt dan nog één en ander versterken om de essentie weer te geven of juist in dezelfde plattegrond verschillende lagen met verschillende informatie aanbrengen. (Denk bijvoorbeeld aan functies, technische voorzieningen en klimaateisen.) Wil je toch gebruik maken van een computer, kies dan voor een programma als SketchUp waarin je intuïtief en ontwerpend kan tekenen. Een programma als AutoCAD of Revit is meer geschikt voor de gedetailleerde uitwerking.

Tip 5. Wees niet bang om fouten te maken

Fouten zijn er om van te leren. Als je dingen schetst en vervolgens laat zien aan je medestudent of je docent, kan deze de kritieke punten eruit halen. Als je niets tekent omdat je bang bent dat het fout is, is er ook niets om over te praten en kun je ook niet verder. Bovendien kom je er vaak pas achter hoe iets wél moet als je het eerst fout hebt getekend.

Tip 6. Probeer kritiek altijd positief te zien

Bij de wekelijkse begeleidingsmomenten zal je docent je vaak wijzen op dingen die niet goed zijn. Niet alle docenten zijn daar even tactisch in. Probeer de kritiek niet persoonlijk op te nemen, maar zie het als een kans om je ontwerp verder te brengen. Dit kan heel lastig zijn, aangezien je vaak heel erg hard hebt gewerkt om er vervolgens achter te komen dat je docent het niks vindt. Probeer je docent dan te zien als een opdrachtgever en probeer erachter te komen waarom hij niet tevreden is, en wat er veranderd kan worden zodat hij wél met het ontwerp akkoord gaat. Dit is vaak het lastigste aspect van ontwerpen, aangezien hierin ook vaak persoonlijke voorkeuren meespelen, waar niemand helemaal los van kan komen – ook je docent niet.

Tip 7. Last but not least: Have fun!

Uiteindelijk is het veelzijdige karakter van een bouwopgave juist ook datgene wat het interessant maakt. Probeer het te zien als een puzzel en laat je fantasie de vrije loop!


Met de juiste aanpak verspil je minder tijd en energie. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

De beste tentamentip: bedenk zelf tentamenvragen

Hoe bereid je een tentamen goed voor? Wat is nu de beste manier om voor een tentamen te leren? De specialisten van Studiemeesters geven je de beste tentamentips.

Of het nu gaat om open boektentamens of multipele choicetentamens, het enkel lezen van de stof geen effectieve techniek om tentamens voor te bereiden. Beter is het om actief met de stof bezig te zijn, en de allerbeste aanpak is jezelf vragen te stellen (en deze te beantwoorden natuurlijk!). Dat klinkt simpel, maar jij bent toch geen docent? Dus hoe stel je nou de juiste vragen op? En wat doe je er vervolgens mee?

Stap 1: Onderzoek wat er van je wordt verwacht

Het is belangrijk om te achterhalen wat jouw docent van je verwacht op het tentamen. Doe dit helemaal in het begin van de cursus: dan focus je direct op de juiste kennis en vaardigheden, en bespaar je jezelf veel tijd!

Bekijk daartoe eerst de vorm van het tentamen. Zijn het open vragen of is het multiple choice? Is het een essay, gaat het om casusvragen, is het een openboektentamen of misschien een ‘take-home exam’? De vorm van een tentamen bepaalt hoe je de stof moet kennen. Bij een openboektentamen hoef je bijvoorbeeld geen feiten te stampen, maar moet je werken aan een goed begrip van de stof en aan het leggen van verbanden tussen de onderdelen. Bij een casus moet je de theorie goed kunnen toepassen. Bij open vragen of essays zul je goed moeten kunnen onderbouwen.

Onderzoek vervolgens welk type vragen er op een tentamen gesteld worden. Hiervoor zijn proeftentamens het meest geschikt. Zijn deze niet voorhanden, vraag dan je docent om voorbeeldvragen. Ga na of de vragen in de collegesheets of de oefenopgaven in het boek representatief zijn. Analyseer de vragen goed: vraagt je docent vooral om feiten of is het meer een overzichtstentamen waarin je verbanden moet kunnen leggen tussen de onderdelen? Krijg je voorbeelden waarop je theorie moet toepassen? Moet je uitleggen hoe de modellen werken? Afhankelijk daarvan kun je je gaan focussen op een bepaald type kennis.

Stap 2: Maak je vragen

Nu je weet wat in grote lijnen belangrijk is, leef je je in de rol van jouw docent in: welke vragen zou je concreet stellen om deze kennis te toetsen? Schrijf de vragen op, en apart hiervan ook de juiste antwoorden. Maak bijvoorbeeld flashcards en zet de vraag op de ene kant en het antwoord op de andere kant. Bedenk bij multiplechoicetentamens ook een paar verkeerde antwoorden en instinkers. Ter inspiratie volgen hieronder voor diverse typen kennis voorbeeldvragen.

Feitenkennis:

Dit is voor het betere stampwerk: je moet kunnen navertellen ‘wat het is’ of ‘wat er gebeurd is’. Je kan daartoe beweringen simpelweg omdraaien tot een vraag:

• Wat is…?
• Wanneer…?
• Waar…?
• Met wie…?

Begrip:

Om een beter beeld te krijgen van de werking van een bepaald mechanisme of een theorie stel je jezelf vragen als:

• Hoe werkt…?
• Wat zijn de oorzaken van…?
• Waarom is dit zo?
• Wat zijn de gevolgen van…?
• Welke bewijzen zijn er voor…?

Toepassen:

Soms moet je de stof kunnen toepassen; je krijgt dan bijvoorbeeld een casus voorgelegd. Het is belangrijk om daar goed mee te oefenen. Overigens: ook als je geen toepassingsvragen op het tentamen krijgt, kan het werken met casussen en voorbeelden je helpen om heel droge stof beter te onthouden: daarmee komt de stof tot leven. Als je geen concrete voorbeelden hebt, mag je ook best je fantasie gebruiken! Gebruik voorbeelden die jou aanspreken en die goed blijven hangen. Hulpvragen zijn:

• Wat is een voorbeeld van…?
• In welke situatie komt dit van pas, en hoe?
• Wat zouden in deze situatie de voordelen en nadelen zijn van…?
• Heb ik zelf zoiets meegemaakt? Herken ik dit in mijn dagelijks leven?
• Hoe zou dit er in de praktijk uit kunnen zien?

Structuur en overzicht, verbanden leggen

Vaak is hetgeen je moet leren aanvankelijk een grote en onoverzichtelijke hoeveelheid informatie. Een goede manier om alles te onthouden is het aanbrengen van structuur en overzicht. Als je eenmaal een ‘kapstok’ hebt, kun je daarin alle losse onderdelen plaatsen en zul je ze beter onthouden. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een mindmap. Bovendien komt het vaak voor dat je op een tentamen verschillende theorieën moet kunnen vergelijken en evalueren. Daartoe helpen de volgende vragen:

• Wat hebben deze twee zaken met elkaar te maken?
• Hoe staat dit deel van de stof in relatie tot het vorige?
• Waarin zeggen ze hetzelfde?
• Waarin verschillen ze?
• Welke is beter en waarom?

Stap 3: Oefen

Dit opstellen van vragen was op zichzelf al een goede manier om de stof beter te begrijpen, te plaatsen en te onthouden. Bovendien heb je nu een mooie set tentamenvragen met antwoorden. Ga daar vervolgens ook echt mee oefenen: zo beklijft de informatie beter en krijg je inzicht in welke onderdelen je al wel, en welke je nog niet goed beheerst.

Overhoor jezelf bijvoorbeeld wekelijks. Beantwoord dan steeds zonder te spieken jouw zelfgemaakte vragen, controleer je antwoorden en herhaal vragen die je moeilijk vond.

Stap 4: Deel

Deel jouw vragen met medestudenten en stimuleer hen om ook hun vragen met jou te delen. Zo creëren jullie samen een mooie verzameling oefenvragen, en kunnen jullie elkaar overhoren.

Stap 5: Simuleer

Oefen in de periode voor het tentamen nog eens extra. Boots daartoe de tentamensituatie geheel na. Kies dus uit jouw volledige set willekeurig een aantal vragen uit, haal je boeken van tafel, zet je wekker op bijvoorbeeld anderhalf uur, schrijf je antwoorden volledig uit, en kijk na afloop als een ware docent jouw tentamen na.

Kortom: kruip in de huid van je docent en vraag jezelf een weg door de stof!


Met de juiste aanpak presteer je veel beter op tentamens. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Het verschil tussen kwalitatief en kwantitatief onderzoek

Voor je scriptie moet je onderzoek doen. In de wetenschap zijn twee vormen van onderzoek te onderscheiden: kwalitatief onderzoek en kwantitatief onderzoek. Maar wat is nu eigenlijk het verschil tussen deze twee?

Het verschil

De woorden ‘kwalitatief’ en ‘kwantitatief’ geven al een belangrijk verschil aan. Kwalitatief onderzoek richt zich op de kwaliteit van de data door de nadruk te leggen op het begrijpen van een kleine onderzoeksgroep of een ander onderzoeksobject. Het eigen subjectieve perspectief kan hierin een belangrijke rol spelen. Kwantitatief onderzoek richt zich daarentegen op het verzamelen en analyseren van cijfermatige gegevens en gebruikt daarvoor een onderzoeksgroep met meer respondenten die zodoende een grotere kwantiteit aan data oplevert. Door de cijfermatige benadering ligt de nadruk niet op het begrijpen, maar op het verklaren van relaties tussen variabelen.

Laten we als voorbeeld relaties nemen. Tijdens een lange relatie leer je de complexiteit van een relatie kennen en begrijp je steeds beter wat een duurzame relatie inhoudt. Vanwege de diepgang wordt de kwalitatieve kennis steeds rijker. Je kunt een gedetailleerde beschrijving geven van de aspecten die belangrijk zijn. Echter, je kennis van relaties is alleen maar gebaseerd op deze ene relatie.

Als je ervaring hebt met meerdere korte relaties, is je kennis van relaties gebaseerd op de kwantiteit. Omdat je geen ervaring hebt met een lange relatie, heb je minder zicht op de vraag welke aspecten mogelijk belangrijk zijn bij een lange relatie, maar je weet wel meer over relaties in het algemeen. Op basis van deze cijfermatige kennis kun je bijvoorbeeld uitspraken doen over mogelijke patronen, gemiddelden, of verbanden.

Het verschil in de praktijk: inductief en deductief onderzoek

Kwalitatief onderzoek is vaak inductief van aard. Hiermee wordt bedoeld dat de onderzoeker van tevoren geen duidelijke verwachtingen heeft ten aanzien van de vraag welke informatie hij denkt te gaan vinden. Aan het begin van een relatie weet je nog niet wat je te wachten staat, maar door vallen en opstaan leer je steeds meer en kun je uiteindelijk conclusies trekken.

Kwantitatief onderzoek is vaak deductief van aard. Op basis van bestaande informatie wordt een verwachting uitgesproken. Er wordt een algemene ‘hypothese’ (de verwachting) opgesteld die bevestigd of ontkracht gaat worden. Een voorbeeld van zo’n hypothese is de stelling dat mannen over het algemeen de oudere partner in een relatie zijn. Om deze stelling te onderzoeken, moet je informatie hebben van meerdere relaties, en niet slechts van een enkele.

De verschillende methoden

Kwalitatief (inductief) onderzoek maakt voornamelijk gebruik van observaties en diepte-interviews. De data wordt geordend door te coderen. Deze benadering is echter te tijdrovend om op een grote onderzoeksgroep toe te passen. Door te observeren en uitgebreid te praten met een kleine groep respondenten ontstaat er een gedetailleerd beeld, maar alleen van deze kleine groep.

Kwantitatief onderzoek maakt voornamelijk gebruik van vragenlijsten en statistiek. De vragenlijsten (questionnaires) worden verspreid onder een grote groep mensen, waardoor er een algemeen beeld ontstaat. Deze onderzoeksgegevens kun je veralgemeniseren, of generaliseren, naar een grotere populatie. Op basis van gegevens uit meerdere relaties kun je dan wellicht stellen dat de man over het algemeen inderdaad ouder is dan de vrouw.

Mixed methods

In de praktijk kunnen beide methoden goed in combinatie gebruikt worden. Het voordeel hiervan is dat je zowel een gedetailleerd als een algemeen beeld kunt ontwikkelen. Zo kun je bijvoorbeeld door middel van kwalitatief onderzoek een verdiepende studie naar één relatie doen. De bevindingen kun je vervolgens in een vragenlijst verwerken die je voorlegt aan een grote groep mensen. Je kunt zo bepaalde interessante aspecten van een relatie nader analyseren door cijfermatige verbanden te onderzoeken. Op deze manier combineer je de sterke eigenschappen van beide methoden, en vermijd je de beperkingen.

Studiemeesters helpt studenten zoals jij vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek op een van onze locaties of online. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Studieontwijkend gedrag de baas!

Kinge Siljee heeft duizenden studenten geholpen hun motivatie terug te vinden, hun uitstelgedrag aan te pakken, en studieontwijkend gedrag te verhelpen. Wat is haar geheim? Ze legt in een interview uit waarom we uitstelgedrag vertonen, en hoe we onszelf beter kunnen motiveren om te studeren.

Uitstellen, waarom doen we dat eigenlijk?
Kinge: “Dat is een heel goede vraag. Eigenlijk is het heel raar gedrag: je doet iets niet waarvan je weet dat je het wel moet doen (namelijk studeren, of aan je scriptie schrijven). Je weet dat uitstellen heel nare gevolgen gaat hebben: je krijgt stress, je gaat minder presteren, misschien zak je zelfs wel voor je tentamens of haal je deadlines niet.
Waarom doen we het dan toch? Dat heeft verschillende oorzaken. Sommige studenten zijn gewend om zó op de korte termijn te werken dat ze eerst leuke dingen gaan doen tot de druk te hoog is en ze wel móéten werken. Andere studenten vinden het juist eng om aan studeren of aan hun scriptie te beginnen, omdat ze bang zijn fouten te maken en slechte cijfers te halen. Weer andere studenten twijfelen aan elke beslissing die ze nemen, en ze worden zo moe van dat constante getwijfel dat ze niet eens meer beginnen aan studeren en schrijven.”


Het boek ‘Studieontwijkend gedrag de baas!’ ligt nu in de boekhandel, en kun je hier bestellen.


Hoe groot is het probleem?
“Groot: bijna iedereen heeft last van studieontwijkend gedrag. En het probleem wordt ook steeds groter. We hebben steeds meer last van wat ik ‘afleidingsduiveltjes’ noem. Denk aan je telefoon, waarop je de hele dag door berichten krijgt van vrienden en familie. Of aan sociale media, waarop je de hele dag kunt zien hoe anderen leuke dingen aan het doen zijn terwijl jij moet studeren, en hoe andere studenten schijnbaar moeiteloos door de studie zeilen. De druk om te presteren wordt steeds hoger, terwijl de begeleiding niet toeneemt.
Het gevolg is dat enorme aantallen studenten lagere cijfers halen dan ze zelf zouden willen. Veel studenten studeren later af, verliezen hun plezier in hun studie, en stoppen zelfs met hun studie of haken af na de bachelor. Doodzonde!”

Wat is de oplossing?
“Voordat je een oplossing kunt bedenken, moet je kijken naar de oorzaak van je uitstelgedrag. Doe je steeds leuke dingen in plaats van te studeren? Dan moet je zorgen voor sociale druk: vraag vrienden en familie om je aan het werk te zetten, of volg de studiedagen bij ons. Ben je nerveus en durf je daarom niet te beginnen? Vraag dan om positieve feedback van je omgeving, en opbouwende kritiek. Twijfel je steeds aan jezelf? Probeer de discussie met jezelf te dimmen door te denken: een keuze is maar een keuze, ook dit is een leerproces.”

Welke tips zou je geven aan studenten?
“Wat eenvoudige tips die meteen voor meer motivatie kunnen zorgen, bedoel je? Dat kan heel gemakkelijk. Ten eerste: studeer nooit thuis, maar ga naar de UB, naar je ouders, naar kantoor, of waar dan ook heen. Als het maar niet thuis is, want daar zijn te veel dingen die jou afleiden! Ten tweede: beperk de invloed van je telefoon en sociale media op je dag. Laat je telefoon in je kluis, zet hem helemaal uit, en blokkeer sociale media op je laptop. Ten derde: zoek andere mensen op die je studie interessant vinden en ga met hen studeren. Ten vierde, en dit is misschien wel het belangrijkste: vraag om hulp! Er is niks mis met het inschakelen van familie, vrienden, decanen, medestudenten, en natuurlijk Studiemeesters.”


Stop met uitstellen. Studiemeesters helpt studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Waarom promovendi hun motivatie verliezen

Wie promoveert, heeft er minstens vier jaar aan studie op zitten. Het volgen van vakken, het schrijven van scripties, alles is in een voorgaande fase gelukt. Waarom lukt het promovendi dan zelden om op tijd het proefschrift in te leveren? Waarom is het zo moeilijk om gemotiveerd te blijven? Waarom denken zoveel promovendi over hun PhD: “Waarom ben ik hier ooit aan begonnen?” Ervaren promotiebegeleider Kinge Siljee legt uit hoe dit komt

Ooit ben je enthousiast begonnen aan je promotie. Je schreef een voorstel, en toen het werd geaccepteerd was je dolblij. Je vertelde iedereen over je promotie en je was van plan om jouw onderwerp helemaal uit te diepen, een specialist te worden, en een tekst af te leveren die je als boek in de kast kon zetten. Hoera, je wordt doctor! Hoe komt het dat je motivatie voor je promotieonderzoek nu zoveel minder is dan in het begin? Laat ik vooropstellen: dit heeft bijna iedereen. Hoe langer een project duurt, hoe moeilijker het is om je enthousiasme vast te houden.

Vergelijk het met een flinke verhuizing. Eerst zoek je enthousiast een nieuw huis. Als je het hebt gevonden, loop je door alle kamers: dáár zie je jezelf al zitten, en dáár slapen, en dáár koken, en dáár vrienden van grote borden eten en glazen bier voorzien… Je kunt niet wachten en je wilt eigenlijk gelijk al je dozen in gaan pakken. Deze fase kun je vergelijken met je PhD-proposal: je leest alles wat los en vast zit en het liefst begin je meteen met je onderzoek.

Dan komt het gedoe en de stress. Misschien moet je een hypotheek aanvragen, en moet je zo’n bedrijfsstempel hebben, en ligt je werkgever dwars. Of je moet voldoen aan de huureisen. En dan je oude huis: je moet inpakken en schoonmaken. Dan komt het moment dat je denkt: “Hoe kom ik aan al die troep?” Dertig dozen verder kijk je naar de enorme rommel in je woonkamer en denk je: “Ik heb er nog niet eens een deuk in geslagen!” Waar ben je aan begonnen? Je zat toch eigenlijk wel prima! Deze fase is het midden van je onderzoek, waarin je gedoe krijgt met je promotor, of je moet fondsen aanvragen, of beurzen regelen, of het verzamelen van je gegevens loopt niet zoals je zou willen.

Dan is er het nieuwe huis. Je was zoveel van plan! Je zou de woonkamer schilderen en een nieuwe traploper aanleggen. Je zou de keukenkastjes vervangen en frisse nieuwe meubels regelen. Maar dat liep anders: je hebt er geen tijd meer voor, en ook geen geld, en eigenlijk ook geen puf, dus na een paar schilderklussen geef je er even de brui aan. Deze fase is als het uitschrijven van je resultaten: je was van plan om een enorm baanbrekend onderzoek te doen, maar je moet kiezen, en je promoveert toch op iets kleiners dan je had gedacht, en je resultaten waren toch wat dubbelzinniger dan gehoopt. Je denkt: “Never mind, ik schrijf het wel zo op dan.” Deze fase is erg demotiverend!

Tot slot ben je over, maar nog niet alles is zoals gewenst. “Ik doe het in de weekenden wel”, denk je. Maar je doet het niet, en je blijft je ergeren aan de vlek op de muur in de gang en de gordijnen die net niet helemaal recht hangen. Deze fase lijkt op hoe het is als je aio-schap is afgelopen, of wanneer je beurs op is, of als je weinig tijd of energie hebt voor je promotie. Misschien werk je al ergens anders, of je bent druk met kinderen, of je blijft futloos heen en weer schuiven in je tekst. In deze fase haken de meeste mensen af. Je kunt de Chinese Muur herbouwen met proefschriften die bijna helemaal af zijn. Dood- en doodzonde!

Hoe promoveer je nu wel gemotiveerd? Ervaren promotiebegeleider Kinge Siljee geeft tips om stressvrij (nou ja, stress-arm) te promoveren.


Begint de tijd te dringen? Studiemeesters helpt PhD-studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek in Amsterdam, Eindhoven, Leiden of Rotterdam. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek

Plan je PHD – 5 Tips voor promoveren zonder stress

In de vorige blogpost werd uiteengezet waarom PHD’ers hun motivatie verliezen. In deze blogpost geeft Kinge Siljee, ervaren promotiebegeleider, tips voor een plan om stressvrij (nou ja, stress-arm) te promoveren.

Ooit ben je enthousiast begonnen aan je PHD, maar hoe langer een project duurt, hoe moeilijker het is om je enthousiasme vast te houden. Met deze vijf tips blijf je gemotiveerd en rond je het promotietraject sneller af.

1. Plan realistisch
Natuurlijk wil je de hemel bestormen met je promotieonderzoek, maar het is belangrijk dat je je onderzoeksveld zo kernachtig afbakent als je maar kunt. Bedenk je dat een rivier die je niet indamt, een modderige delta wordt. Diepgang binnen je specialisme bereik je alleen door de oevers van je onderzoek zo goed mogelijk in te dijken.

2. Vergelijk je werk
Vergelijk je promotieonderzoek eens met dat van andere promovendi. Hoe gaat het met hen? Welke frustraties hebben zij? Lopen ze inhoudelijk tegen dezelfde problemen aan? Hebben ze dezelfde problemen met voorstellen, congressen, fondsen en beurzen? En vooral: hoe omvangrijk is hun promotieonderzoek? Wat doen ze wel, en wat laten ze achterwege? Hoe beschrijven zij discours, betrouwbaarheid en validiteit in hun proefschrift?

3. Werk samen met anderen
Promoveren is het ultieme eenzame werk. Je schrijft een dik boek in de periode van vier jaar, en het meeste doe je alleen. Dat geldt voor andere PHD’ers ook. Als je samen met hen aan de slag gaat, bijvoorbeeld op een kantoortje of in de bibliotheek, dan begin je er met meer plezier aan. Als je ook nog ziet hoe anderen met dezelfde issues worstelen, worden eventuele tegenslagen draaglijker. Zeker als je buitenpromovendus bent, moet je ervoor zorgen dat je met andere extranei contact legt! De meeste universiteiten hebben een promovendi-netwerk. Kijk anders eens wat er op je faculteit voor aio’s en oio’s wordt georganiseerd. Vaak zijn buitenpromovendi daar ook welkom.

4. Vraag om hulp
Ook promoveren is een leerproces. Je bent doctor in spe, of assistent in opleiding. Dat betekent dat je nog aan het leren bent hoe je onderzoek moet doen en hoe je het opschrijft. Het is niet erg als je daarin fouten maakt of twijfels hebt. Het kan absoluut geen kwaad om daar hulp voor in te schakelen. Dat doen wetenschappers namelijk ook: congressen zijn niet voor de gezelligheid, maar om ideeën uit te wisselen, elkaar opbouwende kritiek te geven en enthousiasme voor onderzoek te behouden. Dus: vraag om hulp, bij je promotor, bij je medepromovendi, of bij Studiemeesters.

5. Eye on the ball
Houd je plan voor ogen, eye on the ball. Je wordt doctor; er zal een proefschrift in de kast komen te staan met jouw naam erop. Ook een promovendus die af en toe zijn of haar motivatie was verloren, en zenuwachtig wachtte tot de pedel hem of haar verloste van de discussie met de promotoren over de stellingen van het onderzoek, krijgt een doctorstitel. Je gaat iets bijdragen aan de wetenschap, en je kunt achteraf trots zijn op je prestatie. Ook jouw proefschrift komt op een dag van de drukpers rollen!


Begint de tijd te dringen? Studiemeesters helpt PHD-studenten vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier.

Wat is APA? Een korte uitleg voor beginners

Wat zijn APA-richtlijnen? Waarom en wanneer moet je een bronvermelding gebruiken? En waar vind je een goede APA-handleiding? De scriptiespecialisten van Studiemeesters beantwoorden al je vragen over de APA-stijl.

Wat zijn APA-richtlijnen?

APA-richtlijnen zijn regels voor de opmaak en notatie van bronverwijzingen en citaten in het theoretisch kader, de opmaak van figuren en tabellen in het resultatenhoofdstuk en de bronnenlijst aan het einde van je scriptie.

Wat is de APA-methode?

De APA-methode is een ‘citation style guide’ die uitgegeven wordt door de American Psychological Association (APA). APA is niet het enige bronverwijzingssysteem. Voorbeelden van andere ‘citation style guides’ zijn Harvard Referencing, MLA en Chicago. Je opleiding bepaalt welk systeem jij moet gebruiken voor je scriptie.

Wat is een APA-verwijzing?

Een verwijzing is een bronvermelding in een tekst. APA legt uit hoe je een verwijzing precies noteert. Bij boeken en artikelen bestaan bronvermeldingen doorgaans uit de achternamen van de schrijvers van de bronnen en een jaartal. Deze staan tussen haken en binnen de laatste zin van het stukje dat je op basis van die bron hebt geschreven. Merk op dat de bronvermelding dus vóór de punt van de zin staat, op deze wijze:

(De Vries, 2017).

Er zijn verschillende vormen van bronverwijzingen, afhankelijk van het type bron. Een boek noteer je bijvoorbeeld net even anders dan een website.

Waarom, waar en wanneer moet ik een APA-referentie gebruiken?

Als je literatuuronderzoek doet voor je theoretisch kader, dan lees je een artikel of een boek. Je komt zo het een en ander te weten en schrijft dit vervolgens op in het theoretisch kader van je scriptie. Dat doe je in je eigen woorden (dat heet ‘parafraseren’) en na een aantal zinnen plaats je dan een bronvermelding, zodat de lezer weet waar je deze informatie vandaan hebt. Als je geen bronvermelding plaatst, dan impliceer je ten onrechte dat jij deze informatie zelf hebt bedacht, ontdekt of onderzocht. In je resultatenhoofdstuk hoef je geen bronvermeldingen te plaatsen, want die resultaten heb jij zelf ‘ontdekt.’

De literatuurlijst, oftewel de APA-bronnenlijst

De literatuurlijst is een lijst van alle bronnen die je gebruikt hebt. De bronnenlijst volgt na het laatste hoofdstuk en voor je bijlagen. Je maakt geen aparte lijsten voor websites of boeken. Alle bronnen staan in één lijst op alfabetische volgorde. In een APA-handleiding zoek je op hoe je elke bron noteert.

Voorbeeld van een prettige APA-handleiding

Als je eigen opleiding geen handleiding voorschrijft, dan kun je deze handleiding van de Universiteit Tilburg gebruiken. De manier om een verwijzing in de tekst te noteren, zoek je op in hoofdstuk 1, en de manier om een bron volledig uit te schrijven voor de bronnenlijst, zoek je op in hoofdstuk 4 van deze handleiding. Het originele ‘APA Manual’ van de American Psychological Association vind je hier. Het volledige manual heb je zelden nodig voor je scriptie.


Studiemeesters helpt studenten zoals jij vooruit. Met onze begeleiding studeer je sneller, beter en relaxter. Wie wij zijn en wat we precies doen? Dat lees je hier. Je kunt je ook direct aanmelden voor een kosteloos en vrijblijvend kennismakingsgesprek op een van onze locaties of online. Je bent van harte welkom.

Aanmelden voor een kennismakingsgesprek